D/06/2
COMMISSION DES COMMUNAUTÉS EUROPÉENNES
SECRETARIAT GENERAL
TEXTE NL
CONSEIL EUROPEEN - BRUXELLES
15 & 16 Juin 2006
CONCLUSIONS DE LA PRÉSIDENCE
---
RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE
Brussel, 16 juni 2006
(OR. en)
10633/06
CONCL 2
BEGELEIDENDE NOTA
van:
het voorzitterschap
aan:
de delegaties
Betreft:
EUROPESE RAAD VAN BRUSSEL 15/16 JUNI 2006 CONCLUSIES VAN HET VOORZITTERSCHAP
Voor de delegaties gaan hierbij de conclusies van het voorzitterschap
van de Europese Raad van Brussel (15/16 juni 2006).
---
1. De bijeenkomst is voorafgegaan door een uiteenzetting van de
voorzitter van het Europees Parlement, Josep Borrell, gevolgd door
een gedachtewisseling.
I. EUROPA LUISTERT
1. In juni 2005 hebben de staatshoofden en regeringsleiders een
oproep gedaan om tijdens een periode van bezinning in alle
lidstaten een breed debat te voeren met de burgers, de civiele
samenleving, de sociale partners, de nationale parlementen en de
politieke partijen, waaraan de Europese instellingen zouden
bijdragen. De diverse initiatieven die als onderdeel van het
nationale debat in de lidstaten zijn genomen, evenals een reeks
door het Oostenrijkse voorzitterschap georganiseerde evenementen,
in het bijzonder de conferentie "The sound of Europe" op 27 en
28 januari 2006 in Salzburg, worden door de Europese Raad
toegejuicht. De Europese Raad dankt de Commissie voor hetgeen zij
in het kader van haar Plan D aan de bezinningsperiode heeft
bijgedragen, en ook het Europees Parlement, dat samen met het
Oostenrijkse parlement op 8 en 9 mei 2006 de gezamenlijke
parlementaire bijeenkomst over de "Toekomst van Europa" heeft
georganiseerd. De Europese Raad prijst het voornemen van de
instellingen en de lidstaten om er verder voor te ijveren dat de
burgers worden betrokken bij het debat over de vraag waar Europa
in de 21e eeuw voor moet staan. Hij verwelkomt tevens de bijdrage
van de Commissie "Een burgeragenda voor Europa".
1. De Europese Raad heeft de periode van bezinning aan een eerste
evaluatie onderworpen. Dit is gebeurd op basis van het
schriftelijk verslag dat het voorzitterschap en het secretariaat
van de Raad hebben opgesteld aan de hand van de informatie die de
lidstaten over hun nationale debat hebben verstrekt (doc.
9701/1/06 REV 1), het initiatief "Plan D" en het Witboek inzake
een Europees Communicatiebeleid. Hoewel er in de verschillende
openbare debatten bezorgdheid en bezwaren doorklonken, blijven de
burgers achter het Europese project staan. Een intensievere
dialoog met de burger vereist passende middelen en inzet. De
burgers verwachten dat de Unie haar meerwaarde bewijst door in te
gaan op de uitdagingen en mogelijkheden die zich aandienen: te
zorgen voor vrede, welvaart en solidariteit, de veiligheid te
verhogen, duurzame ontwikkeling aan te moedigen, en in een snel
globaliserende wereld de Europese waarden te stimuleren.
2. Het vaste voornemen van de Unie om democratischer, transparanter
en doeltreffender te worden reikt verder dan de bezinningsperiode.
De Europese Raad bevestigt andermaal dat hem een Unie voor ogen
staat die de door de burgers verwachte concrete resultaten afwerpt
en zodoende meer geloof en vertrouwen inboezemt, zoals uiteengezet
in deel II.
II. EUROPA AAN HET WERK
(a) Vrijheid, veiligheid en recht bevorderen
1. In december 2006 zal een evaluatie worden gemaakt van de
vorderingen in verband met de maatregelen die in het Haags
Programma zijn overeengekomen om, onder eerbiediging van de
fundamentele vrijheden en rechten, problemen zoals illegale
immigratie, mensenhandel, terrorisme en georganiseerde
criminaliteit aan te pakken.
1. Ondertussen zijn verdere inspanningen geboden, met name op de
volgende punten:
* na de vooruitgang met het Schengeninformatiesysteem (SIS II) en de
toepassing van het Schengenacquis in de nieuwe lidstaten, moeten
de wettelijke maatregelen inzake grenscontrole en politiële
samenwerking snel hun beslag krijgen en moet de technische
voorbereiding op EU-niveau en op het nationale niveau worden
afgerond, zodat het Schengeninformatiesysteem uiterlijk in april
2007 en het Visuminformatiesysteem in 2007 operationeel kunnen
worden en aldus de weg wordt geëffend voor een uitbreiding van de
Schengenruimte in 2007, mits aan alle voorwaarden voor de
toepassing van het Schengenacquis is voldaan, zulks overeenkomstig
het Haags Programma;
* er moet spoed worden gezet achter het Commissievoorstel over de
instelling van gemeenschappelijke aanvraagcentra en inzake het
verzamelen van biometrische gegevens voor visa en het opzetten van
een proefproject; ook moet werk worden gemaakt van een
communautaire visumcode;
* er moet verder worden gewerkt aan visumfaciliterings- en
overnameovereenkomsten, gebaseerd op de procedures en overwegingen
in de gemeenschappelijke aanpak inzake facilitering, te beginnen
bij de landen met een Europees perspectief, als bedoeld in de
conclusies van de Europese Raad van juni 2003 en juni 2005;
* de praktische samenwerking bij het ontwikkelen van een
gemeenschappelijk Europees asielstelsel moet verder worden
opgevoerd en snelle voortgang is geboden met betrekking tot
voorstellen, bijvoorbeeld inzake de aanpassing van het Europees
Vluchtelingenfonds, en met betrekking tot de regionale
beschermingsprogramma's (Oekraïne, Moldavië, Belarus, Tanzania);
* verdere vooruitgang is nodig ten aanzien van de versterking van de
justitiële samenwerking in zowel civiele zaken als strafzaken; met
name moeten de onderhandelingen over de procedurele rechten van
verdachten in strafprocedures en over de kaderbesluiten
betreffende het Europees bewijsverkrijgingsbevel, de toepassing
van het beginsel van wederzijdse erkenning op de uitvoering van
vrijheidsstraffen en de bescherming van persoonsgegevens worden
voltooid;
* de politiële samenwerking moet worden geïntensiveerd, met name
door Europol een belangrijker rol te laten spelen in
ondersteuningsoperaties;
* de bestrijding van mensenhandel moet worden voortgezet, op basis
van het EU-actieplan en met volledige gebruikmaking van Eurojust,
Europol en de Task Force van de hoofden van politie.
1. De Europese Raad is ingenomen met de "Verklaring van Wenen over
een partnerschap voor de veiligheid", die de lidstaten en de
buurlanden van de EU tijdens de ministeriële conferentie van 4 en
5 mei 2006 in Wenen hebben afgelegd en met het feit dat de
Russische Federatie en de Verenigde Staten aan de conferentie
hebben deelgenomen. Hij neemt nota van de eerste schreden die zijn
gezet in de richting van zulk een partnerschap, zoals de
verbetering van de samenwerking tussen de EU en de landen op de
Westelijke Balkan ter bestrijding van georganiseerde
criminaliteit, corruptie, illegale migratie en terrorisme. De
Europese Raad neemt nota van het "initiatief van Wenen" inzake een
mogelijke driepartijensamenwerking op het gebied van justitie en
binnenlandse zaken tussen de EU, de Russische Federatie en de
Verenigde Staten; hij verzoekt de komende voorzitterschappen na te
gaan hoe dit initiatief nader kan worden uitgewerkt. De Europese
Raad dringt erop aan om de Strategie voor de externe dimensie van
JBZ snel te blijven uitvoeren, teneinde de coördinatie en de
samenhang tussen het JBZ-beleid en het externe beleid te
verbeteren.
1. In het licht van de nauwere samenwerking en van de behoefte aan
verdere vooruitgang op het gebied van migratievraagstukken, met de
derde landen van oorsprong en doorreis, met name in de naburige
regio's van de Unie, namelijk de oostelijke, zuidoostelijke en
mediterrane regio's, wijst de Europese Raad nogmaals op het belang
van een evenwichtige en alomvattende aanpak. De ontwikkeling van
de in december 2005 overeengekomen algehele aanpak van migratie is
een fundamentele prioriteit voor de Unie. Recente gebeurtenissen
zetten deze stelling kracht bij. In dit verband ziet de Europese
Raad uit naar het komende verslag van de Commissie over de
follow-up van Hampton Court inzake migratie en veiligheid, dat in
december 2006 aan de Europese Raad zal worden voorgelegd. De
Europese Raad:
* verwelkomt ondertussen de concrete samenwerkingsmaatregelen die de
Commissie, Frontex en sommige lidstaten na de recente
gebeurtenissen op de Canarische eilanden en in het
Middellandse-Zeegebied hebben genomen; hij verlangt dat meer
moeite wordt gedaan voor maritieme operationele samenwerking, met
het oog op de opbouw van een adequate surveillancecapaciteit aan
de zeegrenzen, alsook voor de oprichting van snelle
grensinterventieteams;
* benadrukt dat bij voorrang de samenwerking met Afrikaanse landen
en buurlanden inzake migratie moet worden versterkt, en verlangt
dat met de Afrikaanse landen, de regionale organisaties en de
Afrikaanse Unie via een pan-Afrikaanse conferentie over migratie
en ontwikkeling een evenwichtige dialoog over migratie wordt
gevoerd;
* is ingenomen met de Europees-Afrikaanse ministerconferentie van
Rabat, alsook met de andere conferenties met een specifiek
regionale inslag, die hij beschouwt als stappen naar een
regelmatige en brede dialoog met de Afrikaanse landen, alsook met
de start van een dialoog over migratie tussen de EU en de
ACS-landen (Afrika, het Caribisch Gebied en de Stille Oceaan) op
basis van artikel 13 van de Overeenkomst van Cotonou;
* memoreert de in het Actieplan van Barcelona gedane toezegging om
een EUROMED-ministeriële bijeenkomst over migratiebeheer te houden
en om de nadruk te leggen op samenwerking inzake migratie als een
belangrijk onderdeel van ons nabuurschapsbeleid;
* ziet uit naar de presentatie van de mededeling van de Commissie
over de toekomstige prioriteiten op het gebied van illegale
immigratie en over vervolgacties;
* verlangt dat in het kader van AENEAS gefinancierde
migratieprojecten, waarbij financiële en technische bijstand wordt
verleend aan derde landen ter ondersteuning van hun inspanningen
voor een doeltreffender beheer van alle aspecten van de
migratiestromen, worden uitgevoerd;
* erkent dat de aanstaande VN-dialoog op hoog niveau over
internationale migratie en ontwikkeling een belangrijk feit is, en
dat de EU een gemeenschappelijk standpunt dienaangaande moet
innemen waarin de ontwikkelingsaspecten van migratie op een
samenhangende manier geïntegreerd zijn;
* wenst dat voortgang wordt gemaakt met de besprekingen over het
beleidsplan van de Commissie inzake legale migratie.
1. De Europese Raad dringt aan op de versnelde uitvoering van de
actieplannen die zijn overeengekomen in het kader van de
EU-terreurbestrijdingsstrategie, inclusief de strategie tegen
radicalisering en recrutering. Ook de werkzaamheden betreffende de
bescherming van kritieke infrastructuur moeten worden bespoedigd.
De Europese Raad ziet uit naar het eerste Commissieprogramma ter
zake, alsook naar concrete voorstellen over
opsporingstechnologieën. De Raad en de Commissie wordt ook
verzocht om, met inachtneming van de fundamentele rechten en
beginselen, maatregelen tegen het gebruik van internet voor
terreurdoeleinden uit te denken.
1. In verband met de toetsing van het Haags Programma verlangt de
Europese Raad dat het komende Finse voorzitterschap in nauwe
samenwerking met de Commissie beziet welke mogelijkheden er zijn
om de besluitvorming en het optreden op het gebied van vrijheid,
veiligheid en recht op basis van de bestaande verdragen te
verbeteren.
1. De Europese Raad neemt nota van de vooruitgang inzake de
oprichting van het Bureau voor de grondrechten van de Europese
Unie en dringt erop aan dat de noodzakelijke stappen zo spoedig
mogelijk worden genomen, zodat het bureau op 1 januari 2007 in vol
bedrijf is.
1. Het verbeteren van de alertheid van de Europese Unie op
noodsituaties, crises en rampen blijft een absolute politieke
noodzaak. Wanneer deze situaties zich voordoen, verwachten de
burgers terecht een snelle en doeltreffende reactie. De lidstaten
mogen dan verantwoordelijk zijn voor het beheersen van crises op
hun grondgebied of het helpen van hun burgers in het buitenland,
de Europese Unie kan, in een geest van actieve solidariteit, een
rol spelen door de politieke respons te coördineren en hulp te
bieden bij het organiseren en coördineren van de beschikbare
middelen, wanneer daarom wordt gevraagd.
2. De Europese Raad onderschrijft het verslag van het voorzitterschap
over de "versterking van het reactievermogen van de Europese Unie
in nood- en crisissituaties" (doc. 10551/06), waarin de vele
praktische stappen en besluiten staan beschreven waarmee de
coördinatie en de levering van de beschikbare middelen worden
verbeterd, de bijstand snel ter bestemming wordt gekregen, en een
doeltreffender consulaire bescherming aan EU-burgers in derde
landen wordt geboden. Voorts looft de Europese Raad het in
mei 2006 door Michel Barnier ingediende verslag als een
belangrijke bijdrage aan het debat.
1. Het verdient thans bijzondere aandacht om, voortbouwend op de
werkzaamheden onder het Oostenrijkse voorzitterschap:
* het snellereactievermogen van de Europese Unie verder te
ontwikkelen op basis van middelen, waaronder modules voor civiele
bescherming, die door de lidstaten ter beschikking worden gesteld
en die moeten worden geïnventariseerd en gecoördineerd, teneinde
te zorgen voor een doeltreffende reactie die de Europese burgers
een hoog niveau van bescherming kan waarborgen;
* de overeengekomen maatregelen en besluiten die zijn uiteengezet in
het verslag van het voorzitterschap snel uit te voeren. Hieronder
vallen de EU-regeling inzake coördinatie bij crisis- en
noodsituaties, in het kader waarvan een ad hoc-stuurgroep
crisisbeheersing in Brussel is ingesteld en die vanaf 1 juli 2006
operationeel moet zijn, alsmede de aanbevelingen van de
secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger betreffende de
identificatie en de coördinatie van militaire vervoermiddelen van
de lidstaten bij reacties op rampen;
* deze procedures en vermogens uit te testen en lessen te trekken
uit de tests en uit de feitelijke operationele ervaring, teneinde
de reacties op rampen te verbeteren;
* de werkzaamheden betreffende de voorstellen van de Commissie ter
versterking van de vermogens voor civiele bescherming van de
Gemeenschap zijn door het Oostenrijkse voorzitterschap op
ambitieuze wijze aangepakt. De Raad moet ernaar streven nog dit
jaar de nodige rechtsvoorschriften aan te nemen;
* te komen tot een hechtere consulaire samenwerking tussen de
lidstaten, waaronder begrepen de punten voor wederzijdse
consulaire hulp in vooraf bepaalde regio's. Daartoe wordt de
secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger en de Commissie
verzocht in de tweede helft van 2006 gezamenlijk een verslag voor
te leggen.
1. De Raad wordt verzocht voort te werken op basis van de voorstellen
in het verslag van het voorzitterschap, voortbouwend op de inbreng
van de Commissie en de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger.
In december 2006 zal het aantredende voorzitterschap aan de
Europese Raad een algemeen voortgangsverslag uitbrengen.
(b) Bevordering van de Europese manier van leven in een
geglobaliseerde wereld
1. De Europese Raad heeft de balans opgemaakt van de vooruitgang die
is geboekt op verscheidene gebieden die in Hampton Court en
tijdens de laatste voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad
onderwerp van bespreking zijn geweest, en waarbij het erom gaat in
het licht van globalisering en demografische trends, de Europese
manier van leven te bevorderen.
1. Duurzame ontwikkeling is de ontwikkeling die aansluit op de
behoeften van de huidige generatie zonder het vermogen van
toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in
gevaar te brengen. Dit is een fundamentele doelstelling van de
Europese Unie. Bij duurzame ontwikkeling gaat het erom de
draagkracht van de aarde voor het leven in al zijn diversiteit in
stand te houden. Zij is gebaseerd op democratie, gendergelijkheid,
solidariteit, rechtsstatelijkheid en eerbiediging van de
fundamentele rechten. Sedert de Europese Raad van Göteborg zijn er
veel positieve resultaten geboekt, maar er resten nog heel wat
problemen. De Europese Raad stelt daarom een ambitieuze en
algemene, vernieuwde EU-strategie voor duurzame ontwikkeling vast
(document 10117/06). Hij zal de uitvoering van deze strategie
nauwlettend en op regelmatige basis bewaken en volgen.
1. De Europese Raad neemt nota van het Groenboek van de Commissie
over het toekomstige maritiem beleid voor de Unie en verwelkomt de
start van een breed debat met het oog op de voorstellen die de
Commissie naar verwachting in het najaar van 2007 zal indienen.
1. Klimaatverandering is een mondiaal probleem dat om mondiale
oplossingen vraagt. De Europese Raad hoopt daarom op een
succesvolle voortzetting van de besprekingen in het kader van het
Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering
(UNFCCC) en het Protocol van Kyoto, zodat tijdig een regeling voor
na 2012 kan worden getroffen die strookt met de doelstelling van
de Raad, namelijk een maximale wereldwijde temperatuurstijging van
2 graden Celsius boven de pre-industriële niveaus. De Raad zal dan
ook in alle bevoegde multilaterale fora, en met alle partijen bij
het UNFCCC, ijveren voor een integrale en open dialoog over de
toekomstige maatregelen en over het afspreken van een
internationale doelstelling. Voorts verzoekt de Europese Raad dat
de Commissie onverwijld een verslag bij het Europees Parlement en
de Raad indient over de ervaringen met de uitvoering van de
richtlijn tot vaststelling van een regeling voor de handel in
broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap, daarbij rekening
houdend met de situatie van het MKB; dit verslag zal, zo nodig,
vergezeld gaan van voorstellen.
1. De strategie van Lissabon, die een nieuwe impuls heeft gekregen,
is nu gericht op de zaken die voor de burgers het belangrijkst
zijn, namelijk banen en groei, geheel in samenhang met de
strategie voor duurzame ontwikkeling. De nadruk is speciaal gelegd
op investeringen in kennis en vernieuwing, op het potentieel van
ondernemingen, in het bijzonder kleine en middelgrote
ondernemingen (MKB), en op werkgelegenheid voor prioritaire
categorieën. De Europese Raad is verheugd over het voornemen van
de Commissie en de lidstaten om de strategie van Lissabon energiek
voort te zetten en te zorgen voor de goede werking van de
Economische en Monetaire Unie. In het eerste kwartaal van 2006 is
het aantal personen in de EU met een baan met 1,8 miljoen
gestegen.
