Spreekpunten van minister Dekker voor de persconferentie 'Visie op de
woningmarkt' op 16 juni 2006.
Dames en heren,
Niet zonder trots presenteer ik u mijn 'Visie op de woningmarkt'. Het
is voor het eerst in de geschiedenis van het volkshuisvestingsbeleid
dat we zo grondig hebben gekeken naar het wonen als markt. Een markt
van kopers en huurders.
Waarom nu deze visie op de woningmarkt? Het doel is het uitzetten van
vervolgstappen naar een ontspannen woningmarkt. We hebben de afgelopen
drie jaar al veel gedaan: hervorming ruimtelijk beleid,
woningbouwafspraken, versnelling stedelijke vernieuwing, nieuw
huurbeleid, beperking van de regelgeving.
Een goedwerkende, flexibele woningmarkt heeft eerst en vooral
voldoende aanbod nodig. U kent de maatregelen die ik heb ingezet om
het woningtekort terug te brengen tot 1,5% in 2010. En om het daarna
niet weer te laten stijgen moet ook tussen 2010 en 2020 nog fors
gebouwd worden.Daarom is en blijft het adagium: bouwen, bouwen,
bouwen.
Want we moeten door. Naar een markt waar ieder de woning vindt die hem
past. Dit stuk is een richtinggevend analyse voor de discussie
daarover met alle betrokken partijen inclusief bewoners. Ik zal de
komende maanden het land in gaan om met iedereen te spreken.
Deze visie op de woningmarkt is een stuk zonder taboes. Want we hebben
goed gekeken naar alle relevante thema's. Dus ook naar de
Hypotheekrente-aftrek en de Huurtoeslag. Mijn conclusie is: beiden
zijn onontbeerlijke instrumenten voor de vertrouwensmarkt van het
wonen.
Het zijn geen partijpolitieke iconen waar niemand aan mag komen, maar
wel pilaren onder de inkomens- en vermogenszekerheid van mensen.
Daaraan trekken zou grote gevolgen hebben. Ook voor de
nieuwbouwproductie, de doorstroming en de ontwikkelkracht van
corporaties in de aanpak van aandachtswijken. We moeten de kostbare
investeringen en resultaten van de afgelopen jaren veilig stellen.
Leeuwarden is trots op de vernieuwing van de voormalige
achterstandswijk Achter de Hoven/Vegelin. Dat succes gun ik ook de
bewoners van andere wijken.We mogen nieuwe investeringen niet
ontmoedigen met onzekerheid. De hypotheekrente-aftrek is niet de
oorzaak van de problemen op de woningmarkt, afschaffen is niet de
oplossing.
Maar er is ook beweging in de markt zelf nodig, doorstroming.
Verhuizen moet makkelijker worden, ook in relatie tot de arbeidsmarkt.
Daarom ga ik onderzoeken hoe we verhuisbelemmeringen kunnen wegnemen.
In de steden zijn in komende tijd grote investeringen noodzakelijk,
niet alleen fysiek maar ook sociaal. Denk aan scholen, voorzieningen
en werkgelegenheid, aan de toekomst van de jonge bewoners in de
wijken. U heeft daarover in de krant al cijfers kunnen lezen. Dat was
voorbarig, maar u mag er wel op rekenen dat het kabinet de urgentie
van de problemen in de wijken tot uitdrukking zal brengen.
Beleidsagenda
Deze visie is gestoeld op een gedegen analyse van de woningmarkt op
dit moment en mijn verwachtingen over de toekomstige ontwikkelingen.
Het draait altijd om: beschikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit.
Terug te brengen tot: bouwen, perspectief voor de wijken en het
dichten van de kloof tussen huren en kopen.
Bouwen: Dat is bouwen, bouwen, bouwen om de aanbodkant op orde te
krijgen. Maar ook tijdelijke gerichte steun aan de vraagkant voor
starters op de koopmarkt voor wie de stap net iets te groot is.
