Rechtbank Amsterdam
Gerechtshof Amsterdam beveelt onderzoek door Autoriteit Financiële
Markten naar aandelenbezit Dexia
Het gerechtshof te Amsterdam heeft vandaag, 20 juni 2006, een
beschikking gegeven waarin de Autoriteit Financiële Markten ("AFM")
is benoemd tot deskundige voor het verrichten van een onderzoek naar
de vraag of Dexia Bank Nederland N.V. ("Dexia") de aandelen die zij
zegt te hebben aangekocht in het kader van door haar in Nederland op
de markt gebrachte effectenleaseproducten, inderdaad heeft gekocht en,
voorzover voor de nakoming van haar verplichtingen nodig, heeft
behouden. De AFM heeft zich op voorhand bereid verklaard dit onderzoek
te verrichten.
Het onderzoek naar het aandelenbezit van Dexia zal plaatsvinden in het
kader van de behandeling door het gerechtshof te Amsterdam van het
verzoekschrift dat Dexia en een aantal belangenorganisaties (de
Stichting Leaseverlies, de Stichting Eegalease, de Consumentenbond en
de Vereniging van Effectenbezitters) hebben ingediend tot
verbindendverklaring van een door hen gesloten overeenkomst strekkend
tot uitvoering van de zgh. "Duisenberg-regeling". Deze regeling houdt
een minnelijke schikking in van geschillen en onzekerheden verband
houdend met effectenleaseproducten die door (rechtsvoorgangers van)
Dexia in Nederland op de markt zijn gebracht.
Door een aantal tegenstanders van de "Duisenberg-regeling" is, als
bezwaar tegen het verzoek tot verbindendverklaring, aangevoerd dat
Dexia de aandelen die zij aan beleggers heeft "geleasd", nooit
daadwerkelijk zelf heeft verworven. Dexia zou daarom op de aankoop van
die aandelen ook geen verlies hebben geleden, zodat er geen grond is
om verliezen als gevolg van koersdalingen gedeeltelijk voor rekening
te brengen van afnemers van leaseproducten. De "Duisenberg-regeling",
die onder andere voorziet in kwijtschelding van tweederde van de
restschulden van (bepaalde categorieën) leasebeleggers na verkoop van
door hen geleasde aandelen, zou dit â volgens de tegenstanders â wél
doen.
Het onderzoek door de AFM strekt ertoe duidelijkheid te verkrijgen
omtrent de â al of niet â gegrondheid van het hierboven genoemde
bezwaar. Deze duidelijkheid is van belang voor de beoordeling van de
redelijkheid van de overeenkomst tot uitvoering van de
"Duisenberg-regeling". Over die redelijkheid moet het gerechtshof in
het kader van het verzoek tot verbindendverklaring van die
overeenkomst, een oordeel geven.
Eerder, bij beschikking van 2 juni 2006, had het hof reeds bekend
gemaakt voornemens te zijn een onderzoek zoals hierboven omschreven te
bevelen en daartoe de AFM tot deskundige te benoemen. Bezwaren die
vervolgens door een aantal tegenstanders van de "Duisenberg-regeling"
zijn aangevoerd tegen een onderzoek door de AFM, heeft het hof vandaag
alle verworpen. Dexia zelf heeft tegen het onderzoek en de benoeming
van de AFM tot deskundige voor dat doel, geen bezwaar gemaakt.
De opdracht van het gerechtshof te Amsterdam aan de AFM tot het
hierboven beschreven onderzoek, is een unicum in de rechtspleging in
Nederland in civiele zaken. Zij valt buiten het kader van de
gebruikelijke taakuitoefening van de AFM als toezichthouder krachtens
de toepasselijke effectenregelgeving. Het staat de rechter echter vrij
om, in een procedure zoals thans aan de orde, een onderzoek door een
door hem uit te kiezen deskundige â in dit geval de AFM â te laten
verrichten. Van deze bevoegdheid maakt het hof thans gebruik.
LJ Nummer
AX8970
Bron: Gerechtshof Amsterdam
Datum actualiteit: 20 juni 2006 Naar boven