European Union



RAAD VAN

DE EUROPESE UNIE

NL

P/06/87

Brussel, 19 juni 2006

10666/06 (Presse 187)

(OR. en)

Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie over Oezbekistan

De EU neemt er kennis van dat het mogelijk is geweest de processen in hoger beroep tegen Sanjar Umarov, Nadira Khidoyatova Mutabar Tojibaeva bij te wonen.

De EU heeft kennis genomen van de straffen die zijn uitgesproken tegen Sanjar Umarov, wiens straf van tienenhalf jaar tot 7 jaar en 8 maanden is teruggebracht, en tegen Nadira Khidoyatova, wier straf is teruggebracht tot een voorwaardelijke veroordeling van 7 jaar met een proeftijd van 3 jaar, en van het feit dat zij tegen betaling van een schadevergoeding aan de staat met onmiddellijke ingang in vrijheid is gesteld.

Ook heeft de EU met bezorgheid vernomen dat de veroordeling van Mutabar Tojibaeva is bevestigd, en zij betreurt het dat de oproep tot de justitiële autoriteiten om humanitaire beginselen te hanteren, niet tot strafvermindering heeft geleid.

Ondanks de twee gevallen van strafvermindering, blijft het de EU zorgen baren dat de veroordelingen in eerste aanleg alle drie zijn bevestigd. De EU roept de autoriteiten van Oezbekistan nogmaals op ervoor te zorgen dat de gevangenen kunnen worden bezocht en de nodige medische hulp kunnen krijgen.

Voorts verzoekt de EU de autoriteiten van Oezbekistan met klem om informatie te geven over de verblijfplaats en de huidige situatie van mensenrechtenverdediger Saidzhakhon Zainabitdinov, die in januari is gearresteerd, en zijn zoon Ilhom Zainabitdinov, die op 22 mei van dit jaar is aangehouden.

De EU roept Oezbekistan op om zich te houden aan alle internationale mensenrechtennormen en verdragsverplichtingen en alle OVSE-toezeggingen wat betreft het recht op een eerlijk proces, vrijheid van meningsuiting en de bescherming van mensenrechtenverdedigers.

De toetredende landen Bulgarije en Roemenië, de kandidaat-lidstaten Turkije, Kroatië* en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië*, de landen van het stabilisatie- en associatieproces en mogelijke kandidaat-lidstaten Albanië, Bosnië en Herzegovina, Servië en de EVA-landen IJsland, Liechtenstein en Noorwegen, die lid zijn van de Europese Economische Ruimte, alsmede Oekraïne en de Republiek Moldavië, sluiten zich bij deze verklaring aan.


* Kroatië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië blijven aan het stabilisatie- en associatieproces deelnemen.