Groep Wilders


vrijdag, 16 juni 2006
Onze universiteiten zouden vrijplaatsen moeten zijn waar onafhankelijk onderzoek wordt gepleegd. De Universiteit van Utrecht echter lijkt zich te profileren als een plaats waar gebogen wordt voor de radicale islam. De rector blijkt een dhimmi. De afscheidsrede van professor Van der Horst moest worden aangepast om toch vooral moslims niet voor het hoofd te stoten. Antisemitisme onder moslims? Het kan niet waar zijn. Zie ook het AD.

VRAGEN VAN HET LID WILDERS (GROEP WILDERS) AAN DE MINISTERS VAN DER HOEVEN (ONDERWIJS) EN VERDONK (V&I) OVER DE CENSUUR OP DE AFSCHEIDSREDE VAN PROF. VAN DER HORST


1. Hebt u kennis genomen van het feit dat de Utrechtse hoogleraar prof. dr. P. W. van der Horst op last van de rector van de Utrechtse universiteit enkele passages uit zijn afscheidsrede heeft moeten schrappen omdat die passages bevolkingsgroepen tegen elkaar zouden opzetten, en dat Van der Horst onder protest is gezwicht?
2. Hoe beoordeelt u deze affaire? Bent u het met mij eens dat hier sprake is van een ongepaste aantasting van de academische vrijheid?
3. Welke zijn uw mogelijkheden om deze aantasting van de academische vrijheid te herstellen of te corrigeren, en bent u van plan van deze mogelijkheden gebruik te maken? Zo neen, waarom niet? Zo ja, op welke termijn?

4. Deelt u mijn opvatting dat een kritisch en onafhankelijk wetenschapper, verbonden aan een Nederlandse universiteit, vrijuit moet kunnen zeggen dat een bepaalde vorm van jodenhaat niet alleen in de Griekse oudheid en de christelijke middeleeuwen voorkwam, maar ook bij de huidige islam?

5. Bent u het met mij eens dat er een einde moet komen aan dit soort incidenten, omdat zij duidelijk maken dat een geest van dhimmitude zich vaardig heeft gemaakt over Nederlandse gezagsdragers?