Gemeente Moerdijk
PORT OF BRABANT KAN VOOR BELANGRIJK DEEL VOLDOEN AAN VRAAG
Aanvullende ruimte nodig in West Brabant voor extra vraag logistiek
Op het huidige bedrijventerrein Moerdijk is de komende 20 jaar ruimte
om te voorzien in een belangrijk deel van de behoefte in West Brabant.
Deze behoefte wordt geraamd op minimaal 240 en maximaal 360 hectare
netto. Vooral bedrijven in de chemie en proces-industrie en andere
kade- en havengebonden bedrijven kunnen de komende 20 jaar terecht op
het Haventerrein Moerdijk. Voor bedrijven in de "droge" logistiek is
er een tekort aan bedrijventerrein. Daarmee ligt de vraag op tafel hoe
met de ruimtevraag van logistieke bedrijven moet worden omgegaan.
Dit is de belangrijkste conclusie in het onderzoek naar de
ruimtebehoefte voor de verschillende typen bedrijvigheid in komende
twintig jaar in West Brabant en specifiek Moerdijk. Het onderzoek, dat
in gezamenlijke opdracht van de ministeries EZ, VROM, de provincie
Noord-Brabant en de gemeente Moerdijk is uitgevoerd, geldt als een
verdieping van de ramingen van het Centraal Planbureau ten aanzien van
bedrijventerreinen in Moerdijk. De opdrachtgevers hebben het rapport
voorlopig voor kennisgeving aangenomen.
Onderzoeksresultaten
Het bureau DHV heeft onderzocht hoeveel hectare bedrijventerrein in
West Brabant voor de komende 20 jaar nodig is en welk deel hiervan
mogelijk gevestigd kan worden op Port of Brabant, het door het college
van B&W van Moerdijk aangereikte alternatief voor Moerdijkse Hoek. Een
belangrijke basis hiervoor is de uitkomst van een ander onderzoek dat
in opdracht van de provincie en de gemeente Moerdijk door het
adviesbureau RBOI is verricht. RBOI heeft in beeld gebracht hoeveel
ruimte er daadwerkelijk door Port of Brabant op de markt kan worden
gebracht. RBOI komt tot de conclusie dat op het huidige terrein
minimaal 250 hectare netto beschikbaar is op of korte termijn kan
komen. Hierin zijn de reservegronden van Shell met een omvang van 140
hectare netto opgenomen. Met de aanvullende ontwikkeling van de
gebieden Roode Vaart en Lage Zwaluwe kan nog eens 70 tot 95 hectare
netto worden gerealiseerd. Op basis van deze uitkomsten komt DHV tot
de conclusie dat het aantal hectares dat beschikbaar is binnen Port of
Brabant in principe voldoende is om de toekomstige vraag te kunnen op
vangen. DHV evenals RBOI wijzen erop dat de totale vraag wel
opgevangen kan worden, maar dat dan geen recht wordt gedaan aan de
bijzondere kwaliteiten van het huidige terrein Moerdijk (ligging aan
diep vaarwater, beschikbaarheid van spoor en buisleidingen en
geschikte ruimte voor chemie en industrie). Wordt er voor gekozen om
delen van het terrein voor de toekomst te reserveren voor specifieke
doelgroepen, dan komen beide bureaus tot de conclusie dat voor met
name de logistieke sector naar aanvullende oplossingen moet worden
gezocht.
Verdere Procedure
Op korte termijn vindt er bestuurlijk overleg plaats tussen de
staatssecretaris van EZ, de minister van VROM, het College van GS van
de provincie Noord-Brabant en B&W van de gemeente Moerdijk. Inzet van
dit overleg is om gezamenlijk een standpunt in te nemen over hoe de
economische ruimtebehoefte in West Brabant het best kan worden
opgevangen.
Na dit overleg zal het college van B&W een voorlopig standpunt
innemen. Het College van B&W wil met een groot aantal betrokken
partijen van gedachten wisselen voordat een definitief standpunt wordt
ingenomen, besluitvorming door de Gemeenteraad en provinciale staten
zal plaatsvinden in september/oktober 2006.