SER brengt bijna-unaniem advies uit over
cofinanciering europees landbouwbeleid uit
16 juni 2006
De raad heeft vanochtend een advies aan de Tweede Kamer uitgebracht
over cofinanciering van het Europees landbouwbeleid. Het advies, dat
bepleit de EU-toeslagen aan boeren sterker te koppelen aan
maatschappelijke prestaties, is bijna geheel unaniem. Vorige maand had
de raad besloten de behandeling van het advies een maand uit te
stellen, vanwege een verdeeldheid over de vraag hoe cofinanciering van
inkomenstoeslagen aan boeren precies zou kunnen worden uitgevoerd.
Inmiddels zijn partijen het hierover eens geworden. Een andere
verdeeldheid is gebleven, namelijk over de vraag of arbo-regels
onderdeel moeten uitmaken van de voorwaarden waaraan boeren moeten
voldoen om in aanmerking te komen voor een inkomenstoeslag. De drie
vakcentrales zijn dit van mening, maar zij kregen geen steun van de
kant van de ondernemers en de kroonleden.
FNV-bestuurder Henk van der Kolk legde uit waar voor de drie
vakcentrales de pijn zit. Voor hem is het centrale uitgangspunt dat de
sociale component waaronder arbo-regels integraal onderdeel moet
uitmaken van de voorwaarden waaronder boeren een inkomenstoeslag
kunnen krijgen. Probleem is dat Nederland het enige EU-land is waar
arbo-regels voor levensbedreigende risicos voor zelfstandigen gelden.
Doorvoering van het standpunt van de vakcentrales zou dan tot een
ongelijk speelveld kunnen leiden in de EU. Dat probleem onderkende hij
wel, maar hij vond dat dit maar in Brussel geregeld moet worden.
LTO-voorzitter Bart-Jan Constandse was namens de drie
ondernemerscentrales verheugd dat er overeenstemming was over het punt
waarover men vorige maand nog verdeeld was. In het advies wordt nu
gesteld dat het verstandig is de cofinanciering pas na 2013 in te
voeren, als de huidige afspraken over financiering van het
EU-landbouwbeleid voor de periode 2007-2013 zijn afgelopen.
Ondernemers krijgen zo bovendien voldoende tijd om zich aan te passen
aan de veranderde omstandigheden. Tevens geeft het advies aan dat in
het geval de cofinanciering toch vóór 2013 wordt ingevoerd, de
lidstaten verplicht worden om hun nationale deel tot en met 2013
geheel aan de betrokken ondernemers te betalen. Zo wordt een
ongelijker speelveld in Europa voorkomen.
Het kroonlid Cees Sterks vond het heel goed dat de SER voor een andere
benadering dan het kabinet had gekozen. Niet de netto-betalingspositie
van Nederland in de EU staat de SER voor ogen, maar de bevordering van
de doelmatigheid en doeltreffendheid van het landbouwbeleid door de
grotere financiële betrokkenheid van de lidstaten. Hij was wat minder
gelukkig met de zinsnede in het advies waarin lidstaten zich
verplichten tot meebetalen als de cofinanciering vóór 2013 wordt
ingevoerd. Maar de vaststelling dat het vóór 2013 toch niet tot
cofinanciering zal komen, stelt hem gerust.
Het kroonlid Jacqueline Cramer , tevens rapporteur namens de commissie
van voorbereiding, had wel sympathie voor de achterliggende gedachte
achter het standpunt van Van der Kolk, maar voorzag grote problemen in
de uitvoering. Zij stelde een tussenoplossing voor door de SER in het
advies erop te laten aandringen dat er ook in de EU arbo-regelgeving
komt voorzelfstandigen toegespitst op levensbedreigende risicos. Dat
zou een eerste stap in de goede richting zijn.
Na een schorsing bleek dat een dergelijke aanbeveling breed werd
gedragen, maar dat de vakbeweging daarnaast wilde vasthouden aan het
eigen standpunt.
Sociaal-Economische Raad