Den Haag, 21 juni 2006
Bijdrage van Aleid Wolfsen (PvdA) aan het plenaire debat rapport van de tijdelijke commissie onderzoek TBS (30 250, nrs 4 t/m 6)
Voorzitter,
De Romeinen worstelden al met deze kwestie.
Toen Marcus Aurelius in een rechtsvraag werd bevraagd over de wijze waarop zou moeten worden omgaan met geestelijk zieke mensen die strafbare feiten plegen en gevaarlijk zijn antwoordde hij:
'Als het met volle zekerheid vast staat dat de dader in die mate geestesziek is dat hij door voortdurende verstandsverbijstering ieder begrip mist en er geen enkele verdenking is dat hij het slachtoffer in voorgewende waanzin heeft gedood, kan over de wijze van bestraffing het stilzwijgen worden bewaard, aangezien hij al genoeg door zijn geestesziekte zelf wordt gestraft. Maar toch zal hij zorgvuldig bewaakt moeten worden, aangezien dit zowel tot straf als ook tot bescherming van hemzelf en tot beveiliging van zijn naaste verwanten zal dienen.'
En als een om die reden bewaakte burger later toch weer een misdrijf pleegt, moet je niet die patiënt aanspreken, maar zijn bewaker. Aldus dezelfde Marcus Aurelius.
Vz., zo is het twee eeuwen later in de kern nog steeds. Omdat dit een logische en rechtvaardige regel is.
Tbs is een beveiligingsmaatregel, geen sanctie. Bestemd voor psychisch gestoorde daders die een ernstig gevaar opleveren voor de samenleving. Daar is geen misverstand over mogelijk.
Wij vinden nu gelukkig dat deze patiënten ook recht hebben op een menswaardig bestaan. Dus hebben ze naast een fatsoenlijke verpleging en behandeling. Gericht op een veilige terugkeer in de samenleving. En als dat uitzicht er is past verlof daar zeker bij. Daar heeft in de Kamer eigenlijk niemand moeite mee, omdat ook dat vanzelfsprekend is.
Alleen die bewaker - de minister van Justitie - moet wel goed z'n werk blijven doen en mag zelfs - of: juist - in rustige tijden niet verslappen. Dat verslappen is wel gebeurd. In diverse varianten. En heeft helaas een aantal malen zelfs geleid tot ernstige misdrijven. Misdrijven met dramatische gevolgen. Welke voorkomen hadden kunnen worden en of ze alle voor de volle 100% zeker voorkomen hadden kunnen worden weet je nooit helemaal zeker. Maar met betrekking tot een aantal is dat wel zeer waarschijnlijk. En dat heeft - volstrekt begrijpelijk - weer geleid tot stevige maatschappelijke onrust en tot indringende debatten in deze Kamer.
Alleen het gevaar is dan dat zoiets vervolgens een eigen dynamiek gaat krijgen.
Dat geldt ook voor de debatten die we daarover hebben gevoerd. Er wordt te lichtvaardig verlof verleend of iemand onttrekt zich, er wordt vervolgens niet adequaat gereageerd en opgespoord, er wordt een ernstig misdrijf gepleegd, de minister - of iemand die onder zijn verantwoordelijkheid werkt - ontkent of relativeert e.e.a. en wij gaan dan terecht accentueren.
Als dat bij herhaling gebeurt slijt het maatschappelijk draagvlak onder het tbs-stelsel,
is dat slecht voor iedereen die daarbinnen wordt verpleegd,
pakt dat zeer negatief uit voor iedereen die daar met grote toewijding werkt
en dat is - in combinatie - weer gevaarlijk voor het voortbestaan voor het hele tbs-stelsel. Dan zijn we pas echt ver van huis.
Geen misverstand: iedereen kan fouten maken. Dat zal blijven gebeuren. En 100% veiligheid bestaat niet. We moeten wel eerlijk tegen elkaar blijven. Maar aan fouten of een verkeerde werkwijze kun je alleen iets doen als je die steeds voor de volle 100% onder ogen ziet en erkent. Dat was niet steeds het geval.
Dat verslappen, het gevaar van die dynamiek, de maatschappelijke onrust, de vele reacties van deskundigen en serieus onderzoek zijn in de kern de aanleiding geweest voor dit onderzoek. Uit laatstbedoelde reacties kon te vaak worden opgemaakt dat er nog veel kon en moest veranderen en verbeteren. En dat het bv zeer wenselijk is meer te letten op de effectiviteit van behandelingen.
