De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33
www.szw.nl
2513AA22XA
Contactpersoon Uw brief 7 juni 2006, nr. 06-SZW-
Doorkiesnummer B-082
Ons kenmerk W&B/SFI/2006/49320
Onderwerp Reactie op Divosamonitor Datum 19 juni 2006
Hierbij zend ik u conform het verzoek van de vaste commissie voor Sociale Zaken en
Werkgelegenheid mijn reactie op de WWB-monitor 2006 van Divosa.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(H.A.L. van Hoof)
Ons kenmerk W&B/SFI/2006/49320
Reactie op WWB-monitor 2006 van Divosa
Op 1 juni jl. is aan mij de Divosamonitor aangeboden. Zoals ik bij die gelegenheid al stelde
ben ik blij te constateren dat de WWB in relatief korte tijd zo goed is ingevoerd en dat het
draagvlak voor de WWB groot is. De gemeenten blijken in belangrijke mate de cultuuromslag
gemaakt te hebben naar meer doelmatigheid. Men heeft met name maatregelen aan de
voorkant genomen zoals betere controle en Work first-projecten. Dat heeft al het nodige effect
gesorteerd zoals blijkt uit de sinds 2005 dalende volumecijfers.
Het ligt voor de hand dat gemeenten zich in eerste instantie concentreren op de gemakkelijk te
reïntegreren groepen. Maar het logisch vervolg hierop is dat er nu meer aandacht voor de
moeilijkere groepen zou moeten komen. Divosa geeft aan dat naar inschatting van de
managers van sociale diensten de helft van de bijstandpopulatie definitief niet meer naar werk
te geleiden is en doet suggesties tot een aparte regeling voor deze groep, binnen dan wel buiten
de WWB.
Ik ga hierin niet mee. Ik wil niemand definitief afschrijven. Er zit meer dynamiek in het
bijstandsvolume dan men aanneemt. Onze WWB-cijfers tonen ook een toename van de
uitstroom aan voor de groep met een lange duur in de bijstand. Het kan niet zo zijn dat
gemeenten op dit punt nu halt houden. Wel vergt deze groep naar verwachting een andere
aanpak. Vaak gaat het om mensen met een meervoudige problematiek, die intensieve en
langdurige begeleiding nodig hebben. Het draait hierbij om maatwerk. Gemeenten hebben
hiertoe alle mogelijkheden.
De aantrekkende conjunctuur en de krapper wordende arbeidsmarkt bieden ook kansen voor
deze groep. Ook mijn wetsvoorstel over de terugkeerbanen is bedoeld om deze groep
perspectief te bieden. Gemeenten hebben nog niet alle middelen voor reïntegratie benut.
Naarmate gemeenten meer zicht krijgen op hun klantenbestand kunnen ze steeds beter hun
geld inzetten.
In de monitor wordt geconstateerd dat er onvoldoende regie is vanuit het gemeentebestuur.
Dit is voor mij een punt van aandacht dat ik nader met de VNG wil bespreken.
Uit de monitor komt naar voren dat het regionaal en integraal arbeidsmarktbeleid nog niet
goed uit de verf komt. Ik zie hierin een grote uitdaging voor de gemeenten om (beter) samen te
werken met de onderwijsinstellingen, de uitvoeringsinstellingen, de reïntegratiebedrijven en
vooral ook met de werkgevers. Ik heb hierover een advies van de RWI gevraagd. Mijn reactie
hierop zal ik Uw Kamer in september aanbieden. Het regionaal en integraal
arbeidsmarktbeleid is overigens een onderwerp dat in het bestuurlijk overleg met de
ketenpartners regelmatig aandacht krijgt en wat praktisch wordt ingevuld door o.a. de
activiteiten van de Projectdirectie Leren en Werken.
---
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid