Jaarbericht bevolkingsonderzoek 2006
Er is een tijd geweest dat er in Nederland nog geen klinieken voor
preventief geneeskundig onderzoek waren. Voor een jaarlijkse check-up
gingen managers naar de Verenigde Staten. Nu kan iedereen terecht bij
centra voor health checks, klinieken voor body scans, speciale centra
voor vrouwen, mannenklinieken en consultatiebureaus voor ouderen.
Zorgverzekeraars, dokterende bedrijven en centra voor alternatieve
behandelwijzen verruimen het aanbod. Voor klanten van de supermarkt
staat de gezondheidsbus klaar. Het aantal vrij verkrijgbare tests, via
apotheker, drogist en het internet, groeit snel. Ook het aantal
ziekten waarvoor een landelijk bevolkingsonderzoek bestaat, wordt
groter. De verruiming van het screeningsaanbod is te danken aan snelle
wetenschappelijke en technische ontwikkelingen. Daarover wil de
Gezondheidsraad actuele informatie geven die belangrijk is voor
evidence-based beleid op dit gebied. Dat is dan ook het doel van dit
Jaarbericht bevolkingsonderzoek 2006, en van de jaarberichten die hier
jaarlijks of tweejaarlijks op zullen volgen.
In dit eerste jaarbericht komen zeventien themas aan bod, verdeeld
over drie groepen. In het eerste blok worden aandoeningen besproken
waarop wordt gescreend in bestaande bevolkingsonderzoeken. De
commissie signaleert drie urgente onderwerpen die nadere bestudering
behoeven en stelt de minister voor de Gezondheidsraad te vragen deze
onder de loep te nemen. Het gaat om screening op borstkanker bij
vrouwen onder de vijftig jaar, vaccinatie tegen baarmoederhalskanker,
en nieuwe, snelle vormen van prenatale diagnostiek, naast of in plaats
van de conventionele karyotypering.
In het tweede blok worden aandoeningen besproken waarvoor
bevolkingsonderzoek wordt overwogen. Nederland draagt belangrijk bij
aan proefbevolkingsonderzoeken naar de effectiviteit van screening op
prostaatkanker, longkanker en diabetes. De commissie bepleit
proefbevolkingsonderzoek naar chlamydia-infecties in grote steden.
Screeningstrials hebben nog geen uitsluitsel gegeven of screening op
een verwijding van de grote lichaamsslagader (aneurysma aortae
abdominalis) nuttig is. Hetzelfde geldt voor het meten van de
kalkscore in de kransvaten met computertomografie, als bijdrage aan de
screening op klassieke risicofactoren voor hart- en vaatziekten. In
vier buitenlandse proefbevolkingsonderzoeken is de effectiviteit van
screening op darmkanker aangetoond, met een test op onzichtbare sporen
bloed in de ontlasting. In haalbaarheidsonderzoeken wordt nagegaan of
een landelijk bevolkingsonderzoek in Nederland, als de minister
daartoe besluit, kan rekenen op een goede opkomst. Tevens wordt
daarbij de bewezen effectieve standaardtest (FOBT) vergeleken met
mogelijk betere alternatieven (een immunochemische FOBT-variant en
twee kijkonderzoeken: sigmoïdoscopie en colonoscopie).
In het derde blok worden enkele nieuwe vormen van vroege opsporing
besproken: een test op slokdarmkanker; een test op erfelijke aanleg
voor coeliakie (glutenallergie); periodiek onderzoek van werknemers;
een test voor werknemers op dreigende overspanning; de full-body-scan;
een harttest voor wedstrijdsporters. Deze tests worden om
uiteenlopende redenen aangeboden. Er zijn echter geen uitkomsten van
wetenschappelijk onderzoek die het testaanbod en de daarmee gepaard
gaande claims onderbouwen.
Het blijkt dat er niet veel ziekten zijn waarbij screening zin heeft.
Of screening daadwerkelijk profijt biedt, in de zin van
gezondheidswinst, moet van tevoren goed onderzocht worden. Het is
riskant om op ongefundeerde beloften van gezondheidswinst af te gaan.
Dan kan achteraf blijken, wanneer alsnog onderzoek plaatsheeft, dat
screening geen gezondheidswinst levert en juist schade aanricht. Dat
is bijvoorbeeld aangetoond na decennialange activiteiten en miljoenen
deelnemers voor ongericht bevolkingsonderzoek naar tuberculose en voor
het propageren van zelfonderzoek van de borsten. Kritisch kaf van
koren scheiden kan helpen deze valkuil te ontlopen. Een onafhankelijke
beoordeling is des te belangrijker omdat andere belangen dan
gezondheidswinst een rol kunnen spelen, veel mensen heilig geloven in
gezondheidstests, en omdat zorgverzekeraars ermee worstelen om
preventie een plaats te geven.
20 juni 2006
---
Gezondheidsraad