1. De Europese Raad:
* verwelkomt het akkoord dat in de Raad is bereikt over de
dienstenrichtlijn, en wenst dat het wetgevingsproces nu snel wordt
voltooid;
* memoreert dat het van belang is over een eenvoudige, transparante
en gemakkelijk toe te passen regelgeving te beschikken, en het
vertrouwen van consumenten en ondernemingen in de interne markt te
versterken;
* beklemtoont het belang van de interne markt en juicht dan ook het
voornemen van de Commissie toe om de interne markt aan een
algemene evaluatie te onderwerpen en vervolgens met concrete
voorstellen te komen om de interne markt te voltooien en de
doeltreffende werking ervan te waarborgen; een tussentijds verslag
zal vóór de Europese Raad van maart 2007 worden ingediend;
* benadrukt het belang van de sociale dimensie van het optreden van
de Unie, prijst het voornemen van de Europese Commissie om de
maatschappelijke realiteit in de EU in kaart te brengen en
verzoekt de Commissie om nog vóór de Europese Raad van maart 2007
een tussentijds verslag in te dienen; de Commissie, de Raad en het
Parlement moeten in het kader van de geïntegreerde
effectbeoordeling passende aandacht besteden aan het
maatschappelijk effect van de Europese wetgeving, inclusief vanuit
een genderperspectief, zoals in het pact voor gendergelijkheid is
gesteld;
* dringt er bij de Commissie op aan de werkzaamheden met betrekking
tot de in haar mededeling inzake industriebeleid geschetste
initiatieven te versnellen zodat in de eerste helft van 2007 de
balans van de vorderingen kan worden opgemaakt;
* benadrukt de noodzaak van investeringen in kennis en innovatie,
verwelkomt het definitieve akkoord inzake het programma voor
concurrentievermogen en innovatie, en verzoekt om de spoedige
aanneming van het 7e kaderprogramma en van de
financieringsfaciliteit voor risicodeling van de EIB ter
ondersteuning van innovatie en O&O;
* verlangt van de Commissie een vervolg op haar mededeling over de
uitdagingen die de universiteiten te wachten staan; hij spoort de
lidstaten aan om topkwaliteit te stimuleren en modernisering,
herstructurering en vernieuwing in het hoger onderwijs te steunen,
teneinde het potentieel ervan te ontsluiten en Europa's streven
naar meer groei en banen te ondersteunen;
* herhaalt dat het Europees instituut voor technologie (EIT), dat
samenwerkt met bestaande nationale instellingen, een belangrijke
factor zal zijn bij het dichten van de kloof tussen hoger
onderwijs, onderzoek en innovatie, in combinatie met andere acties
ter versterking van het netwerken en van de synergie tussen
uitmuntende onderzoek- en innovatiegemeenschappen in Europa. Hij
ziet uit naar het formele voorstel van de Commissie voor de
oprichting van dat instituut, dat in het najaar van 2006 zal
worden ingediend na raadpleging van de Europese Onderzoeksraad, de
lidstaten en de belanghebbenden;
* beklemtoont hoe belangrijk het is dat de problemen die de burger
rechtstreeks aangaan, zoals voedselveiligheid en
consumentenbescherming worden aangepakt, en is in dat verband
voldaan over het gewijzigde voorstel van de Commissie voor een
besluit tot vaststelling van een communautair actieprogramma op
gebied van het consumentenbeleid (2007-2013);
* wijst nadrukkelijk op de meerwaarde van bundeling van de krachten
in de strijd tegen zeldzame ziekten zoals aangeboren dermatitis
bullosa en mucopolysaccharosidose, met bijzondere aandacht voor
kinderen. Hij verwelkomt de onderzoeksactiviteiten die in het raam
van het 7e kaderprogramma worden verricht met het oog op de
ontwikkeling van preventieve, diagnostische en therapeutische
maatregelen en verzoekt de Commissie de inspanningen van de
lidstaten in dit verband te ondersteunen door maximaal gebruik te
maken van de EU-instrumenten ter zake, met name op het gebied van
onderzoek en volksgezondheid.
1. In zijn conclusies van maart 2006 heeft de Europese Raad een
energiebeleid voor Europa bepleit en de Commissie en de Raad
verzocht een reeks maatregelen met een duidelijk tijdschema uit te
werken, zodat hij tijdens de voorjaarsbijeenkomst van 2007 een
actieplan met prioritaire maatregelen kan aannemen.
1. De externe aspecten van energiezekerheid zullen een belangrijk
onderdeel van zulk een algeheel beleid uitmaken en in het
actieplan moeten worden opgenomen. De Europese Raad is daarom
ingenomen met de gezamenlijke nota van de Commissie en de hoge
vertegenwoordiger, die een solide basis vormt voor een extern
beleid dat in een geest van solidariteit wordt uitgevoerd en moet
zorgen voor een betrouwbare, betaalbare en duurzame energiestroom
naar de Unie. Hij verzoekt de Commissie om bij de opstelling van
de strategische evaluatie hiermee terdege rekening te houden. Hij
beklemtoont hoezeer het van belang is dat alle beschikbare
beleidsonderdelen en -instrumenten worden ingezet ter
ondersteuning van het extern optreden op dat gebied.
1. Aangezien de EU voortdurend moet reageren op de wereldwijde
concurrentie voor toegang tot de steeds schaarser wordende
energiebronnen, verzoekt de Europese Raad het voorzitterschap, de
Commissie en de hoge vertegenwoordiger intussen op een coherente
en gecoördineerde manier door te gaan met de werkzaamheden voor de
ontwikkeling en uitvoering van een extern energiebeleid, gebruik
makend van alle beschikbare instrumenten, waaronder het GBVB en
het EVDB. Daarvoor moeten onder meer strategische partnerschappen
met de voornaamste landen van productie, doorvoer of verbruik
worden ontwikkeld en moet de aandacht in eerste instantie uitgaan
naar de volgende prioriteiten:
* de onderhandelingen over het Doorvoerprotocol bij het
Energiehandvestverdrag afronden en zorgen voor de bekrachtiging
van het Energiehandvestverdrag door alle ondertekenaars;
* de Commissie verzoeken elementen aan te reiken voor een
energie-overeenkomst met Rusland in het kader van de opvolger van
de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst;
* de interne energiemarkt van de EU uitbreiden tot de buurlanden
(inclusief de uitbreiding van het Verdrag tot oprichting van de
Energiegemeenschap);
* beter gebruik maken van het Europees Nabuurschapsbeleid (ENB) ter
bevordering van de beleidsdoelstellingen van de EU op
energiegebied; een versterkte dialoog met Algerije zal bijzonder
dienstig zijn;
* volledige steun verlenen voor infrastructuurprojecten die
verenigbaar zijn met milieu-overwegingen en gericht zijn op de
opening van nieuwe aanvoerroutes, zulks met het oog op de
diversificatie van de energie-invoer die aan alle lidstaten ten
goede zou komen;
* de energiedoelstellingen van de EU volledig integreren in het
handelsbeleid en deze doelstellingen waar opportuun nastreven in
het kader van de WTO;
* bijzondere aandacht schenken aan energie in het kader van de
betrekkingen die de Unie in het algemeen onderhoudt met derde
landen die belangrijke partners zijn.
1. De Europese Raad benadrukt de noodzaak om de bronnen van
energietoevoer verder te diversifiëren, de ontwikkeling van
hernieuwbare energie te bevorderen en efficiëntere wijze gebruik
te maken van energie. Hij herinnert er in dit verband aan dat elke
lidstaat zelf zijn energiemix moet kiezen.
1. De Europese Unie zal de dialoog tussen culturen en beschavingen
via alle bestaande mechanismen, waaronder het Proces van Barcelona
en de Anna Lindh-stichting en de Alliantie van Beschavingen,
actief blijven bevorderen. Bijzondere nadruk zal komen te liggen
op de rol die de vrije media en het maatschappelijk middenveld,
alsook de bevordering daarvan, in dit opzicht kunnen spelen.
1. De Europese Raad verwelkomt de bijeenkomst met prominente
vertegenwoordigers van kerken en religieuze gemeenschappen die op
30 mei 2006 door het voorzitterschap en de Europese Commissie te
Brussel is georganiseerd.
1. De Europese Raad verwelkomt de sluiting van het
interinstitutioneel akkoord over de financiële vooruitzichten
2007-2013, waardoor de Unie de middelen krijgt om haar beleid uit
te voeren, en benadrukt hoe belangrijk het is om spoedig de nodige
juridische instrumenten aan te nemen.
1. De Europese Raad feliciteert Slovenië met de sinds zijn toetreding
tot de EU verwezenlijkte convergentie, gebaseerd op een gezond
economisch en financieel beleid, en is verheugd dat Slovenië alle
in het Verdrag vastgelegde convergentiecriteria vervult. In dit
verband verwelkomt de Europese Raad het voorstel van de Commissie
dat Slovenië de euro op 1 januari 2007 zou invoeren. Deze eerste
uitbreiding van de eurozone met een van de nieuwe lidstaten is een
belangrijke en bijzonder positieve stap voorwaarts in de
economische en monetaire integratie van de Unie.
1. De Europese Raad prijst eveneens Litouwen voor de convergentie die
tot dusver verwezenlijkt is en spreekt zijn steun uit voor het op
stabiliteit gerichte beleid van de Litouwse autoriteiten.
