Federale regering Belgie


Toespraak Eerste Minister viering 160 j. liberalisme (2006-06-16)

Persdienst Eerste Minister

Toespraak Eerste Minister viering 160 j. liberalisme Vrijdag 16 juni 2006
Egmontpaleis

EMBARGO: 17.00 UUR!

TOESPRAAK VAN EERSTE MINISTER GUY VERHOFSTADT OP DE ACADEMISCHE ZITTING TER GELEGENHEID VAN 160 JAAR LIBERALISME.

BRUSSEL, 16 JUNI 2006.

Dear colleague,
Beste vrienden,

I first of all want to welcome my colleague liberal prime minister and friend Matti Vanhanen. We just had two days of meeting in the European Council. And believe me, we are both convinced that we urgently need some more liberal colleagues in Europe in order to move some things forward. Your presence is an honour for all of us.

Beste vrienden,

14 juni 1846, exact 160 jaar en twee dagen geleden werd in België de liberale partij opgericht. Hier in Brussel werd op het eerste liberale congres een gemeenschappelijk politiek programma goedgekeurd. Dat programma telde welgeteld zes artikelen. Die werden neergeschreven door Frére-Orban op de trein die hij nam van Luik naar Brussel. Met meer inspiratie dan voorbereiding dus. Maar dit snel geschreven programma had een zeer grote verdienste. Het was namelijk het eerste document dat werd goedgekeurd door de twee strekkingen in de partij namelijk de conservatieve doctrinairen aan de ene kant en de progressieve radicalen aan de andere kant. De liberale partij was dus verdeeld voordat ze nog maar werd opgericht. Gelukkig zijn we tegenwoordig van die zaken definitief af.

De Liberale Partij was de eerste partij van België. Maar ook inhoudelijk was men toen zijn tijd vooruit. Niet toevallig was artikel één van het programma de hervorming van het kiesstelsel en artikel zes het verbeteren van de situatie van de klasse van arbeiders en behoeftigen. Nota bene twee jaar voor het Communistisch Manifest van Karl Marx. Het waren trouwens dezelfde liberale kopstukken die vijftien jaar eerder ervoor gezorgd hadden dat ons land de meest liberale grondwet van Europa kreeg.

Maar de liberale partij mag dan wel dateren van 1846, het liberalisme zelf is veel, veel ouder. Het economisch liberalisme dateert als theorie van zeventig jaar daarvoor toen Adam Smith zijn Wealth of Nations publiceerde. Maar ook dat is nog recent in vergelijking met het politiek liberalisme. Het liberalisme als politieke beweging haalde haar eerste overwinning in Engeland op 15 juni 1215. Toen werd het principe "No taxation without representation" voor het eerste in een verdrag vastgelegd. De zogenaamde Magna Charta bepaalde ook dat vrije mannen niet zomaar gevangen genomen konden worden of berecht zonder vonnis volgens de wet. Bovendien hadden kooplieden het recht om vrij en onbeperkt door het land te reizen. De dienstenrichtlijn avant la lettre dus.

Het liberalisme, beste vrienden, is dus geen tijdelijke bevlieging. Het is een fundament van onze Europese beschaving. Het Liberalisme leidde ons continent vanuit de middeleeuwen, over het Humanisme naar de Verlichting tot de liberale democratische rechtsstaat waarin we vandaag de dag in Europa leven. Bijna alle ideeën die vooruitgang hebben gebracht in onze beschaving, zijn ideeën van liberale denkers. Spinoza, Locke, Montesquieu, Hume, Mill, Hayek, Popper, Rawls om er maar enkele te noemen. Zij brachten samen een stroming op gang die zo sterk was dat niemand er tegenop kon. Het liberalisme was de houtworm in de houten fundamenten van het verlicht despotisme, van dictaturen en autoritaire systemen. Of die nu van rechts waren of van links.