Daartoe werk ik momenteel een voorstel voor startersleningen uit. Ook
stimuleer ik de ombouw van kantoren in woningen. Ik bied gemeenten en
bouwers hierna nog een praktische handreiking aan voor het omzetten
van kantoren in woningen. Maar het gaat niet alleen over nieuwe
woningen. De bestaande woningvoorraad moet beter worden benut, daarom
zet ik in op meer doorstroming.
Perspectief voor de wijken: Dit gaat onder meer over de forse extra
impuls voor de stedelijke vernieuwing die nodig is om stadswijken te
behoeden voor verdere verloedering en om perspectief te bieden voor de
wijkbewoners. Ik kies voor een aanpak van wijken waarin we de
vernieuwing in steen koppelen aan veiligheid, zorg en onderwijs. Ook
gaat het om afstemming tussen wat mensen vragen van de woningmarkt en
het beschikbare aanbod. De drempels om te verhuizen moeten omlaag, de
markt moet transparant worden, ook in de huursector. Soms kan het
nodig zijn mensen concreet te helpen, bijvoorbeeld door het inzetten
van 'huurmakelaars'. Voor de woonruimtebemiddeling van bijzondere
aandachtsgroepen zijn er de 'wooncoaches'.
Dichten van de kloof tussen huren en kopen: Daar heb ik met het nieuwe
huurbeleid een eerste stap gezet. De werkelijke woningwaarde kan meer
tot uitdrukking komen in de huur en op termijn wordt een groter deel
van de huurmarkt geliberaliseerd. Zo worden particuliere verhuurders
geprikkeld om het aanbod in het hogere segment van de huurmarkt te
vergroten. Daarmee komt de top van de huurmarkt dichter bij de
koopmarkt. Een inflatievolgend huurbeleid zoals de PvdA voorstaat
vergroot alleen maar de kloof tussen huur en koop.
Maar ik wil meer doen om deze twee markten met elkaar te verbinden.
Mijn doel is meer keuzevrijheid tussen kopen, huren en iets er
tussenin. Met dit laatste is al veel geëxperimenteerd. Nu wordt het
tijd om het breed toe te passen. Ook zal ik de verkoop van sociale
huurwoningen blijven stimuleren.
Tot slot wil ik het passend wonen actief gaan bevorderen. Mensen met
een hoog inkomen in een betaalbare huurwoningen zullen meer gaan
betalen en worden verleid naar een andere woning om te zien.Uit
onderzoek blijkt ook dat heel veel mensen dit niet meer dan
rechtvaardig vinden. Dat kan niet voor zittende huurders, maar voor
nieuwe verhuringen zullen we daar met behulp van een inkomenstoets
werk van maken.
Slot: Met deze visie, voorstellen en maatregelen wil ik naar een
flexibeler woningmarkt. Naar een volwassen markt waar mensen de woning
vinden die hen past. Zowel qua woonwensen als budget. Een markt die -
zo flexibel als mogelijk - reageert op veranderingen in de vraag. Dat
is nodig, want de toekomst van de woningmarkt kan er wel eens heel
anders uitzien dan in de afgelopen vijftig jaar.
De bevolkingsprognoses wijzen erop dat het aantal inwoners de komende
twintig jaar nog toeneemt, maar dat deze groei niet overal in
Nederland plaatsvindt. Het Ruimtelijk Planbureau heeft daar gisteren
een rapport over uitgebracht. Zo zal de huidige krimp van de bevolking
in Limburg doorzetten, terwijl de bevolking in Flevoland fors zal
toenemen. De vergrijzing zal het meest sterk zijn in het Oosten en
Zuiden van Nederland.
Een toekomstvast woonbeleid moet niet alle veranderingen willen
voorzien, maar moet er wel voor zorgen dat de markt daarop zo flexibel
mogelijk reageert met haar aanbod. Voor iedereen die nu en straks op
zoek is naar passende woonruimte, voor de toekomst van onze steden,
voor het snel toenemend aantal ouderen.
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer