Ministerie van Buitenlandse Zaken

Kamerbrief inzake subsidiebeleidskader polititeke en interparlementaire samenwerking.

|Aan de Voorzitter van de        |          |Directie Mensenrechten en    |
|Tweede Kamer der Staten-Generaal|          |Vredesopbouw                 |
|                                |          |Bezuidenhoutseweg 67         |
|Binnenhof 4                     |          |Postbus 20061                |
|Den Haag                        |          |2500 EB Den Haag             |
|Datum |20 juni 2006                        |Behand|J. Hijkoop           |
|      |                                    |eld   |                     |
|Kenmer|DMV/VG-318/06                       |Telefo|+31(0)70 3486326     |
|k     |                                    |on    |                     |
|Blad  |1/4                                 |Fax   |+31(0)70 3484486     |
|Bijlag|                                    |jan.hijkoop@minbuza.nl       |
|e(n)  |                                    |                             |
|Betref|Uw verzoek inzake het               |                             |
|t     |subsidiebeleidskader voor politieke |                             |
|      |en interparlementaire samenwerking  |                             |
Graag bied ik u de hierbij de reactie aan op uw verzoek van 31 mei 2006 met kenmerk 06-BuZa-B-42 inzake commissievragen over het subsidiebeleidskader voor politieke en interparlementaire samenwerking.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven

Vraag 1
Mag een organisatie die subsidie aanvraagt haar activiteiten inclusief overhead volledig financieren uit dit subsidieartikel? Of dient deze organisatie ook andere financieringsbronnen te zoeken?

Antwoord
Het subsidiebeleidskader schrijft voor dat "de aangesloten politieke partijen en/of parlementariërs een in de begroting zichtbaar gemaakte bijdrage leveren, financieel of door het leveren van deskundigheid, aan de activiteiten van de organisatie". De toe te kennen subsidie kan uitsluitend een programmasubsidie zijn. In de strategische plannen zullen per regio/land en/of per thema de overhead, programmamiddelen en formatieplaatsen gekoppeld worden aan strategische resultaten. Met andere woorden, de te financieren overhead dient in verhouding te staan tot de resultaten van het voorgestelde te financieren programma. De organisatie kan naast Buitenlandse Zaken andere financiers zoeken, voor hetzelfde programma of voor andere op zich zelf staande programma's. In dit laatste geval zal de overhead evenredig aan de diverse programma's dienen te worden toegeschreven.

Vraag 2
Betekent de onder punt 2 geformuleerde doelstelling dat het politieke en interparlementaire samenwerkingsprogramma in de praktijk alleen open staat voor organisaties van politieke partijen?

Antwoord
Het politieke en interparlementaire samenwerkingsprogramma staat open voor organisaties die naar bestuurssamenstelling een breed samenwerkingsverband zijn van Nederlandse politieke partijen of van Nederlandse parlementariërs.

Vraag 4
In hoeverre zijn de aanwijzingen van de minister "wat betreft de keuze voor landen waar activiteiten worden ontplooid" verplichtend voor de organisaties?

Antwoord
De minister kan in de subsidiebeschikking het voorschrift opnemen dat de subsidieontvanger de aanwijzingen van de minister betreffende de landenkeuze in acht neemt. Dergelijke subsidievoorschiften hebben een verplichtend karakter.

Vraag 3
Is het reëel om als deadline voor het indienen van een subsidieaanvraag uiterlijk 1 juli 2006 aan te houden, gezien het feit dat indieners krap twee maanden hebben voor het verstrijken van de deadline?

Vraag 5
Betekenen de bepalingen: "De subsidieperiode loopt van 2007 tot 2010" en "Aanvragen dienen uiterlijk 1 juli 2006 te worden ingediend" dat in de praktijk alleen het IMD van het nieuwe subsidie artikel gebruik kan maken? Waarom zijn geen andere subsidieperiodes mogelijk? Wat gaat u doen om andere organisaties dit jaar, of volgende jaren, ook een kans te geven om subsidie aan te vragen?

Antwoord
De termijn voor het indienen van een subsidievoorstel zal twee maanden bedragen vanaf het moment van publicatie in de staatscourant. De datum van indiening wordt derhalve verschoven. Het subsidieartikel staat open voor alle organisaties die aan de drempel- en beoordelingscriteria voldoen. Teneinde zoveel mogelijk uniformiteit in de subsidieverlening van dit ministerie te bewerkstelligen hanteer ik dezelfde subsidieperiodes zoals die voor het Medefinancieringsstelsel zijn vastgesteld.

Vraag 6
Hoe wordt het leveren van deskundigheid door de aangesloten politieke partijen en/of parlementariërs gekwantificeerd?

Antwoord
Op dit moment zijn er nog geen subsidievoorstellen ingediend. Derhalve kan nog niet worden gemeld hoe de desbetreffende organisaties de (financiële en niet-financiële) inbreng van hun achterban inzichtelijk maken.

Vraag 7
Waarom is de subsidieaanvraag minimaal 100.000 euro? Acht u het reëel dat een nieuwe organisatie in staat is om direct een programma van deze omvang op te zetten?

Antwoord
De omvang van minimaal E 100.000 betreft een subsidieperiode van vier jaar (dus E 25.000 per jaar) en een programma dat activiteiten in meerdere landen dient te omvatten. Dit is een relatief bescheiden bedrag dat een professionele organisatie geacht mag worden effectief en transparant te kunnen besteden. Zoals ook verwoord in mijn antwoord op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Karimi d.d. 6 maart jl. (vergaderjaar 2005-2006, nr. 1004), zullen bij de beoordeling van aanvragen onder dit subsidieartikel dezelfde kwaliteitseisen gehanteerd worden als bij het MFS ten aanzien van de kwaliteit van de organisatie en het voorgestelde programma.


---- --