Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland

CG-Raad blijft streven naar wijziging artikel 1 van de Grondwet
---

Moeten handicap en chronische ziekte opgenomen worden als discriminatiegrond in artikel 1 van de Nederlandse Grondwet? De CG-Raad en de Kamerleden Rouvoet (ChristenUnie) en Van der Staaij (SGP) beantwoorden deze vraag al sinds 2001 volmondig met ja.
De commissie rechtsgevolgen non-discriminatiegronden heeft over deze vraag in mei 2006 een advies uitgebracht aan de Tweede Kamer. De regering had om dit advies gevraagd. Het advies luidt dat expliciete opname van handicap en chronische ziekte als discriminatiegrond niet gewenst is. De CG-Raad heeft er bij de vaste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op aangedrongen goed na te denken over de gevolgen van het advies en dringt aan op heroverweging in positieve zin.

Het verbod op discriminatie is niet zomaar in artikel 1 van de Grondwet terecht gekomen, aldus de CG-Raad. Het gaat hierbij immers om discriminatie in de negatieve betekenis van het woord. De eerste zin van artikel 1 gaat in op het gelijkheidsbeginsel. Pas daarna gaat de Grondwet in op (negatieve) discriminatie, dus op discriminatie door het maken van onterecht onderscheid.

Gelijke behandeling van mensen met een handicap of chronische ziekte is bovendien ook niet waterdicht geregeld, zolang de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ) nog steeds een zeer beperkte reikwijdte heeft (beroepsonderwijs en arbeid). De commissie rechtsgevolgen non-discriminatiegronden geeft onder meer aan dat opname van handicap en chronische ziekte in artikel 1 de zaken bemoeilijkt, want de reeks aandoeningen is bijna oneindig en onoverzienbaar. Een scala aan mogelijk gerechtvaardige discriminatiegronden een slechtziende wordt terecht de toegang tot een opleiding tot straaljagerpiloot ontzegd - is hiermee al even onoverzichtelijk, zo luidt de redenering.

De CG-Raad onderschrijft dat er gevallen zijn waarin terecht onderscheid wordt gemaakt. Maar de CG-Raad houdt vast aan het principe van het benoemen van handicap en chronische ziekte als discriminatiegrond. Het gaat in het voorbeeld van de slechtziende die straaljagerpiloot wil worden immers om het maken van terecht onderscheid en niet om negatieve discriminatie. In het advies gebruikt de commissie zelfs de term minder vanzelfsprekende discriminatiegronden. Hieruit blijkt hoe groot de begripsverwarring is. Gronden voor negatieve discriminatie zijn immers nooit vanzelfsprekend, anders dan bij het soms maken van (terecht) onderscheid. Er is dus geen enkele reden om aan te nemen dat opname van handicap of chronische ziekte in artikel 1 afbreuk doet aan de waarde van vermelde discriminatiegronden.

De CG-Raad wil in samenspraak met Kamerleden alsnog komen tot een wijziging van artikel 1 van de Grondwet, waarin handicap en chronische ziekte als discriminatiegrond wordt benoemd.

(Geplaatst: 20 juni 2006)

---