Unicef



Sierra Leone: "War don-don. We love peace" 20 juni 2006, Makeni - Charles Taylor, de voormalige president van Liberia, is op weg naar Den Haag. Daar zal hij verantwoording moeten afleggen voor zijn rol in de burgeroorlog in Sierra Leone, een van de bloedigste die ooit op het Afrikaanse continent plaatsvond. Taylor wordt verdacht van oorlogsmisdaden, zoals uitroeing, verminking, het aanvallen van VN-vredestroepen en het inzetten van kindsoldaten.

Kinderen met gehoorproblemen in een klooster in Kono. Het klooster werd tijdens de oorlog door rebellen aangevallen. Foto: Unicef Sierra Leone/Crowe
Kinderen met gehoorproblemen in een klooster in Kono. Het klooster werd tijdens de oorlog door rebellen aangevallen. Foto: Unicef Sierra Leone/Crowe

Volgens Unicef zijn 10.000 kinderen in Sierra Leone door rebellen gerekruteerd. Ze werden soldaat, drager of - als het om meisjes ging - een 'bush wife', waarbij ze seksuele diensten aan soldaten moesten verlenen. Kinderen werden getransformeerd tot gedrogeerde moordmachines met meer macht dan goed voor hen was. "Ze kregen hoge posities en werden aangesproken als 'kolonel' en 'generaal'," zegt Michael Charley van Unicef.

Toen de oorlog na tien jaar in 2001 werd beëindigd, kreeg Sierra Leone een VN-tribunaal om degenen die oorlogsmisdaden hadden begaan ter verantwoording te roepen. Daarnaast kwam er een 'waarheids- en verzoeningscommissie' die alle oorlogsmisdaden moet documenteren. Misdaden die voornamelijk zijn begaan door de rebellenbeweging Revolutionary United Front, waar Taylor deel van uitmaakte.



Gedrogeerd

"De rebellen kwamen naar elk dorp, omdat ze hun troepen wilden uitbreiden. Ze ontvoerden kinderen, leidden hen op tot soldaat en gaven hen drugs," zegt Bishop Joseph Humer, hoofd van de 'waarheids- en verzoeningscommissie'. "Nu moeten deze kinderen in de maatschappij weer hun draai vinden. Ze zijn niet naar school geweest en ze hebben niet de kans gekregen om hun persoonlijkheid op een normale wijze te ontwikkelen."

In een klooster in Kono, waar kinderen met gehoorproblemen wonen, staat een 17-jarige jongen op om voor zijn klasgenoten een AK-47 op het bord te tekenen. Hij is doofstom, maar dat vormt voor hem geen belemmering om over zijn ervaringen te communiceren. Hij wijst naar zijn hoofd, om aan te geven dat hij werd gedrogeerd en maakt daarna schietende bewegingen. Alle kinderen in dit klooster hebben jaren vol gruwelen achter zich. Sommigen waren net als deze jongen moordenaars.

Adama Kamara werd tijdens de oorlog ontvoerd. Nu leert ze een vak in een door Unicef gesteund Caritas-centrum. Foto: Unicef Sierra Leone/Crowe
Adama Kamara werd tijdens de oorlog ontvoerd. Nu leert ze een vak in een door Unicef gesteund Caritas-centrum. Foto: Unicef Sierra Leone/Crowe

Films met verkrachtingsscènes

'War don-don. We love peace' staat er op een bord te lezen dat aan de loop van een oude tank hangt. In Sierra Leone is een tijdperk van vrede aangebroken. Maar het geweld ligt hier nog steeds op de loer. Openluchtbioscopen in de hoofdstad Freetown en andere steden laten films zien met extreem geweld en verkrachtingsscènes. Voor een paar centen heb je al een kaartje en daardoor bestaat het publiek voor een groot deel uit kleine kinderen.

Zo langzamerhand komt er hulp voor kinderen die het slachtoffer zijn van seksueel geweld. In ziekenhuizen zijn de eerste opvangcentra voor deze kinderen geopend. Maar ze kunnen nog niet rekenen op structurele financiële steun. Ook krijgen politie-agenten trainingen op dit gebied. Zij helpen - in burger - de slachtoffers die de moed kunnen opbrengen om hun verkrachting te melden. Nog maar weinig daders komen daadwerkelijk voor de rechter, maar het is een begin. Sierra Leone verandert, al is het heel langzaam.