Vrije Universiteit Amsterdam

Beste behandeling depressieve patiënt in huisartsenpraktijk

Wanneer je de kosten en effecten van verschillende behandelingen voor depressieve patiënten met elkaar vergelijkt, blijkt op dit moment de gebruikelijke aanpak van de huisarts de voorkeur te hebben. Dit concludeert promovenda Judith Bosmans in haar onderzoek waarop ze deze week promoveerde aan VU medisch centrum Amsterdam.

Depressie heeft naast een verminderd functioneren en welzijn van de patiënt ook hoog ziekteverzuim en hoge gezondheidszorgkosten tot gevolg. Bosmans vergeleek de kosten en de effecten van vier behandelingen met de gebruikelijke huisartsenzorg in Nederland. Allereerst een interventie uitgevoerd door apothekers om de therapietrouw van depressieve patiënten te verhogen (zodat zij medicijnen consequent innemen). Daarnaast een zogeheten pakketinterventie: opsporing, diagnostiek en behandeling van ernstige depressie bij ouderen. Zij onderzocht tevens psychotherapie voor ouderen met een ernstige depressie en ten slotte gestructureerde huisartsenzorg met antidepressiva bij patiënten met een milde depressie.

De onderzoekster vond, gelet op zowel kosten als effecten, geen verschil tussen de groepen die de onderzochte behandelingen kregen en de groep die gebruikelijke huisartsenzorg ontving. Bosmans concludeert daarom dat op dit moment de gebruikelijke huisartsenzorg de voorkeursbehandeling is voor depressieve patiënten. Nieuw onderzoek is wel hard nodig en zou zich moeten richten op beter geselecteerde groepen van depressieve patiënten, bijvoorbeeld op basis van de ernst en de duur van depressie. Maar ook op multidisciplinaire interventies, waarbij in eerste instantie een afwachtend beleid gevoerd wordt en trapsgewijs steeds intensievere behandelingen worden gestart als de symptomen van depressie verergeren.