Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op kamervragen van Kant over hulp aan onverzekerde daklozen

Kamerstuk, 20-6-2006
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DBO-K-U-2689780

20 juni 2006

Vragen van het lid Kant (SP) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over hulp aan onverzekerde daklozen. (Ingezonden 31 mei 2006) 2050614380

Vraag 1
Klopt het dat u rond 16 januari jl. een brief heeft ontvangen van huisarts M. Slockers over het weigeren van zorg aan onverzekerde daklozen? Zo ja, wat is uw reactie daarop?

Vraag 2
Bent u ervan op de hoogte dat deze brief ook naar de Inspectie voor de Gezondheidszorg is gestuurd? 1)

Antwoord 1 en 2
Bij navraag bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) is gebleken dat daar rond 16 januari 2006 een brief is ontvangen van de heer Slockers. Deze brief was tot het moment van ontvangst van de vragen van het kamerlid Arib over hetzelfde onderwerp (30 mei 2006), niet bekend op het departement.

Vraag 3
Hoe rijmt u dit met uw uitspraak tijdens het vragenuur van 23 mei jl. dat u verbaasd was dat de huisartsen niet naar de Inspectie zijn gegaan?

Antwoord 3
Ten tijde van het vragenuurtje was mij niet bekend dat de IGZ deze brief heeft ontvangen. Vanzelfsprekend wordt de brief betrokken bij het onderzoek naar het mogelijk weigeren van zorg aan onverzekerden, waartoe ik opdracht heb gegeven.

1) Geachte kamerleden,
Dank voor uw vragen over onverzekerden problematiek. Ik heb aan ministerie en aan inspectie bijgesloten brief verzonden op 16 januari per fax maar geen antwoord gekregen. Op 23 januari is een en ander op voorpagina van dagblad de Metro aan de orde geweest.
Ook is deze brief aan inspectie verzonden. Ook daar hebben we aanvankelijk geen antwoord op gehad. Wel toen GGD bemiddelde en extra vragen stelde.
De minister doet onterecht alsof er niet geklaagd is door ons bij zijn ministerie en bij inspectie.
Wij worden nu door de minister aangesproken alsof wij geen actie hebben ondernomen, dat klopt niet.
Hoogachtend,
Marcel Slockers, huisarts