Vlaamse Overheid


Nieuwsbericht van de Vlaamse overheid van vrijdag 16 juni 2006

Seine-Schelde: een belangrijk waterproject voor het volgende decennium

Op voorstel van Kris PEETERS, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur heeft de Vlaamse Regering haar goedkeuring gehecht aan het project Seine-Schelde dat een prioritair binnenvaartproject vormt binnen het Trans-Europees Netwerk. Dit alles wordt gerealiseerd tegen 2016. Specifiek voor het traject Wervik-Deinze, dat deel uitmaakt van het Seine-Schelde project, wordt een luik rivierherstel gekoppeld.

Intussen heeft de minister zowel in 2005 als in 2006 telkens 4 miljoen euro voorzien voor het verder afwerken van de tweede sluis te Evergem. Deze tweede sluis is dan ook groter, waardoor ze ook geschikt is voor schepen klasse Vb en past perfect in het nog te realiseren project Seine - Schelde. Studies hebben aangetoond dat de uitbouw van de binnenvaartverbinding Seine-Schelde voor Vlaanderen een belangrijke investering is. De 1.100 km bevaarbare waterlopen van Vlaanderen vormen immers een draaischijf voor de binnenvaart in Europa.

De internationale binnenvaartverbinding tussen het Scheldebekken en het Seinebekken, kortweg de binnenvaartverbinding Seine-Schelde, is daarom opgenomen in het Trans-Europees Netwerk (TEN) voor goederenverkeer. Dit netwerk wordt beschouwd als een van de stuwende krachten voor het bewerkstelligen van groei, concurrentievermogen en werkgelegenheid in de gehele Europese Unie en is opgenomen binnen de lijst van de dertig prioritaire projecten aangeduid door het Europese Parlement en de Europese Raad.

Binnen de Seine-Schelde verbinding zijn twee prioritaire secties gedefinieerd: Compiègne-Cambrai en Deûlémont-Gent.

In Noord-Frankrijk zal een nieuw kanaal aangelegd worden tussen Compiègne op de Oise en Cambrai op de Schelde. Via het kanaal van Duinkerke naar de Schelde en de aftakking hiervan naar de Deûle, een zijrivier van de Leie, zal het nieuwe kanaal van Seine naar Schelde ter hoogte van Deûlémont aansluiten op de Grensleie. Tussen Deûlémont en Gent wordt de bevaarbaarheid van de bestaande vaarweg verbeterd. Die vaarweg omvat op Vlaamse bodem het traject van de Leie vanaf de Franse grens tot Deinze, het Afleidingskanaal van de Leie tot aan de kruising met het kanaal Gent-Oostende, dat op zijn beurt toegang geeft tot het Noordervak van de Ringvaart om Gent en via het kanaal Gent-Terneuzen aantakt op de Schelde.

Vlaanderen stimuleert de binnenscheepvaart als volwaardig alternatief voor het vervoer van goederen op de weg, de zogenaamde modal shift. Daar waar momenteel schepen van 1350 tot 2000 ton toegelaten zijn, zal het in de toekomst mogelijk zijn om het traject van Deûlémont tot Terneuzen af te leggen met schepen tot 4500 ton. Om dit te verwezenlijken wordt een homogene waterdiepte van 4,50 m vooropgesteld. Tevens moet plaatselijk de breedte van de vaarweg aangepast worden ter hoogte van bochten en moeten sluizen worden aangepast om de grotere schepen doorgang te verlenen. Met het oog op de containervaart worden tevens enkele bruggen verhoogd zodat drielagige stapeling van containers mogelijk wordt. Op geregelde afstanden worden passeerstroken voorzien om kruising van grote schepen mogelijk te maken. Dit alles wordt gerealiseerd tegen 2016.

Specifiek voor het traject Wervik-Deinze wordt aan het Vlaamse gedeelte een projectluik rivierherstel gekoppeld. In dit luik wordt een geïntegreerde visie voor de Leie en haar directe omgeving uitgewerkt. Daarbij staat het herstel van het multifunctionele karakter van de rivier centraal. De voorbije decennia lag de nadruk immers sterk op de scheepvaart- en waterbeheersingsfunctie, waardoor andere functies zoals recreatie, natuur en landschap, in de verdrukking kwamen. Voor het rivierherstel Leie is daarom een visie opgebouwd vertrekkende van de gekanaliseerde Leie als harde ruggengraat en de (veelal afgesneden) Leiemeanders als zachte ruggengraat.

Voor de harde ruggengraat primeert de economische functie, namelijk de binnenvaart, maar wordt toch zoveel mogelijk aandacht geschonken aan de overige 'zachte' functies, door bijvoorbeeld het voorzien van natuurvriendelijke oevers en aandacht te schenken aan landschappelijke aspecten voor recreanten, bewoners en binnenschippers. Op de zachte ruggengraat ligt de prioriteit van de functies omgekeerd: ecologie, recreatie, landschap en erfgoed primeren boven de economische functies. De zachte ruggengraat is daarom in hoofdzaak de drager van het rivierherstel, een projectluik dat concrete maatregelen voor ogen heeft zoals het voorzien van luwe oeverzones als paaiplaats voor vissen of broedplaats voor vogels, het ontwikkelen en uitbreiden van natuurgebieden, het opwaarderen van de recreatiemogelijkheden langs de Leie en het instandhouden en beschermen van het historische landschap en bijhorende erfgoed.

Intussen heeft minister Peeters in 2005 en 2006 telkens vier miljoen euro voorzien voor het verder afwerken van de tweede sluis van Evergem. De huidige sluis van Evergem is gelegen in het Noordervak van de Ringvaart en ligt dus in het traject Deûlémont - Gent van de verbinding Seine - Schelde. Deze sluis is slechts geschikt voor schepen klasse Va en heeft nagenoeg haar maximale capaciteit bereikt. Daarom werd beslist tot het bouwen van een tweede sluis die volop in uitvoering is. Deze tweede sluis is groter, waardoor ze geschikt is voor schepen klasse Vb en past perfect in het nog te realiseren project Seine - Schelde.