(c) Verbetering van de efficiëntie, de samenhang en de zichtbaarheid
van het externe beleid van de Unie
1. De Europese Raad verheugt zich over de aanzienlijke vooruitgang
die is geboekt met betrekking tot de nieuwe instrumenten voor het
externe optreden en spoort de instellingen aan om snel tot
overeenstemming te komen over de nog niet opgeloste vraagstukken,
zodat vanaf 1 januari 2007 bijstand kan worden verleend.
1. De Europese Raad is ingenomen met de nota "Europa in de wereld",
die door de voorzitter van de Commissie is ingediend, alsook met
de interne maatregelen die door de Commissie worden uitgevoerd. De
Europese Raad verzoekt het voorzitterschap, de Raad, de
secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger en de Commissie om de
andere maatregelen te bespreken die in die nota staan evenals
verdere maatregelen, op basis van de bestaande verdragen, zulks
ter verbetering van onder meer de strategische planning, de
samenhang tussen de verschillende externe beleidsinstrumenten van
de Unie en de samenwerking tussen de instellingen van de EU
onderling en met de lidstaten. De Europese Raad dankt de
secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger voor zijn brief over
het vervolg op de mandaten die voortvloeien uit de informele
bijeenkomst van staatshoofden en regeringsleiders in Hampton
Court. De Europese Raad bevestigt in dit verband dat hij de taken
en de activiteiten van de secretaris-generaal/hoge
vertegenwoordiger ten volle steunt.
2. De Europese Raad verzoekt het voorzitterschap, de Raad, de
secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger en de Commissie om
verder te werken, en besluit dat aan het einde van het Finse
voorzitterschap een eerste balans van de uitvoering van deze
maatregelen zal worden opgemaakt.
(d) De werking van de Unie verbeteren
1. De Europese Raad heeft overeenstemming bereikt over een aantal
maatregelen die de werking van de Unie moeten verbeteren door de
mogelijkheden van de bestaande verdragen ten volle te benutten.
Dit houdt in dat het werk van de Raad toegankelijker wordt en dat
er meer duidelijkheid komt omtrent de taakverdeling tussen de
diverse actoren van de Unie.
1. Alleen door de burgers rechtstreeks te informeren over
EU-activiteiten kan hun geloof en vertrouwen in de Europese Unie
worden versterkt. Daarom besluit de Europese Raad de werkzaamheden
van de Raad nog meer in de openbaarheid te brengen en stelt hij
een algemeen transparantiebeleid vast (bijlage I). Met name zullen
voortaan alle beraadslagingen van de Raad in de
medebeslissingsprocedure openbaar zijn. De Europese Raad verzoekt
de Raad de maatregelen te treffen die voor de uitvoering van dit
nieuwe beleid vereist zijn en de uitvoering van die maatregelen
over zes maanden te evalueren, teneinde te bezien welk effect zij
hebben op de doeltreffendheid van de werkzaamheden van de Raad.
1. Gezien het belang van de beginselen van subsidiariteit en
evenredigheid, wordt het initiatief dat het Oostenrijkse
voorzitterschap heeft genomen om op 18 en 19 april 2006 in
Sankt Pölten een conferentie over subsidiariteit te beleggen, als
vervolg op de conferentie van vorig jaar in Den Haag, door de Raad
toegejuicht. De tijdens deze conferenties uitgewerkte ideeën
moeten nader worden bestudeerd; de toekomstige voorzitterschappen
worden aangemoedigd het werk voort te zetten.
1. De Europese Raad merkt op dat het Europese en het nationale
wetgevingsproces onderling afhankelijk zijn. Hij is dan ook
verheugd over de toezegging van de Commissie dat zij alle nieuwe
voorstellen en raadplegingsdocumenten rechtstreeks aan de
nationale parlementen beschikbaar zal stellen, met het verzoek om,
ter wille van een betere beleidsbepaling, zo spoedig mogelijk te
reageren. De Commissie wordt verzocht de opmerkingen van de
nationale parlementen zorgvuldig te overwegen, vooral in verband
met het subsidiariteits- en het evenredigheidsbeginsel. De
nationale parlementen worden aangespoord tot hechtere samenwerking
in het kader van de subsidiariteitbewaking in de Conferentie van
commissies voor Europese aangelegenheden (COSAC).
1. Voorts herhaalt de Europese Raad dat het vertrouwen van de burgers
in het Europese project kan worden gesterkt door de meerwaarde van
het optreden van de EU beter in de Europese wetgeving tot uiting
te laten komen. Derhalve verzoekt hij de Raad, het Europees
Parlement en de Europese Commissie om consequent toe te zien op de
correcte toepassing van de beginselen en de richtsnoeren in het
subsidiariteits- en evenredigheidsprotocol.
1. Voorts is de Europese Raad ingenomen met het positieve resultaat
van de gesprekken tussen het Europees Parlement, de Raad en de
Commissie met betrekking tot de comitologiehervorming, waardoor
een horizontale en bevredigende oplossing tot stand zal komen. De
onlangs overeengekomen voorschriften zullen leiden tot een
scherper toezicht door de wetgever inzake de
uitvoeringsbevoegdheden van de Commissie op gebieden waar de
medebeslissing geldt, waardoor de comitéprocedures worden
verbeterd.
1. Sedert de vorige bijeenkomst van de Europese Raad is over de hele
linie vooruitgang geboekt met betrekking tot "betere regelgeving";
alle instellingen en lidstaten wordt dringend verzocht hun
toezeggingen, vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord "Beter
wetgeven" van 2003, na te komen. De Europese Raad roept de
lidstaten op om op nationaal niveau, ook via de nationale
hervormingsprogramma's, initiatieven te nemen om de
administratieve lasten voor het bedrijfsleven te verminderen. De
Commissie wordt verzocht begin 2007 aan de Europese Raad verslag
uit te brengen over de vorderingen op nationaal en communautair
niveau. De voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad moet tot
conclusies komen over wat er verder op nationaal en communautair
niveau te doen staat. Bij voorrang moet de administratieve
rompslomp - een groot obstakel voor een innovatievere en
kennisintensievere economie en een grote schadepost voor het MKB -
worden weggewerkt. De Europese Raad neemt er nota van dat sommige
lidstaten reeds doelstellingen hebben vastgelegd met het oog op
een vermindering van de administratieve lasten met 25%, en is
ervan overtuigd dat het mogelijk moet zijn op EU-niveau
vergelijkbare doelstellingen te bepalen en verzoekt de Commissie
begin 2007, op tijd voor de voorjaarsbijeenkomst van de Europese
Raad, passende voorstellen in te dienen.
1. De Europese Raad verheugt zich erover dat
- integrale effectbeoordeling verder wordt ingebed in de
besluitvorming van de verschillende instellingen, als een cruciaal
onderdeel van de beleidsbepaling;
- het programma van de Commissie ter vereenvoudiging van de bestaande
wetgeving wordt uitgevoerd. Hij verwacht in de tweede helft van 2006
van de Commissie een verslag over de uitvoering van het programma te
ontvangen en verzoekt de bevoegde Raadsformaties voorrang te geven aan
specifieke vereenvoudigingsvoorstellen. De Europese Raad benadrukt
tevens dat het van belang is het vereenvoudigingsprogramma uit te
breiden tot alle takken van de Europese economie die daar belang bij
hebben en dat daarbij het communautaire acquis moet worden nageleefd;
- de doorlichting die de Commissie in 2005 heeft ondernomen met goed
gevolg is afgerond; hij verzoekt de Commissie door te gaan met het
doorlichten van voorstellen die in behandeling zijn.
III. BLIK OP DE TOEKOMST
(a) Voortzetting van de hervorming: het constitutionele Verdrag
1. Tijdens de bijeenkomst van de Europese Raad van 16-17 juni 2005
zijn de staatshoofden en regeringsleiders overeengekomen in de
eerste helft van 2006 terug te komen op de kwestie van de
ratificatie van het constitutionele Verdrag, teneinde een algehele
evaluatie te maken van de nationale debatten die geopend zijn in
het kader van de bezinningsperiode, en een besluit te nemen over
de voortzetting van het proces.
1. Sedert juni vorig jaar hebben nog eens vijf lidstaten het
constitutionele Verdrag bekrachtigd, waarmee het totale aantal
ratificaties op vijftien is gekomen. Twee lidstaten hebben het
verdrag niet kunnen ratificeren en in acht lidstaten moet het
ratificatieproces nog worden afgerond; in één van deze lidstaten
is de procedure daartoe onlangs gestart. Hopelijk wordt dit tot
een eind gebracht, overeenkomstig de conclusies van juni 2005.
1. De Europese Raad herinnert aan zijn conclusies van juni 2005 en is
ingenomen met de verschillende initiatieven die in het kader van
de nationale debatten zijn genomen, evenals met de bijdragen van
de Commissie en het Parlement aan de bezinningsperiode. Er moet
worden voortgegaan met de belangrijke inspanningen om de dialoog
met de Europese burgers te intensiveren en uit te breiden, met
inbegrip van het Commissie-initiatief voor het Plan D.
1. De bezinningsperiode is in het algemeen nuttig geweest en heeft de
Unie de gelegenheid geboden zich een oordeel te vormen over de
vragen en bezwaren die tijdens het ratificatieproces naar voren
zijn gebracht. De Europese Raad is van mening dat, parallel aan
het lopende ratificatieproces, verdere werkzaamheden, op basis van
hetgeen sedert vorig jaar juni is bereikt, nodig zijn vooraleer
besluiten kunnen worden genomen over de toekomst van het
constitutionele Verdrag.
