Nota Ruimte: Ruimtelijk beleid staat voor aanzienlijke opgave
20.06.2006
Met de Nota Ruimte stelt de rijksoverheid zichzelf voor een
aanzienlijke opgave. Om de doelstellingen van die nota te realiseren,
moeten de ontwikkelingen van de afgelopen jaren op tal van gebieden
worden bijgestuurd. Zo gaat de verstedelijking ten koste van de groene
ruimte, de kwetsbaarheid voor overstromingen en wateroverlast neemt
toe en de diversiteit van stedelijke centra neemt af. Dat blijkt uit
de studie 'Monitor Nota Ruimte. De opgave in beeld', die het
Ruimtelijk Planbureau en het Milieu- en Natuurplanbureau vandaag
uitbrengen.
Nederland kwetsbaarder voor overstromingen
Bij stedelijk groen, water, landschapskwaliteit en diversiteit, gaan
de doelstellingen van de Nota Ruimte tegen de stroom van de recente
ontwikkelingen in. Vanuit het oogpunt van veiligheid en overlast is de
wateropgave zelfs urgent te noemen. Nederland is de afgelopen jaren
aanmerkelijk kwetsbaarder geworden voor overstroming. Dit komt
enerzijds doordat steeds meer mensen wonen in gebieden die kunnen
overstromen. Anderzijds is, als gevolg van de gestegen huizenprijzen,
de economische waarde van het onroerend goed toegenomen, en daarmee de
mogelijke economische schade in het geval van overstroming. Daarbij
komt nog dat in nieuwbouwgebieden weinig ruimte wordt gereserveerd om
water te kunnen bergen. De uitdagingen voor het ruimtelijk waterbeleid
zijn hiermee aanzienlijk.
Balans groen en verstedelijking onder druk
Ook de balans tussen groen en verstedelijking staat onder druk. Delen
van de groene bufferzones rondom de stedelijke gebieden zijn bouwgrond
geworden en de hoeveelheid groen in en om de stad neemt af in relatie
tot de vraag. Verder worden de stedelijke centra in de periode tot
2004 weliswaar intensiever benut, maar dit gaat niet altijd gepaard
met een, in de Nota Ruimte beoogde, grotere diversiteit. Bovendien is
de stad in de afgelopen jaren niet aantrekkelijker geworden voor de
hogere- en middeninkomens: groepen die het rijk graag in de steden wil
vasthouden of terugkrijgen. Het openbaar vervoer tot slot legt het af
tegen de auto: woningen, bedrijfsvestigingen en banen zijn per auto
weliswaar iets beter ontsloten, maar met het openbaar vervoer juist
minder.
Natuur en milieu verbeteren, maar langzaam
In grote lijnen ontwikkelen de condities voor natuurwaarden in
Nederland zich in de door het beleid gewenste richting. In 2004 was de
milieubelasting in tweederde van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS)
hoog. De stedelijke ontwikkelingen in de periode voordat de Nota
Ruimte van kracht werd, staan op gespannen voet met het (tijdig)
behalen van de beleidsdoelen voor luchtkwaliteit (stikstofdioxide en
fijn stof) en geluidsbelasting in de steden.
Tij mee voor netwerken, stedelijke ontwikkeling, intensieve landbouw en EHS
De kwantitatieve doelen van de Nota Ruimte op het gebied van
verstedelijking beogen een continuering van recente stedelijke
ontwikkelingen. Zo kwam in de afgelopen jaren de meeste groei terecht
in de Randstad, de regio die in de nota is aangewezen als economisch,
politiek, bestuurlijk, sociaal en cultureel hart van ons land.
Verstedelijking vindt - ook voordat de Nota Ruimte van kracht werd -
al gebundeld plaats, stedelijke centra worden intensiever benut en
bebouwing buiten de stad vindt vaak plaats aan de stadsrand of in
gebundelde vormen verder weg. Ook de recente ruimtelijke ontwikkeling
op het platteland is in het algemeen in lijn met de globale doelen van
de nota. De ruimtelijke samenhang van de natuurgebieden in de
Ecologische Hoofdstructuur is duidelijk toegenomen doordat het rijk
deze gebieden heeft aangekocht en ingericht. Intensieve vormen van
landbouw zijn in de afgelopen jaren al in enige mate gebundeld.
De studie is verricht in opdracht van de minister van VROM. Om zicht
te kunnen houden op de doelbereiking van het beleid zoals geformuleerd
in de Nota Ruimte (2004), heeft Dekker de beide planbureaus gevraagd
de feitelijke ruimtelijke ontwikkelingen te monitoren. De monitor
bevat informatie op grond waarvan het beleid kan worden bijgesteld.
Het is daarmee nadrukkelijk geen beleidsevaluatie in de zin dat hij de
uitvoering, doorwerking en effectiviteit van het beleid van de Nota
Ruimte analyseert. In deze eerste rapportage - de nulmeting - worden
de relevante ruimtelijke ontwikkelingen beschreven voor de periode
voorafgaand aan de vaststelling van de nota, dat wil zeggen tot 2004.
Zo ontstaat een beeld van de opgave waar het ruimtelijk beleid voor
staat.
Monitor Nota Ruimte. De opgave in beeld. Daniëlle Snellen, Hans
Farjon, Rienk Kuiper, Nico Pieterse, Rotterdam/Den Haag: NAi
Uitgevers/RPB-MNP.
ISBN 90 5662 509 8 / 97890 5662 509 2
Prijs ⬠22,50
---
Het Ruimtelijk Planbureau (RPB) verkent systematisch ruimtelijke
ontwikkelingen in het heden en in de toekomst, agendeert en signaleert
nieuwe onderwerpen, schetst nieuwe beelden en ontwerpen. Het
planbureau werkt voor kabinet, parlement, voor lagere overheden en
verder voor iedereen die betrokken is bij de ruimtelijke ontwikkeling.
Het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) voorziet de Nederlandse regering
van onafhankelijke evaluaties en verkenningen over de kwaliteit van de
fysieke leefomgeving en de invloed daarvan op mens, plant en dier. Het
Milieu- en Natuurplanbureau vormt hiermee een brug tussen wetenschap,
beleid en politiek.
De publicatie is beschikbaar op www.ruimtelijkplanbureau.nl en
www.mnp.nl
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Paul Splinter,
persvoorlichter RPB 070 3288 746 of 06 5267 1626
Ruimtelijk Planbureau