19-06-2006 16:37
WERKGROEP NATO RESPONS FORCE: PARLEMENTAIRE TOESTEMMING VOOR UITZENDING
Het parlement moet toestemming geven voor de deelname van Nederlandse
militairen aan een missie in het buitenland. Daarvoor moet artikel 100
van de grondwet worden aangepast. Dat is de conclusie van de
parlementaire Werkgroep NATO Respons Force (NRF), die hiernaar
onderzoek heeft gedaan. De werkgroep, onder leiding van VVD'er Hans
van Baalen, was vanmiddag unaniem in haar eindoordeel.
De Vaste Commissies voor Buitenlandse Zaken en Defensie besloten op 28
oktober 2004 dat onderzoek nodig was naar de parlementaire
betrokkenheid bij de uitzending van Nederlandse militairen in het
kader van de NRF en andere soortgelijke (toekomstige) multinationale
snelle interventiemachten zoals de EU Battle Groups. Op 23 juni 2005
stemde de Tweede Kamer in met het onderzoeksvoorstel.
Doel van het onderzoek was na te gaan of de huidige procedure van
parlementaire betrokkenheid bij besluiten tot uitzending van de
Nederlandse militairen adequaat is. Op grond van de motie Van
Aartsen-Bos is het onderzoek verbreed: de werkgroep heeft ook aandacht
gegeven aan de aard en de reikwijdte van artikel 100 Grondwet over de
betrokkenheid van het parlement bij het uitzenden van militairen.
Volgens Van Baalen vormen de aanbevelingen van zijn werkgroep geen
probleem voor de snelle inzetbaarheid van de NRF of een EU Battle
Group. "De regering kan altijd nog achteraf goedkeuring vragen. De
werkgroep vindt echter een goede regeling zo belangrijk dat de
voorkeur is gegeven aan aanpassing van de grondwet.
Het rapport van de werkgroep, naast Van Baalen bestaande uit de
Kamerleden Brinkel (CDA), Herben (LPF), Karimi (GroenLinks) en
Koenders (PvdA), is aangeboden aan Kamervoorzitter Weisglas en aan
de voorzitters van de Vaste Commissies. Eerst zullen de aanbevelingen
van de werkgroep door de Kamer zelf worden besproken en daarna volgt
een debat tussen Kamer en regering.
Ministerie van Defensie