1. Na de bezinningsperiode van het afgelopen jaar moeten de
werkzaamheden thans geconcentreerd worden op het bereiken van
concrete resultaten en op de uitvoering van projecten. De Europese
Raad heeft besloten tot een tweeledige aanpak. Enerzijds moet
optimaal gebruik worden gemaakt van de mogelijkheden die de
bestaande verdragen bieden om de concrete resultaten te realiseren
die de burgers verwachten.
2. Anderzijds zal het voorzitterschap in de eerste helft van 2007 aan
de Europese Raad een verslag voorleggen dat is gebaseerd op
uitvoerig overleg met de lidstaten. In dit verslag moet een
beoordeling van de stand van de besprekingen over het
constitutionele Verdrag worden gemaakt en moeten mogelijke verdere
ontwikkelingen worden verkend.
1. Het verslag zal vervolgens door de Europese Raad worden besproken.
Het resultaat van deze bespreking zal dienen als basis voor
verdere beslissingen over de wijze waarop het hervormingsproces
moet worden voortgezet, met dien verstande dat de daartoe
noodzakelijke stappen uiterlijk in de tweede helft van 2008
genomen zullen zijn. Sinds het begin van de bezinningsperiode
heeft elk voorzitterschap een bijzondere verantwoordelijkheid om
ervoor te zorgen dat dit proces verder gaat.
1. De Europese Raad verzoekt om de aanneming, op 25 maart 2007 te
Berlijn, van een politieke verklaring door de EU-leiders waarin
zij, ter herdenking van het 50-jarig bestaan van de Verdragen van
Rome, de waarden en ambities van Europa formuleren en zij
bevestigen zich er gezamenlijk toe te verbinden om deze concreet
gestalte te geven.
(b) Uitbreiding
1. De Europese Raad neemt nota van de inleidende besprekingen over de
uitbreiding die hebben plaatsgevonden tijdens de informele
bijeenkomst van de ministers van Buitenlandse Zaken op 11 maart in
Salzburg en op 27 en 28 mei 2006 in Klosterneuburg. Hij besluit
deze algemene bespreking in de tweede helft van 2006 voort te
zetten en uit te diepen.
1. De uitbreiding is een historische gelegenheid gebleken om in
geheel Europa vrede, veiligheid, stabiliteit, rechtsstatelijkheid
en groei en voorspoed te helpen bewerkstelligen. De uitbreiding
draagt er ook toe bij dat de EU een meer concurrerende en
dynamische economie wordt, die beter is toegerust voor de
uitdagingen van een geglobaliseerde en veranderende wereld. In dit
verband wordt het verslag van de Commissie over het economische
succes van de historische vijfde uitbreiding van de Unie, waarvan
de toetreding van Bulgarije en Roemenië integraal onderdeel
uitmaken, door de Europese Raad toegejuicht.
Bulgarije en Roemenië
1. De gehele Unie wenst Bulgarije en Roemenië in januari 2007, mits
zij daarvoor klaar zijn, als lid van de Unie te kunnen
verwelkomen. Dit standpunt wordt door de Europese Raad op basis
van het monitoringverslag van de Commissie van mei 2006 bevestigd.
Hij prijst de moeite die beide landen zich de laatste tijd hebben
getroost om hervormingen door te voeren, maar dringt erop aan dat
zij hun inspanningen om resoluut en onverwijld voor de resterende
knelpunten uit het Commissieverslag van mei 2006 tot een oplossing
te komen, krachtig opvoeren. De Europese Raad blijft ervan
overtuigd dat deze landen met de nodige politieke wil de deficits
die op de weg naar de geplande toetredingsdatum van 1 januari 2007
zijn geconstateerd, kunnen verhelpen. Hij is derhalve verheugd
over het voornemen van de Commissie haar volgende
monitoringverslagen uiterlijk begin oktober voor te leggen. De
lidstaten worden aangespoord de bekrachtiging van het
toetredingsverdrag tijdig te voltooien.
Algemene vraagstukken in verband met toekomstige uitbreidingen
1. De Europese Raad heeft nogmaals bevestigd dat hij bestaande
toezeggingen zal nakomen en heeft benadrukt dat alles in het werk
moet worden gesteld om de samenhang en de doeltreffendheid van de
Unie te beschermen. Van belang is te garanderen dat de Unie in de
toekomst in staat is politiek, financieel en institutioneel te
functioneren terwijl zij zich uitbreidt, en Europa's
gemeenschappelijke project verder te verdiepen. Daarom zal de
Europese Raad in december 2006 een debat houden over alle aspecten
van verdere uitbreidingen, waaronder de capaciteit van de Unie om
nieuwe leden op te nemen en nieuwe manieren om de kwaliteit van
het uitbreidingsproces te verbeteren op basis van de tot dusver
opgedane positieve ervaringen. Hij wijst er in dit verband op dat
bij het tempo van de uitbreiding rekening moet worden gehouden met
de opnamecapaciteit van de Unie. De Commissie wordt verzocht om,
tegelijk met haar jaarlijkse voortgangsverslagen over het
uitbreidings- en het pretoetredingsproces, een speciaal verslag
over alle relevante aspecten in verband met de opnamecapaciteit
voor te leggen. Dat verslag moet een specifieke analyse bevatten
van de vraag hoe de uitbreiding nu en in de toekomst door de
burgers wordt ervaren; ook zal daarin plaats moeten worden
ingeruimd voor het gegeven dat het uitbreidingsproces adequaat aan
de bevolking in de Unie dient te worden uitgelegd.
Turkije
1. De Europese Raad heeft de vorderingen met de doorlichting van het
acquis geëvalueerd en is verheugd dat de inhoudelijke
toetredingsonderhandelingen met Turkije van start zijn gegaan. Van
Turkije wordt verwacht dat het de in de Verdragen vastgelegde
waarden, doelstellingen en rechtsorde deelt. De Unie zal Turkije
steunen in zijn pogingen om aan de normen van de Unie en de
verplichtingen van het lidmaatschap, waaronder de criteria van
Kopenhagen, te voldoen. In de lijn van eerdere conclusies
herinnert de Europese Raad eraan dat bij de huidige
onderhandelingen wordt uitgegaan van de eigen merites van elk
land, en dat het onderhandelingstempo zal afhangen van de snelheid
waarmee de voorbereiding op de toetreding vordert ten opzichte van
de in het onderhandelingskader gestelde eisen. Dit houdt in dat
Turkije zijn verplichtingen nakomt op grond van de
associatieovereenkomst en het aanvullend protocol, waarvan de
toepassing in 2006 zal worden geëvalueerd zoals is overeengekomen
in de verklaring van de Europese Gemeenschap en haar lidstaten van
21 september 2005, en dat het herziene toetredingspartnerschap
wordt geïmplementeerd. De Europese Raad herhaalt dat de Raad in de
loop van 2006 een vervolg zal geven aan de vorderingen die zijn
gemaakt met betrekking tot de relevante punten in bovengenoemde
verklaring. De Europese Raad verzoekt Turkije de hervormingen te
intensiveren en deze volledig en effectief door te voeren, zodat
een onomkeerbaar en duurzaam proces wordt bewerkstelligd en
vooruitgang wordt geboekt bij het volledig voldoen aan de
politieke criteria van Kopenhagen, inclusief de inzet voor goede
nabuurschapsbetrekkingen. In dit verband moet iedere actie die de
vreedzame oplossing van geschillen negatief kan beïnvloeden,
worden vermeden.
Kroatië
1. De Europese Raad heeft de vorderingen met de doorlichting van het
acquis geëvalueerd en is verheugd dat de inhoudelijke
toetredingsonderhandelingen met Kroatië van start zijn gegaan. Van
Kroatië wordt verwacht dat het de in de Verdragen vastgelegde
waarden, doelstellingen en rechtsorde deelt. De Unie zal Kroatië
steunen in zijn pogingen om aan de normen van de Unie en de
verplichtingen van het lidmaatschap, waaronder de criteria van
Kopenhagen en betrekkingen van goed nabuurschap, te voldoen. In de
lijn van eerdere conclusies herinnert de Europese Raad eraan dat
bij de huidige onderhandelingen wordt uitgegaan van de eigen
merites van elk land, en dat het onderhandelingstempo zal afhangen
van de snelheid waarmee de voorbereiding op de toetreding vordert
ten opzichte van de in het onderhandelingskader gestelde eisen.
Dit houdt in dat de verplichtingen uit de stabilisatie- en
associatieovereenkomst worden nagekomen en dat het
toetredingspartnerschap wordt geïmplementeerd. De Europese Raad
spoort Kroatië aan met de hervormingen door te gaan en gestage
vooruitgang te bewerkstelligen, teneinde aan de normen van de EU
te kunnen voldoen.
(c) Westelijke Balkan
1. De Europese Raad heeft het Europese perspectief voor de Westelijke
Balkan, dat is vervat in het stabilisatie- en associatieproces, de
agenda van Thessaloniki en de verklaring van Salzburg van
maart 2006, opnieuw bevestigd. Te dien aanzien heeft de Europese
Raad nogmaals verklaard dat de toekomst van de Westelijke Balkan
in de Europese Unie ligt. Om te bepalen in hoeverre elk land zich
in de richting van de Europese Unie beweegt, zullen zijn
individuele prestaties verder worden afgemeten aan de voorwaarden
en de eisen uit de criteria van Kopenhagen en het stabilisatie- en
associatieproces, waaronder begrepen volle medewerking met het
ICTY en handhaving van goede nabuurschapsbetrekkingen. Alle landen
van de Westelijke Balkan hebben in het voorbije jaar belangrijke
stappen gezet in de richting van de EU, met als uiteindelijke doel
het lidmaatschap, in overeenstemming met de agenda van
Thessaloniki. De Raad is verheugd over de eerste vorderingen die
zijn gemaakt met de implementatie van de Commissiemededeling "De
westelijke Balkan op weg naar de EU: consolidatie van stabiliteit
en versterking van welvaart". De Europese Unie zal de landen van
de Westelijke Balkan blijven helpen met praktische maatregelen om
het Europese perspectief tastbaarder te maken, en rekent in de
nabije toekomst op concrete resultaten, met name op gebieden zoals
regionale vrijhandel en visumfacilitering, conform de
gemeenschappelijke aanpak. De Europese Raad is ingenomen met het
voornemen van de Commissie om haar samenwerking met de Europese
Investeringsbank en andere internationale financiële instellingen
in de Westelijke Balkan uit te breiden en te intensiveren,
teneinde passende maatregelen te nemen met het oog op een
financieringsfaciliteit voor de Westelijke Balkan.