Tegelijkertijd zagen en merkten we - ik ga dat echt niet ontkennen - dat ook de minister aan de slag was gegaan met het doorvoeren van veranderingen en verbeteringen. Dat moet ook doorgaan. En er lagen nog diverse niet al te oude rapporten met vele aanbevelingen. IBO's en Kosto. Wat was daar eigenlijk mee gebeurd?
We moeten helaas constateren dat lang niet alle aanbevelingen die in recente jaren zijn gedaan, in de zogenoemde IBO-adviezen en door de commissie Kosto, prompt en volledig zijn overgenomen en uitgevoerd. De commissie Visser betreurt dat zeer. En die geheimzinnige stuurgroep, heeft die überhaupt wel bestaan? Morgen graag het verlossende woord. Deze ministers moeten daar lering uit trekken. Wij eveneens.
Bij de minister van Justitie constateerde ik zelfs in het verhoor een serieuze kloof tussen zijn beleving van de werkelijkheid en de harde feiten; zowel m.b.t. de uitvoering van eerdere aanbevelingen, de stuurgroep die daar toezicht op zou hebben gehouden - de minister had volgens mij geen idee waar dat over ging - als ook over zoiets als het verlengen van de periode dat tbs-ers na het beëindigen kunnen worden gevolgd. Daar zat geen merkbaar goed geïnformeerde minister. De Kamer was daar al lang voor, er was zelfs al wetgeving, maar de minister was actief tegen. Tijdens het verhoor legde hij de vertraging van die wetgeving zelfs ten onrechte bij de Kamer. Fout, jammer en niet nodig. Nu is i gelukkig weer voor. Maar wil de minister daar nog iets preciezer in zijn. Want hij meldt nu alleen ook voor een 'lange periode' te zijn.
De minister van VWS bleek weinig affiniteit te hebben met dit onderwerp en is het - zo is mijn taxatie - liever kwijt dan rijk. Wat is zijn betrokkenheid nu en - belangrijker nog - wat wordt zijn betrokkenheid en b.v. de rol van de inspectie? Graag een reactie.
De regering schrijft in de brief die we net ontvingen dat "het rapport kan worden gekenschetst als een grondige en gedegen analyse van het tbs-stelsel en de praktijk. De aanbevelingen zijn vooral een aansporing voortvarend en doelgericht voort te gaan op reeds ingeslagen wegen en verbeteringen aan te brengen. De constructieve benadering van de commissie heeft geleid tot aanbevelingen die getuigen van visie en overzicht over de problematiek."
Die aanbevelingen worden - met hier en daar kanttekeningen - in hoofdlijnen overgenomen. E.e.a. zal nu in een plan van aanpak nader worden uitgewerkt en geconcretiseerd. De financiële dekking hiervoor zal in de begroting van 2007 worden geregeld en met Prinsjesdag bekend worden gemaakt.
Met een kabinet dat zo constructief reageert op het rapport van een commissie waar de minister van Justitie aanvankelijk zo tegen was, valt vandaag wat mij betreft weinig meer te bespreken. Dat kan en moet aan de slag. Of, zoals de minister van Justitie zelf waarschijnlijk zal zeggen, stevig voortgaan op de reeds ingeslagen weg.
Voor het gemak vraag ik de bewindslieden maar om morgen nog wel even expliciet de omgekeerde benadering te kiezen, omdat er hier en daar toch ook de nodige slagen om de arm in lijken in te zitten. Wat gaan ze in ieder geval niet uitvoeren, wat heb ik op dat vlak gemist. En ik lees ook wel erg vaak het woord 'onderzoek'.
Dan nog een paar concrete kwesties.
1.
De problemen binnen de jeugd-tbs en alles wat daarbij hoort. Voorzitter Visser heeft de grote problemen die ook daar zijn nog eens expliciet mondelinge onder onze aandacht gebracht. Niet voor niets. Hij suggereerde zelfs een soortgelijk onderzoek. Ik voel daar - eerlijk gezegd - wel voor. En vraag ook de ministers en de collega's om daar op te reageren. In ieder geval moet het ook prominent in het plan van aanpak aandacht krijgen.
2.
