Ingezonden persbericht


PERSBERICHT

Den Haag, 16 juni 2006

PROEFPROCES OM ID-PLICHT VOOR GERECHTSHOF Den Haag

Politie misbruikt regelmatig ID-plicht om aktievoerders de mond te snoeren

Dinsdag 20 juni a.s. moeten twee vredesaktivisten in hoger beroep verschijnen voor het gerechtshof in Den Haag, omdat ze in januari 2005 hadden geweigerd hun identiteitsbewijs te tonen aan de politie na aanleiding van een eenvoudig spandoekprotest. In september 2005 zijn beide aktivisten voor de kantonrechter vrijgesproken, maar de Officier van Justitie was het daar niet mee eens en heeft hoger beroep in gesteld. De aktivisten zijn van mening dat politie en justitie de grenzen van de uitbreiding op identificatiewet zoveel mogelijk probeert op te rekken en veelvuldig de wet toepast waarvoor deze eigenlijk niet bedoeld is.

Op 1 januari 2005 is de uitbreiding op de wet identificatieplicht ingegaan. Deze uitbreiding is door de politiek gedrukt in de strijd tegen terrorisme en het creëren van meer veiligheid op straat. Inmiddels blijkt dat de wet vooral wordt toegepast om een extra boete te kunnen innen bij kleine verkeersovertredingen en dergelijke. Tijdens een massaproces in Utrecht in september 2005 bleek dat de politie met grote regelmaat ten onrechte iemand een boete had gegeven wegens het niet tonen van een ID bewijs. Onbekend is hoe vaak de politie ten onrechte burgers heeft gevraagd om hun ID bewijs te tonen, die dit wel hebben getoond en dus geen boete kregen. Tevens blijkt dat tijdens kleinere protesten de politie stelselmatig vraagt naar het ID bewijs van demonstranten. Terwijl minister Donner op kamervragen expliciet heeft gesteld dat de politie geen reden heeft de identiteit van demonstranten vast te stellen, zolang een protest ordelijk verloopt. Op 20 januari 2005, vlak na invoering van de wet, bleek al hoe slecht de politie de bedoeling van een wet kon interpreteren. Drie vredesaktivisten, die net bezig waren twee spandoeken uit te rollen voor de Amerikaanse ambassade in Den Haag in het kader van de herverkiezing van Bush, werden onmiddellijk gevraagd naar zowel een vergunning voor het protest (welke niet nodig is) als naar de ID bewijzen van betrokken aktivisten. Omdat de aktivisten van mening waren dat er geen reden was om naar ID te vragen hebben ze geweigerd deze te tonen. Hierop werden de drie aangehouden en de voortzetting van hun protest onmogelijk gemaakt. Bij vrijlating kregen ze een boete mee voor niet voldoen aan ID plicht die ze geweigerd hebben te betalen, waardoor er in september van dat jaar een proces volgde. Drie verschillende kantonrechters hebben geoordeeld dat de politie geen reden had om naar de identificatie van de aktievoerders te vragen en sprak hen vrij (een kreeg zelfs ontslag van rechtsvervolging). Ondanks dit vond de officier van justitie het nodig om in elk geval tegen twee aktivisten hoger beroep in te stellen. Het lijkt erop dat het Openbaar Ministerie een speciale status wil afdwingen rond de Amerikaanse ambassade in Den Haag en dit proces daarvoor wil misbruiken. De aktivisten blijven erbij dat de politie geen reden heeft gehad en zelfs misbruik heeft gemaakt van diens macht om een vreedzaam protest de mond te snoeren. De aktivisten vinden dit een zeer ernstige zaak en een behoorlijke aantasting van het demonstratierecht.

De rechtszaak dient dinsdag 20 juni om 14.00u voor het Gerechtshof in Den Haag, Prins Clauslaan 60.
Meer informatie over de huidige stand van zaken rond identificatieplicht en toepassing daarvan op http://www.id-nee.nl

Noot voor redactie (

Ingezonden persbericht