°
° °
EXTERNE BETREKKINGEN
1. De Europese Raad herhaalt hoezeer hij belang hecht aan het
Europees Nabuurschapsbeleid als middel om de samenwerking met de
buurlanden te versterken en de welvaart, stabiliteit en veiligheid
tot over de grenzen van de Europese Unie uit te breiden. In het
kader van het Europees Nabuurschapsbeleid wordt getracht de
politieke en economische hervormingen van de buurlanden, op basis
van partnerschap en voortbouwend op gedeelde waarden, te steunen.
De Unie is vastbesloten haar Nabuurschapsbeleid te versterken en
verder te ontwikkelen en aldus een steeds hechtere relatie en
substantiële steun aan te bieden naarmate buurlanden hun
hervormingstoezeggingen nakomen.
1. De Europese Raad hecht groot belang aan een vruchtbare
samenwerking tussen de Europese Unie en de Raad van Europa, en
spoort hen aan om de resterende moeilijkheden bij de lopende
onderhandelingen inzake een memorandum van overeenstemming uit de
weg te ruimen. Hij spreekt zijn waardering uit voor
minister-president Jean-Claude Juncker, vanwege diens rapport over
de toekomstige relaties tussen de Raad van Europa en de Europese
Unie, dat nadere aandacht verdient.
1. De Europese Raad heeft verklaringen aangenomen betreffende de
Westelijke Balkan (Bijlage II), Iran (Bijlage III), Irak
(Bijlage IV), het Vredesproces in het Midden-Oosten (Bijlage V),
Afrika (Bijlage VI), Libanon (Bijlage VII) en Oost-Timor (Bijlage
VIII).
1. De Europese Raad hecht zijn goedkeuring aan het verslag van het
voorzitterschap over het EVDB (doc. 10418/06), dat het mandaat
voor het komende voorzitterschap bevat.
---
BIJLAGE I
EEN ALGEMEEN TRANSPARANTIEBELEID
Teneinde te komen tot nog meer openheid, transparantie en
verantwoordingsplicht, komt de Europese Raad de onderstaande
maatregelen overeen, die de burgers meer bij het werk van de Unie
moeten betrekken:
* Alle beraadslagingen van de Raad over wetgevingsbesluiten middels
medebeslissing, evenals de stemmingen en de stemverklaringen van
leden van de Raad, zijn openbaar. De Raad of het Coreper kan per
geval besluiten dat een beraadslaging niet openbaar is.
* De eerste beraadslagingen van de Raad over andere dan middels
medebeslissing aangenomen wetgevingsbesluiten, die door de
Commissie gezien hun belang mondeling tijdens een Raadszitting
worden gepresenteerd, zijn openbaar. Het voorzitterschap kan per
geval beslissen dat de verdere beraadslagingen van de Raad over
het besluit openbaar zijn, tenzij de Raad of het Coreper anders
beslist.
* De Raad houdt op gezette tijden openbare debatten over gewichtige
vraagstukken die de belangen van de Unie en haar burgers raken.
Deze debatten worden gehouden na een met gekwalificeerde
meerderheid genomen besluit van de Raad of het Coreper. Deze regel
geldt met ingang van het aantredende voorzitterschap, dat voor
dergelijke openbare debatten voorstellen zal indienen, rekening
houdend met het belang van het onderwerp en de betekenis ervan
voor de burgers.
* De beraadslagingen van de Raad Algemene Zaken en Externe
Betrekkingen over het 18-maandenprogramma zijn openbaar, evenals
de beraadslagingen van andere Raadsformaties over hun
prioriteiten. De presentatie door de Commissie van haar
vijfjarenprogramma, haar jaarlijkse werkprogramma en haar
jaarlijkse beleidsstrategie, evenals het debat daarover, zijn
openbaar.
* Alle openbare beraadslagingen worden via videostreaming in alle
talen uitgezonden en een opname ervan moet minstens een maand lang
op de site van de Raad beschikbaar zijn.
* Het aantredende voorzitterschap wordt verzocht, tezamen met het
secretariaat-generaal van de Raad nieuwe methoden uit te denken om
meer bekendheid te geven aan openbare beraadslagingen, in het
bijzonder via de website en de verzendlijsten van de Raad, een
goed toegankelijke en voortdurende bijgewerkte lijst van de
komende debatten, goede achtergrondinformatie, evenals
rechtstreekse berichten aan doelgroepen. Zij zullen nauw
samenwerken om de media en de burgers een open, snelle en
technisch geavanceerde communicatiedienst te bieden.
* Het secretariaat-generaal van de Raad brengt het publiek vooraf op
de hoogte van de data en - bij benadering - het uur waarop de
openbare debatten plaatsvinden en treft alle praktische
maatregelen om voor een behoorlijke toepassing van de
transparantievoorschriften te zorgen.
---
BIJLAGE II
VERKLARING OVER DE WESTELIJKE BALKAN
De Europese Raad sprak opnieuw zijn volledige steun uit voor de
tijdens de top van Thessaloniki in 2003 opgestelde agenda en voor het
stabilisatie- en associatieproces.
Een vreedzaam en welvarend Servië dat volledig in de familie van
Europese naties is geïntegreerd, is van groot belang voor de
stabiliteit in de regio. De Europese Raad memoreert derhalve dat de
Europese Unie bereid is de onderhandelingen met Servië over een
stabiliserings- en associatieovereenkomst te hervatten zodra Servië
volledig meewerkt met het ICTY.
De Unie handhaaft haar steun voor de lopende besprekingen over de
toekomstige status van Kosovo onder leiding van de VN-gezant
Martti Ahtisaari en benadrukt hoe belangrijk het is vorderingen te
maken ten aanzien van de implementatie van normen in Kosovo. In nauw
overleg met cruciale internationale actoren houdt de Unie zich gereed
om, nadat een status is bepaald, haar rol in Kosovo nader inhoud te
geven, met name op het gebied van politie, rechtsstaat en de economie.
De Europese Unie en haar lidstaten zijn reeds overeengekomen hun
betrekkingen met Montenegro als soevereine, onafhankelijke staat te
ontwikkelen. De Europese Raad roept zowel Servië als Montenegro op een
rechtstreekse en constructieve dialoog over hun toekomstige
betrekkingen te voeren.
De Europese Unie zal Bosnië en Herzegovina blijven bijstaan bij het
bewerkstelligen van stabiliteit en vorderingen bij essentiële
hervormingen. Zij dringt er bij de Bosnische autoriteiten op aan reële
en tastbare vooruitgang te boeken bij het uitvoeren van
politiehervormingen, teneinde het stabilisatie- en associatieproces op
gang te houden. De Europese Raad onderstreept het belang van
voortschrijdende constitutionele hervorming.
De Europese Raad roept alle partijen in de Voormalige Joegoslavische
Republiek Macedonië ertoe op ervoor te zorgen dat de
parlementsverkiezingen op 5 juli in overeenstemming met de
internationale normen worden georganiseerd.
De Europese Raad is verheugd over de ondertekening van de
stabilisatie- en associatieovereenkomst met Albanië en roept Albanië
op voort te gaan met de uitvoering van zijn hervormingsagenda.
De Europese Raad moedigt regionale samenwerking krachtig aan, onder
andere via het Zuidoost-Europees Samenwerkingsproces (SEECP). Hij is
verheugd over het in Boekarest op 6 april gelanceerde initiatief voor
een regionale vrijhandelsruimte alsmede over de ondertekening, op
9 juni, van de overeenkomst betreffende een Gemeenschappelijke
Europese Luchtvaartruimte met de landen van de regio, en over de
vooruitgang die is geboekt bij het ratificatieproces van het verdrag
tot oprichting van de energiegemeenschap voor Zuidoost-Europa.
De Europese Unie zal haar beleid voor de Westelijke Balkan met
evenredige financiële bijstand blijven ondersteunen, met name via het
volgend jaar in te voeren instrument voor pre-toetredingsbijstand.
De Europese Raad is zich ervan bewust dat het vraagstuk van
visumfacilitering van bijzonder belang is voor de bevolking van de
landen in de regio. De Europese Unie hoopt dan ook in de loop van dit
jaar onderhandelingsmandaten voor visumfacilitering en
overname-overeenkomsten aan te nemen, zulks in overeenstemming met de
in december 2005 overeengekomen gemeenschappelijke aanpak ten aanzien
van de ontwikkeling van het EU-beleid inzake visumfacilitering, zodat
de onderhandelingen zo spoedig mogelijk kunnen worden afgesloten, bij
voorkeur in 2007, of eerder waar dat mogelijk is.
---
BIJLAGE III
VERKLARING OVER IRAN
De Europese Raad verklaarde opnieuw dat hij streeft naar een
diplomatieke oplossing die de internationale bezorgdheid omtrent het
nucleaire programma van Iran wegneemt, terwijl wordt bevestigd dat
Iran recht heeft op het vreedzaam gebruik van kernenergie, in
overeenstemming met het NPV. De Europese Raad is in dit verband
verheugd over het belangrijke initiatief van de hoge vertegenwoordiger
van de EU en de ministers van Buitenlandse Zaken van Frankrijk,
Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, China, de Russische Federatie en
de Verenigde Staten, waarover op 1 juni 2006 in Wenen overeenstemming
is bereikt. De Europese Raad verleent alle steun aan de evenwichtige
aanpak die in de afspraken van Wenen besloten ligt, en moedigt Iran
aan om de aangeboden weg naar een positieve oplossing in te slaan.
De Europese Raad spreekt zijn tevredenheid uit over de ontmoetingen
tussen de hoge vertegenwoordiger van de EU, Javier Solana, vergezeld
van de vertegenwoordigers van Frankrijk, Duitsland, het Verenigd
Koninkrijk en de Russische Federatie, en de Iraanse autoriteiten op
6 juni in Teheran en over de constructieve sfeer waarin dit bezoek is
verlopen.
De Europese Raad dringt er bij Iran op aan om snel positief te
reageren op dit vérstrekkende initiatief en de voorwaarden te scheppen
waaronder de onderhandelingen kunnen worden hervat.
---
BIJLAGE IV
VERKLARING OVER IRAK
De vorming van de nieuwe Iraakse regering van nationale eenheid op
20 mei wordt door de Europese Raad toegejuicht. Met de benoeming van
ministers van Defensie, Binnenlandse Zaken en Nationale Veiligheid is
de regering nu compleet. Dit is een grote en belangrijke stap in de
verdere omvorming van Irak tot een democratisch land. De Europese Unie
herhaalt dat zij terreurdaden streng veroordeelt en betreurt het
voortdurende geweld tegen de Iraakse bevolking en haar grondwettelijk
verkozen regering. Zij roept alle Iraakse burgers op geen sektarische
conflicten te laten ontstaan en geen geweld te gebruiken waardoor het
leed van de Iraakse bevolking alleen maar voortduurt. De Europese Unie
is bereid de Iraakse regering en de Iraakse burgers verder te steunen
bij hun inspanningen voor vrede, stabiliteit en welvaart in een
onafhankelijk en soeverein Irak.
De Europese Raad verwelkomt het nieuwe regeringsprogramma, dat zich
ten doel stelt de rechtsstaat te verdedigen, de nationale eenheid en
de nationale verzoening te bevorderen, de Iraakse hulpbronnen te
beschermen en te ontwikkelen en deze zo te gebruiken dat zij aan alle
Irakezen ten goede komen.
De Europese Unie verwacht met de nieuwe regering spoedig een vlotte
politieke dialoog te kunnen aangaan.
De Europese Raad verwelkomt de mededeling van de Commissie en de
gezamenlijke brief van SG/HV Solana en Commissaris Ferrero-Waldner. De
Europese Raad rekent op een verdere verbetering van de betrekkingen
met de nieuwe regering, op alle belangrijke niveaus. Zo is de EU
voornemens Irak als volgt te helpen:
- Steun te verlenen aan een democratische bestuursvorm die de
tegenstellingen overbrugt, bv. steun voor nationale verzoening en voor
de herziening van de grondwet, in nauwe samenwerking met de VN. In dit
verband wordt de meerpartijendialoog van de Verenigde Naties over het
Iraakse handvest van rechten, die van 6 tot en met 8 juni in Wenen
plaatsvond, door de Europese Raad toegejuicht,
- Bij te dragen tot de rechtsstatelijkheid en tot een cultuur van
eerbiediging van de mensenrechten, bv. via communautaire bijstand. In
dit verband neemt de Europese Raad er nota van dat men het erover eens
is EUJUST LEX, de geïntegreerde rechtsstaatmissie voor Irak, na afloop
van het huidige mandaat met 18 maanden te verlengen, om tegemoet te
komen aan de Iraakse behoeften en verzoeken,
- Nationale en regionale autoriteiten te ondersteunen bij de
verbetering van de basisdienstverlening en het scheppen van banen,
- Het economische herstel en de welvaart in Irak te ondersteunen, bv.
door onderhandelingen te starten over een handels- en
samenwerkingsovereenkomst en door een technische dialoog over energie
te openen,
- De ontwikkeling van een effectief en transparant bestuurskader te
bevorderen,
- Haar aanwezigheid in Irak op te voeren via de op handen zijnde
benoeming van het hoofd van de delegatie van de Europese Commissie in
Irak.
De Europese Raad moedigt een sterkere internationale betrokkenheid aan
en onderstreept de bereidheid van de EU om de rol van de VN in Irak te
blijven ondersteunen.
---
BIJLAGE V
VERKLARING OVER HET VREDESPROCES IN HET MIDDEN-OOSTEN
De Europese Unie blijft zich verbinden aan de werkzaamheden binnen het
Kwartet om te komen tot een rechtvaardige, levensvatbare en duurzame
oplossing die gebaseerd is op de bestaande overeenkomsten, de
relevante resoluties van de VN-Veiligheidsraad en de in de Routekaart
neergelegde beginselen.
In de wetenschap dat dringend het proces moet worden hervat om tot een
door onderhandelingen verkregen tweestatenoplossing te komen die vrede
brengt aan zowel de Israëli's als de Palestijnen, roept de Europese
Raad op tot een spoedige overeenkomst tussen de Israëlische premier en
de president van de Palestijnse Autoriteit, die op basis van een
vredesplatform is verkozen. Hij verklaart opnieuw van beide partijen
te verwachten dat zij de bestaande overeenkomsten en verplichtingen,
met inbegrip van de Routekaart, naleven.
Zoals door het Kwartet is uiteengezet, moet de door Hamas geleide
Palestijnse regering de drie beginselen van geweldloosheid, erkenning
van het bestaansrecht van Israël en aanvaarding van de bestaande
overeenkomsten en verplichtingen, honoreren en implementeren.
De Europese Raad blijft verontrust over de veiligheidssituatie in Gaza
en op de Westelijke Jordaanoever. Hij veroordeelt het geweld tegen
Palestijnse burgers, alsook het afvuren van Qassamraketten op
bevolkingscentra in Israël. Hij herinnert beide partijen aan hun
verantwoordelijkheid om burgerlevens te beschermen. Hij verzoekt de
Palestijnse Autoriteit maatregelen te nemen om de veiligheid te
verbeteren en terroristische aanslagen op Israël te voorkomen. Hij
herhaalt zijn veroordeling van buitengerechtelijke executies. Hij
roept alle partijen op zich van geweld te onthouden en zich
terughoudend op te stellen.
De Europese Raad roept alle Palestijnse politieke krachten op een
nationale dialoog aan te gaan die in eerste instantie gericht is op
beëindiging van de inter-Palestijnse confrontatie en het herstel van
de openbare orde. Hij roept de Palestijnse regering op daartoe samen
te werken met de president van de Palestijnse Autoriteit, onder meer
door het ontwapenen van groepen die bij het geweld en de terreur
betrokken zijn.
De Europese Raad neemt nota van de aankondiging door president Abbas
dat er een referendum komt. Hij roept alle Palestijnse politieke
krachten op te werken aan een zo breed mogelijke consensus ter
ondersteuning van de doelstellingen van de Routekaart.
De Europese Raad roept Israël op af te zien van iedere actie die de
levensvatbaarheid van een overeengekomen tweestatenoplossing op de
helling zet en van alle handelingen die strijdig zijn met het
internationale recht. De nederzettingsactiviteiten, de bouw van de
muur op Palestijns grondgebied en de activiteiten in en rond
Oost-Jeruzalem en in de Jordaanvallei zijn bijzonder verontrustend. De
Europese Unie zal geen andere wijziging van de grenzen van vóór 1967
erkennen dan een die door beide partijen in onderling overleg is
vastgesteld.
De Europese Raad dringt bij Israël aan op hervatting van de overdracht
van ingehouden Palestijnse belasting- en douane-inkomsten, die van
essentieel belang zijn om een crisis in de Palestijnse gebieden te
voorkomen.
De Europese Raad benadrukt de noodzaak van een gecoördineerde
internationale respons op de verslechterende humanitaire, economische
en financiële situatie op de Westelijke Jordaanoever en in de
Gazastrook.
De Europese Raad onderschrijft het voorgestelde tijdelijk
internationaal mechanisme ten behoeve van rechtstreekse steunverlening
aan de Palestijnse bevolking, dat door de Commissie is opgesteld na
overleg met de EU en met de leden van het Kwartet, belangrijke
donoren, internationale financiële instellingen en partners in de
regio. De Europese Raad spreekt zijn waardering uit voor het werk dat
de Commissie tot dusver heeft verricht, en verzoekt haar vaart te
blijven zetten achter de instelling van het mechanisme, in
samenwerking met de leden van het Kwartet, andere belangrijke
internationale partners en het kabinet van de president van de
Palestijnse Autoriteit.
De Europese Raad is het erover eens dat, wil het mechanisme
onmiddellijk effect hebben, het gericht moet zijn op essentiële
leveringen en lopende kosten voor sociale diensten en gezondheidszorg,
levering van nutsvoorzieningen, met inbegrip van brandstof, en sociale
uitkeringen. Andere donoren, met inbegrip van Arabische staten, wordt
verzocht om financiële middelen te verstrekken en een snelle en
substantiële bijdrage in overweging te nemen. De Gemeenschap staat
klaar om een substantiële bijdrage aan het internationale mechanisme
te leveren.