De 'gewone' gedetineerden in gevangenissen die zodanig psychisch zijn gestoord dat ook zij eigenlijk in een tbs-inrichting of een andere kliniek zouden moeten worden opgenomen. Dat zou wel eens een nog groter probleem kunnen zijn dan de commissie aanstipt. Formeel is dat goed geregeld. Ze kunnen worden doorgeplaatst. Feitelijk komt daar te vaak te weinig tot niets van terecht. Dat is eigenlijk voor een net land een grote schande. Geestelijk gestoorde mensen horen niet thuis in een gevangenis; ook niet als ze ernstige strafbare feiten hebben gepleegd. Mij overvalt regelmatig de gedachte dat we op dit vlak echt verkeerd bezig zijn. We bouwen gevangenissen, maar sluiten daarin geestelijk gestoorde mensen op. Zeer goed dat de commissie deze kwestie expliciet constateert. Ik zou wel eens precies willen weten hoeveel mensen er nu feitelijk ten onrechte in het gevang zitten als je heel zuiver en gewetensvol zou plaatsen, i.p.v. in een tbs-, ggz- of andere instelling. Ook daarvoor graag serieuze aandacht in het plan van aanpak. De minister onderkent dit probleem, constateert een stevig tekort aan geschikte plaatsen voor opname van deze mensen en gaat hier ook het nodige aan doen. Graag nog een verdere uitwerking en toelichting.
3.
De betrokkenheid van de GGZ, de reclassering, ondernemingsraden etc. Vz, ik ga er gemakshalve vanuit dat deze en andere organisaties actief worden betrokken bij de concretisering van de aanbevelingen, zoals ze dat ook zijn bij de totstandkoming van dit rapport. Graag die toezegging.
4.
De hier al in behandeling zijn de Bopz-wetgeving. Voorzitter Visser meldde dat we daarin ook nog het nodige zouden kunnen en moeten aanpassen, als we de aanbevelingen opvolgen. Graag ook daar aandacht voor voordat er over wordt gestemd. Heeft natuurlijk te maken met de zeer gewenste zorgcontinuïteit die ook de minister nastreeft.
5.
Uitvoering van de voorstellen van - kort gezegd - de commissie Houtman. De commissie is daar niet tegen. Mijn fractie ook niet. Maar er moet wel eerst aan een aantal stevige voorwaarden worden voldaan. Hoe gaat dit nu verder? De minister kan bv niet tegelijk zorgkantoor en eigenaar van een kliniek zijn.
En wie moet - tot slot - gaan over het verlof. Dat moet echt op afstand van de minister. Canada is ons voorbeeld. Al was het alleen al omdat dat onafhankelijke professionele beslissingen moeten zijn en geen zuiver politiek gemotiveerde. Dat is regelmatig wel gebeurd en dat is fout. Transparantie en snelheid zijn belangrijke vereisten.
Een meerderheid van de Kamer wil die afstand en die professionalisering.
Ik vraag de minister simpelweg maar om die variant uit te werken. Ik kan me ook een college voorstellen dat een zelfstandige, geattribueerde bevoegdheid heeft, zoals het OM of de belastinginspecteur. De minister blijft dan wel politiek verantwoordelijk, kan ook algemene instructies geven, maar niet zelf beslissen. Graag een reactie.
Mijn fractie heeft geen behoefte aan uitvoering in een groot project. Wel stel ik voor de komende jaren echt per kwartaal te overleggen over de voortgang van de uitvoering. En ik denk dat we in de Justitiecommissie ook nog even moeten napraten over de rol die collega Visser en zijn commissie daar nog bij zou kunnen vervullen.
Veel moet nog worden uitgewerkt in wetgeving. Het plan van aanpak zal er ook niet om liegen. We moeten nog scherp zicht krijgen op de financiële kant van dit rapport en er zal nog de nodige discussie plaatsvinden over de concrete uitwerking.
Ik ben er oprecht trots op dat we dit als Kamer hebben geïnitieerd, wil nog wel de nodige antwoorden van het kabinet, maar ik wens het kabinet nu al veel succes bij de uitwerking.
Een veilig, efficiënt, effectief, vertrouwenwekkend en vooral ook humaan tbs-stelsel, dat is wat mijn fractie nastreeft. Waarbij ook de gerechtvaardigde belangen van slachtoffers nooit uit het oog worden verloren. En als dat goed functioneert en de minister adequaat reageert, ben ik de eerste die zwijgt.
Partij van de Arbeid