Antwoorden op kamervragen van Arib over het weigeren van onverzekerden door
ziekenhuizen
Kamerstuk, 20-6-2006
Antwoorden van minister Hoogervorst op vragen van het lid Arib (PvdA)
over het weigeren van onverzekerden door ziekenhuizen. (Ingezonden 30
mei 2006).
Vraag 1
Herinnert u zich de mondelinge vragen over het weigeren van
onverzekerden door ziekenhuizen naar aanleiding van het artikel in
Medisch Contact? 1)
Antwoord 1.
Ja.
Vraag 2
Herinnert u zich uw antwoord waarin u stelde dat tot nu toe u geen
signalen hebben bereikt over het weigeren van onverzekerden door
ziekenhuizen, en dat u naar aanleiding van het artikel in Medisch
Contact op maandag 22 mei jl., de opdracht hebt gegeven aan de
Inspectie voor de Gezondheidszorg een onderzoek hiernaar te doen?
Antwoord 2.
In de voortgangsrapportage (VGR) van 25 april jl. heb ik aangegeven
dat er door netwerken (zoals GGD-netwerken, de Stichting Koppeling en
Lampion) rond groepen onverzekerden wel problemen worden gesignaleerd,
maar dat deze problemen doorgaans kunnen worden opgelost door
informatieverschaffing aan de zorgverleners over de gangbare
procedures. Daarnaast waren er ten tijde van de VGR bij de IGZ geen
situaties bekend waarbij uiteindelijk geen zorgverlening heeft
plaatsgevonden indien dit noodzakelijk was.
Het artikel in Medisch Contact van 19 mei 2006 leek af te wijken van
de stelling zoals opgenomen in de VGR. Dit heeft ertoe geleid dat ik
aan de Inspectie voor de gezondheidszorg (IGZ) heb gevraagd om deze
individuele gevallen te onderzoeken. Daarnaast heb ik aan IGZ gevraagd
om in den brede onderzoek te doen naar het mogelijk weigeren van zorg
aan onverzekerden.
Vraag 3
Hoe verhoudt deze uitspraak zich tot de brief die u op 16 januari 2006
is gestuurd door de huisarts Slockers, mede namens F. Sikken, L.
Jacobs en G. Nieuwenhuis, waarin u uitgebreid bent geïnformeerd over
het weigeren van medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden en het
wegsturen van betrokkenen?
Vraag 4
Waarom hebt u in uw antwoorden op mondelinge vragen 1) gezegd dat u
voor het eerst van dit probleem hoort en dat de betrokken artsen dit
eerder hadden moeten melden?
Vraag 5
Waarom hebt u toen geen actie ondernomen, en de Inspectie voor de
Gezondheidszorg gevraagd dit probleem te onderzoeken?
Antwoord 3-5
Ten tijde van het vragenuurtje was mij niet bekend dat de IGZ deze
brief heeft ontvangen.
Bij navraag bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) is gebleken
dat daar rond
16 januari 2006 een brief is ontvangen van de heer Slockers. Deze
brief was tot het moment van ontvangst van onderhavige kamervragen
niet bekend op het departement. Vanzelfsprekend wordt de brief
betrokken bij het onderzoek naar het mogelijk weigeren van zorg aan
onverzekerden, waartoe ik opdracht heb gegeven.
1) Mondelinge vragen d.d. 23 mei jl.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport