- Brief aan de Tweede Kamer over integriteittesten bij de Politie
Brief aan de Tweede Kamer over integriteittesten bij de Politie
19 juni 2006
---
In uw brief met kenmerk 06-BZK-B-037 verzoekt u mij mijn opvattingen
met u te delen over integriteittesten bij de politie. Hierbij stuur ik
u, mede namens de Minister van Justitie, mijn reactie.
Ik beschouw integriteit als één van de grondslagen van het
politiewerk. De politieambtenaar moet voor de volle 100% integer zijn.
De burger moet daarvan op aan kunnen. De integriteit van de
politieorganisatie en het handelen van vertegenwoordigers ervan staan
op een hoog peil, maar vraagt om voortdurende aandacht en zorg. De
sector heeft de afgelopen jaren diverse maatregelen genomen op zowel
het terrein van preventie als op het terrein van sanctionering. Zo
heeft ieder korps een Bureau Interne Onderzoeken dat (mogelijke)
schendingen van integriteit onderzoekt. Ook is er een Beroepscode
Politie Nederland en een Handleiding Sanctionering
Integriteitschendingen concernbreed vastgesteld.
Ik sta positief tegenover instrumenten die de integriteit en kwaliteit
van de Nederlandse politie kunnen bevorderen. De portefeuillehouder
Integriteit van de Raad van Hoofdcommissarissen onderzoekt momenteel
in samenwerking met de Advies Commissie Politie en Integriteit of het
gebruik van integriteittesten past binnen de Nederlandse
politie(cultuur). Samen bekijken zij tevens welke vorm van
integriteittesten het dan betreft, de toegevoegde waarde van het
instrument in het brede palet van integriteitinstrumenten en aan welke
randvoorwaarden voldaan moet zijn. Ik ben verheugd dat de sector, ook
als het gaat om de inzet en het gebruik van het instrument
integriteittesten, haar professionaliteit toont en
verantwoordelijkheid neemt. Ik vertrouw op een gedegen advies van de
sector, op grond waarvan ik tot een oordeel zal komen over de inzet
van dit middel. Ik zal u hierover te zijner tijd nader informeren.
Verder vind ik het belangrijk dat naast de te onderzoeken
randvoorwaarden een aantal zorgvuldigheidseisen en waarborgen in acht
wordt genomen om de inzet van integriteittesten te rechtvaardigen naar
een medewerker, een organisatie(onderdeel) en de maatschappij. Als
juridisch kader hierbij dienen bijvoorbeeld wettelijke bepalingen
omtrent uitlokking. Ik zal deze zorgvuldigheidseisen en (juridische)
waarborgen met de politie communiceren, opdat deze betrokken worden in
het onderzoek.
Tot slot wijs ik op het belang van een correct gebruik van de term
`integriteittesten'. In de huidige praktijk en literatuur wordt het
begrip integriteittesten gezien als een repressief opsporingsmiddel
tegen corruptie en andere integriteitschendingen. Tevens wordt het
testen van de klantgerichtheid van (balie)medewerkers of medewerkers
op straat in verband gebracht met integriteit en geschaard onder de
integriteittest. Integriteit en klantgerichtheid zijn beide
belangrijke grondslagen van het politiewerk, maar dienen mijns inziens
wel onderscheiden te worden.
De laatst genoemde testmethoden, waarbij bijvoorbeeld gebruik wordt
gemaakt van de inzet van mystery guests, zijn meer vergelijkbaar met
kwaliteitstesten en kwaliteitshandvesten, zoals gebruikt binnen het
programma Good Governance Openbare Sector. Dit programma richt zich op
verbetering van het functioneren van de publieke sector en de
kwaliteit van publieke dienstverlening. Het onderzoek binnen de
politie kan langs deze lijn meer verbonden worden met het programma
Good Governance Openbare Sector.
Ik vertrouw erop u middels deze brief voldoende te hebben genformeerd.
DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,
J.W. Remkes
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties