Gemeente Utrecht
2006 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
50 Vragen van de heer T.W. Schipper
(vragen binnengekomen op 29 mei 2006
en antwoorden van het college verzonden op 20 juni 2006)
De panden aan de Kanaalweg 79 en 80 - eigendom van Mitros - staan op de monumentenlijst. De panden 79 en 80 worden op verzoek van Mitros - als plankwoning - bewoond door de heer Goes. Zijn schrijven gedateerd 27 april 2006, dat u als bijlage aantreft, geeft aanleiding tot de onderstaande vragen. Het gaat hierbij om drie zaken:
. De wijze van bepaling en de hoogte van de WOZ-waarde.
. De houding en handelwijze van de gemeente
. De rol van Mitros
De wijze van bepaling en de hoogte van de WOZ-waarde
De panden Kanaalweg 79 tot en met 82 zijn identiek. Voor elk van de panden is echter een verschillende WOZ-waarde vastgesteld. Na een bezwaar van de heer Goes is de WOZ-waarde van nummer 79 herzien tot een bedrag van EUR 117.982,00. Bij diverse gelegenheden van bepaling van de waarde zijn door de gemeente verschillende referentiewoningen gebruikt, respectievelijk twee panden aan de Leidseweg en twee aan de Amsterdamsestraatweg.
In de Gemeenteraadsvergadering 9 februari werd de motie 'Gelijke monniken, gelijke kappen' verworpen, na de uitspraak van toenmalig wethouder Abrahamse dat het al staand beleid van de gemeente om ambtshalve de WOZ-waarde van woningen te corrigeren, als een bezwaar tegen de waarde van een gelijksoortige woning wordt gehonoreerd.
1. Wordt de WOZ-waarde van de vergelijkbare panden Kanaalweg 80, 81 en 82 ambtshalve - met terugwerkende kracht tot 2002 - gecorrigeerd tot de waarde van Kanaalweg 79, conform de toezegging van voormalig wethouder Abrahamse?
Naar aanleiding van de klacht van de heer Goes is er door het Hoofd van de afdeling Gemeentebelastingen (samen met twee taxateurs) op 7 juni een ter plaatse opname verricht en is er gesproken met de heer Goes. In een nader onderzoek is meegenomen de objectafbakening van de onroerende zaken Kanaalweg 79 en 80 en de waardevaststelling van de onroerende zaken Kanaalweg 81 en 82. Inmiddels is er volledige duidelijkheid over de objectafbakening: die is onjuist. En over dit aspect is de discussie tussen de heer Goes en de behandelend ambtenaar ook ontstaan. Gemeentebelastingen zal dit corrigeren en dit is inmiddels ook al aan de heer Goes medegedeeld. De waarde van de onroerende zaken Kanaalweg 81 en 82 blijkt, ondanks een eerdere hertaxatie naar aanleiding van ingediende bezwaarschriften, nu toch te hoog te zijn vastgesteld, mede gelet op de verhouding ten opzichte van Kanaalweg 79 en 80. Ook dit zal worden gecorrigeerd. De bewoners van de desbetreffende panden zullen hierover worden geïnformeerd door het hoofd van de afdeling Gemeentebelastingen.
2. Zo nee, waarom niet?
Zie de beantwoording van vraag 1.
Dit alles nog even los van de onredelijkheid van de waardestijging van de panden, waaraan door de eigenaar al jaren geen onderhoud meer is gepleegd (zie hieronder).
De houding en handelwijze van de gemeente
Gezien de gebrekkige voorzieningen in de panden, is in de jaren '90 door de gemeente aan de heer Goes toegezegd dat hij voor nummer 80 geen OZB hoeft te betalen. Enkele jaren later wordt hij echter - met terugwerkende kracht - alsnog voor OZB aangeslagen voor dit pand, na herbeoordeling door een andere ambtenaar. Antwoord op het bezwaar van de heer Goes laat 8 maanden op zich wachten. Inmiddels heeft hij al wel een dwangbevel mogen ontvangen op die aanslag. Al met al geen voorbeeld van een betrouwbare overheid.
