Uitspraak op 20 juni in fraudezaken evenementenbeleid provincie
Gelderland
Achtergrond:
De Hoge Raad doet uitspraak in de samenhangende strafzaken tegen de
verdachte S. (destijds een gedeputeerde van de provincie Gelderland)
en de verdachte L. (destijds directeur van verschillende B.V.'s die
zaken deden met de provincie Gelderland).
De zaken hebben met name betrekking op de vraag of er sprake is
geweest van omkoping en/of fraude rondom een contract waarbij de
provincie Gelderland een alleenrecht voor het organiseren van
evenementen zou hebben verleend aan één van de B.V.'s waarvan L.
destijds directeur was.
De rechtbank Arhem heeft in de zaken van de beide verdachten op 12
december 2003 uitspraak gedaan. De verdachte S. is veroordeeld tot een
gevangenisstraf van drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van
twee jaren, alsmede tot een werkstraf van 240 uren, subsidiair 120
dagen hechtenis vanwege, kort gezegd, valsheid in geschrifte meermalen
gepleegd.
De verdachte L. is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf
van zes maanden met een proeftijd van twee jaren, alsmede tot een
werkstraf van 240 uren subsidiair 120 dagen hechtenis en een geldboete
van ⬠5000,- subsidiair honderd dagen hechtenis vanwege, kort gezegd,
valsheid in geschrifte en omkoping van een ambtenaar.
Op 25 maart 2005 heeft het hof Arnhem in hoger beroep de verdachte S.
veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf voorwaardelijk met een
proeftijd van twee jaren, alsmede tot een werkstraf van 120 uren,
subsidiair 60 dagen hechtenis, vanwege valsheid in geschrifte eenmaal
gepleegd. Het hof heeft aan de verdachte L. terzake van dezelfde
feiten als in eerste aanleg dezelfde straffen als in eerste aanleg
opgelegd.
Het cassatieberoep bij de Hoge Raad:
De verdachten hebben cassatieberoep ingesteld tegen de uitspraken van
het hof. De zaak wordt voor de verdachte S. behandeld door mr. W.J.E.
Hendriks, advocaat in Amsterdam. Voor de verdachte L. wordt de zaak
behandeld door mr. A.H.J.G. van Voorthuizen, advocaat in Ede.
In beide zaken wordt met name geklaagd over de bewijsvoering.
De advocaat-generaal mr. W. H. Vellinga heeft in zijn conclusies van
18 april 2006 de Hoge Raad geadviseerd de cassatieberoepen te
verwerpen.
Uitspraak van de Hoge Raad
De Hoge Raad doet in beide zaken op dinsdag 20 juni, 12.00 uur,
uitspraak.
Een samenvatting van de uitspraken zal rond 12.30 uur worden
gepubliceerd op de website hogeraad.nl/actualiteiten en de volledige
uitspraken (met rolnr. 01803/05 en 01804/05) worden zo snel mogelijk
daarna gepubliceerd op rechtspraak.nl.
Den Haag, 15 juni 2006
mw. mr. E. Hartogs, griffier
tel 070-3611236
Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 15 juni 2006 Naar boven