De Europese Raad onderstreept voorts het belang van het vrije verkeer
en dringt er bij beide partijen op aan concrete stappen te ondernemen
om hun verplichtingen op grond van de overeenkomst inzake verkeer en
toegang na te leven, teneinde de verslechterende situatie op de
Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook te verzachten.
De Europese Raad wijst nogmaals op het belang van het behoud van de
democratische werking van de instellingen van de Palestijnse
Autoriteit, waarvan de continuïteit van cruciaal belang is voor een
toekomstige onafhankelijke, democratische, levensvatbare en op de
rechtsstaat gebaseerde Palestijnse staat.
---
BIJLAGE VI
VERKLARING OVER AFRIKA
De Europese Unie blijft vastbesloten een bijdrage te leveren aan de
Afrikaanse inspanningen om de millenniumdoelstellingen te
verwezenlijken teneinde het Afrikaanse continent stabiel en welvarend
te maken, en daarbij het accent te leggen op de beginselen van
partnerschap, verantwoordelijkheid en eigen inbreng, goed bestuur, de
rechtsstaat en eerbied voor de mensenrechten. In dit verband wijst zij
nogmaals op het belang van een versterkte politieke dialoog tussen de
EU en Afrika, met inbegrip van de organisatie - zo spoedig mogelijk -
van een tweede Top EU-Afrika in Lissabon. De EU is momenteel bezig met
de uitvoering van de in december 2005 aangenomen strategie voor
Afrika, die het alomvattende kader van haar activiteiten vormt en zal
zich blijven beijveren om de EU-strategie voor Afrika om te vormen tot
een gezamenlijke strategie. In deze strategie wordt bijzondere nadruk
gelegd op de inzet van de EU voor vrede en veiligheid in Afrika, als
een grondslag voor permanente ontwikkeling, alsmede op bijstand voor
regionale en economische integratie en ontwikkeling die aan de
Afrikaanse partnerlanden wordt verleend. In dit verband is de EU
verheugd over het door de EU en de ACS-partners in de gezamenlijke
Raad van ministers genomen besluit van 2 juni betreffende het
financiële protocol voor het tiende EOF (Europees Ontwikkelingsfonds,
periode 2008-2013) en heeft zij besloten de beschikbare middelen in
het kader van de Vredesfaciliteit voor Afrika op korte termijn aan te
vullen, en dit instrument te verlengen voor de periode 2008-2010. De
EU herhaalt voorts de economische Partnerschapsovereenkomsten te
steunen als ontwikkelingsinstrumenten die gericht zijn op een betere
regionale integratie en vermindering van de armoede in de ACS-landen.
Daarnaast beklemtoont de EU het belang van momenteel en in de toekomst
uitgevoerde initiatieven om een partnerschap EU-Afrika inzake migratie
en ontwikkeling in te stellen. De EU wijst er tevens op dat het van
belang is met haar mediterrane partners ambitieuze actieplannen in het
kader van het Europees nabuurschapsbeleid overeen te komen.
In Sudan zal de EU streven naar de volledige en snelle uitvoering van
het vredesakkoord voor Darfur (DPA) als een noodzakelijke voorwaarde
voor duurzame vrede en veiligheid en voor beëindiging van het lijden
van miljoenen mensen. De EU blijft zich ernstig zorgen maken over de
mensenrechtensituatie in Darfur en roept de regering in Khartoem ertoe
op een eind te maken aan de straffeloosheid door de daders te
berechten voor de in Darfur gepleegde misdaden en een halt toe te
roepen aan het geweld tegen intern ontheemde personen, en met name aan
het seksuele geweld tegen vrouwen en meisjes. Samen met andere
partners in de internationale gemeenschap zal de EU de missie van de
Afrikaanse Unie in Sudan (AMIS) blijven steunen, rekening houdend met
de nieuwe taken die uit het DPA voortvloeien, en met de noodzaak om
voor een vlotte overgang naar een door de VN geleide operatie in
Darfur te zorgen.
De EU roept alle politieke krachten in de Democratische Republiek
Congo (DRC) op om verder te gaan op het pad van de vreedzame en
democratische verandering in de aanloop naar de verkiezingen die
beginnen op 30 juli. Voortbouwend op het jarenlange engagement van de
EU in de DRC zal de EU de militaire operatie EUFOR RD Congo inzetten
in antwoord op een verzoek van de Verenigde Naties. Deze operatie
heeft ten doel de MONUC te ondersteunen in bepaalde situaties. Met
hetzelfde doel zal ook de politiemissie van de EU in Kinshasa (EUPOL
Kinshasa) versterkt worden. De EU zal de lopende hervorming van de
veiligheidssector blijven steunen via haar missie EUSEC RDC alsook
nieuwe initiatieven om goed bestuur, transparantie en een solide
post-overgangs- en wederopbouwstrategie te waarborgen. Het lopende
proces ter waarborging van de regionale stabiliteit door het
vroegtijdig beleggen van de tweede top van de conferentie over het
gebied van de Grote Meren geniet de onverkorte steun van de EU.
---
BIJLAGE VII
VERKLARING OVER LIBANON
De Europese Raad bevestigt andermaal dat hij hecht aan de
soevereiniteit, de territoriale integriteit, de eenheid en de
onafhankelijkheid van Libanon en herhaalt zijn verzoek om volledige
uitvoering van Resolutie 1559 van de Veiligheidsraad. Hij verheugt
zich over de aanneming van Resolutie 1680 en vraagt dat deze integraal
wordt uitgevoerd, met name wat betreft de afbakening van de
Libanees-Syrische grens. Hij roept Syrië in dit verband op de hand aan
te nemen die de Libanese regering naar aanleiding van de uit de
nationale dialoog in Libanon voortgekomen akkoorden heeft uitgestoken.
Hij is verheugd dat deze nationale dialoog er is gekomen en spoort de
partijen aan ermee door te gaan.
De Europese Raad spreekt nogmaals zijn volledige steun uit voor de
werkzaamheden van de onafhankelijke internationale onderzoekscommissie
naar de moord op Rafiq Hariri en zijn begeleiders, en voor het
optreden van Serge Brammertz, die aan het hoofd staat van deze
commissie. Hij begroet het vierde tussenrapport van de
onderzoekscommissie, neemt nota van de vorderingen die in het
onderzoek zijn gemaakt, hetgeen hoop geeft voor de Libanese bevolking.
Hij is ingenomen met de aanneming door de Veiligheidsraad van
Resolutie 1686, waarmee het mandaat van de onafhankelijke
onderzoekscommissie met één jaar wordt verlengd en steunt het
voornemen van de Commissie om lopende onderzoeken naar andere
politieke moorden die sedert oktober 2004 in Libanon zijn gepleegd,
verder te begeleiden. De Raad prijst de uitstekende samenwerking van
de Libanese autoriteiten met de onafhankelijke onderzoekscommissie en
roept alle partijen nogmaals op om volledig en onvoorwaardelijk met de
onderzoekscommissie samen te werken.
De Europese Raad begroet met instemming de aanneming van Resolutie
1664 van de VN-Veiligheidsraad en spreekt de hoop uit dat goede
vorderingen gemaakt worden met de onderhandelingen over de effectieve
oprichting van het internationale tribunaal waarin die resolutie
voorziet.
De Europese Raad veroordeelt krachtig de ernstige incidenten die rond
28 mei langs de Blauwe Lijn hebben plaatsgevonden, roept alle partijen
op zich te beheersen en herinnert eraan dat zij de Blauwe Lijn strikt
in acht moeten nemen, met inbegrip van elkaars luchtruim. De Europese
Raad wijst nogmaals op de noodzaak voor de Libanese staat om de
soevereiniteit over het gehele nationale grondgebied te herstellen en
het exclusieve recht op het gebruik van geweld op dat grondgebied uit
te oefenen.
De Europese Raad spreekt opnieuw zijn steun uit voor de Libanese
regering en maant haar aan de toegezegde economische en politieke
hervormingen door te voeren, opdat de internationale
bijstandsconferentie voor Libanon zo spoedig mogelijk kan
plaatsvinden. De tenuitvoerlegging van het actieplan dat in het kader
van het Europese nabuurschapsbeleid is vastgesteld, zal het
hervormingsproces in het land ondersteunen.
---
BIJLAGE VIII
VERKLARING OVER OOST-TIMOR
De Europese Raad spreekt zijn diepe bezorgdheid uit over de huidige
situatie in Oost-Timor. Hij dringt er bij alle partijen op aan zich
van elk verder geweld te onthouden en roept op tot het spoedige
herstel van de politieke dialoog, de veiligheid en de openbare orde,
die tot de terugkeer van een normale situatie in het land leiden.
De Europese Raad meent dat de Verenigde Naties een leidende rol moeten
blijven spelen om het volk van Oost-Timor te helpen de interne vrede
en duurzame stabiliteit te versterken. De nakende overeenkomst over
het mandaat van een nieuwe, sterke VN-missie naar Oost-Timor, die
beantwoordt aan de hoop van de Timorezen op politieke dialoog en
verzoening, alsook op het herstel en het behoud van de veiligheid, zal
van het grootste belang zijn om ervoor te zorgen dat de verkiezingen
van 2007 vreedzaam, vrij en eerlijk verlopen.
De Europese Unie is bereid aan het volk van Oost-Timor bijstand te
blijven verlenen om de nationale onafhankelijkheid, de vrede en de
democratie te consolideren. De Europese Raad is ingenomen met de
humanitaire hulp van de Commissie in antwoord op de noodoproep van de
Verenigde Naties, en over haar bereidheid om stabiliseringsmaatregelen
in het kader van het snellereactiemechanisme te overwegen.
---
European Union