3. Hoe denkt het college over deze gang van zaken?
Onder 1 is al een antwoord gegeven op deze vraag. Eerst naar de klacht van de heer Goes heeft deze kwestie inzake de waardevaststelling de aandacht gekregen die het verdiende. De objectafbakening binnen het pand Kanaalweg 79 - 80 is niet eenvoudig en is alleen door ter plaatse (inpandige opname) goed te bepalen. Overigens is het wel zo dat er formeel drie jaar de tijd is om een aanslag onroerende zaak belastingen op te leggen. De aanslagen OZB voor de heer Goes zijn dus wel tijdig opgelegd. Tijdens de opname ter plaatse is ook het punt van de "toezegging"aan de heer Goes dat er geen gebruikersaanslagen zouden worden opgelegd voor nummer 80 aan de orde geweest, doch er is niet meer te achterhalen of die toezegging daadwerkelijk gedaan is omdat de heer Goes niet kon aangeven wie dan wel deze toezegging gedaan zal hebben.
4. Als het college van mening zou zijn dat de heer Goes terecht wordt aangeslagen voor OZB voor het pand nummer 80, bent u dan bereid het inmiddels opgelegde dwangbevel in te trekken en de heer Goes een betalingregeling aan te bieden?
Dit is in de ontstane situatie niet meer nodig. Op basis van de foutieve objectafbakening dienen de waardebeschikkingen en aanslagen onroerende zaakbelastingen vernietigd te worden en dienen er nieuwe waardebeschikkingen en aanslagen verzonden te worden naar de juiste toestand. Na oplegging van de aanslagen heeft de heer Goes weer de normale betaaltermijnen die op de aanslagbiljetten zijn aangegeven. Het dwangbevel en de kosten komen naar correctie van de onjuiste aanslagen, automatische te vervallen.
De rol van Mitros
Twee monumentale panden worden door eigenaar Mitros al jaren niet meer onderhouden en zijn als plankwoning aan de elementen overgeleverd. Zelfs het wind- en waterdicht houden van de panden - enige verplichting in het geval van plankwoningen - is te veel gevraagd. Tegelijkertijd acht Mitros het blijkbaar niet nodig bezwaar aan te tekenen tegen de WOZ-waardestijgingen die worden vastgesteld. Dat werpt de vraag op of het hier gaat om desinteresse of dat er andere redenen zijn voor Mitros om de waarde van de panden zo hoog mogelijk te houden. De gemeente schrijft particuliere eigenaren van woningen aan als deze een gebrekkige staat van onderhoud hebben; de 'rotte kiezen'.
5. Is het college met de SP van mening dat het een kwalijke zaak is dat twee monumenten - als plankwoning - tot een steeds grotere staat van verval geraken?
Mitros is al geruime tijd bezig om plannen te maken voor renovatie en herontwikkeling van deze panden. Mitros heeft de panden daarom via een bruikleenovereenkomst in gebruik gegeven waarbij de ingebruiknemers "om niet en voor eigen risico" de panden kunnen bewonen en daaraan geen verdere rechten kunnen ontlenen. Nu de gemeenten de panden heeft aangewezen als monument heeft Mitros toegezegd een definitieve visie voor de panden op te stellen. Het college is van mening dat er geen achterstallig onderhoud aan deze panden mag zijn die in strijd zijn met wettelijke regels en dat er dus maatregelen genomen moeten worden om dit achterstallig onderhoud weg te werken.
6. Gaat het college Mitros aanschrijven om de panden in behoorlijke staat van onderhoud te brengen, op straffe van bestuurlijke dwang, net zoals dat bij particulieren gebeurt?
Zo ja, wanneer?
Zo nee, waarom niet?
Het college heeft hierover inmiddels met Mitros overleg gevoerd en Mitros heeft toegezegd het wettelijk minimale onderhoud te zullen uitvoeren.
---- --