En weet u waarom de liberale stroming altijd zo sterk was? Weet u waarom het liberale proces zo goed als onomkeerbaar is? Weet u wat het grote verschil is tussen ons en zovele anderen? Overtuiging. Onze overtuiging. Onze passie voor vrijheid, voor rechtvaardigheid, voor vooruitgang. Wij concentreren onze energie niet op tactische of politieke spelletjes. Wij houden ons niet bezig met het louter verdedigen van groepsbelangen. Wij laten onze principes niet varen voor een pact met de Duivel. Dat hebben we doorheen de geschiedenis nooit gedaan. Vandaar dat zovele liberalen bij de eerste slachtoffers waren van autoritaire regimes. Omwille van ons protest tegen onrechtvaardigheid, tegen onverdraagzaamheid. Onze koppige wil om van onze samenleving een open samenleving te maken. Een samenleving waarin nationalisme, racisme en groepsdenken niet thuishoren.

En dat is niet alleen ons ideaal. Het is het ideaal van zovele burgers. Ook van zij die niet in een liberale democratie leven. Of moet ik zeggen nog niet? De geschiedenis van de tien nieuwe Europese lidstaten heeft dit toch bewezen. Niet wij zijn in '56 in Hongarije in opstand gekomen. Niet wij hebben de Praagse Lente of Solidarinosc op poten gezet. En evenmin hebben wij de Berlijnse Muur ten val gebracht. Het waren die mensen zelf. Zij die onder de communistische dictatuur leefden. In armoede, vervolging, staatscontrole. Zij hebben in de naam van de vrijheid de moed gehad om recht te staan, in verzet te gaan. Zij hebben de Muur gesloopt en het Ijzeren Gordijn neergehaald.

En dan zijn er nu mensen, en niet van de minsten, die vinden dat we deze moedige mensen, deze vrijheidsstrijders want dat zijn ze niet zo snel in de Europese Unie hadden moeten binnenlaten. Ik heb met deze visie als liberaal, als democraat en als Europeaan bijzonder veel moeite. We zouden immers fier moeten zijn dat deze mensen met het Europees ideaal voor ogen het communistisch juk van zich af hebben kunnen schudden. Het is ook die overtuiging die mij doen zeggen dat de uitbreiding nog lang niet is afgelopen.

Tijdens de Balkan-oorlog hebben we met het schaamrood op de wangen opnieuw Amerikaanse hulp moeten inroepen om een einde te maken aan deze gruwel. Een nieuwe Balkan-oorlog is ontoelaatbaar. En er is maar één garantie opdat de landen daar niet meer tegen elkaar naar de wapens grijpen en dat is het lidmaatschap van de Europese Unie. We moeten ons bewust zijn van de impact van Europa, de liberale impact van Europa en we moeten daarnaar handelen. We moeten steun geven aan die mensen die vandaag of in de toekomst tyrannen verdrijven en kiezen voor democratie. Daarvoor zijn we liberalen.

Beste vrienden,

Ook in ons land is het liberale werk nog lang niet af. Ook al kunnen we nu reeds mooie resultaten voorleggen. In 2007 zullen we na acht jaar regeringsdeelname acht begrotingen in evenwicht kunnen voorleggen, acht jaar van dalende staatsschuld, vijf jaar economische groei die hoger ligt dan het gemiddelde van de Eurozone, acht jaar belastingsverminderingen: voor het eerst daalt de fiscale en parafiscale druk in ons land. De papierberg is een papierheuvel geworden. En in die acht jaar zullen er 270.000 nieuwe jobs zijn bijgekomen. Meer dan dubbel zoveel als de acht jaar voordat wij aan de macht kwamen.

U heeft het wellicht gemerkt: dit jaar moest elk gezin gemiddeld duizend euro minder belastingen betalen. Velen kregen deze maand duizend euro terug van de staat. En dat alles terwijl mensen die het moeilijk hebben om rond te komen, een verhoogde uitkering genieten. U ziet het, ook nu nog voeren we artikel zes van het programma van 1846 uit. We zorgen voor werk, we zorgen voor de behoeftigen. We voerden de voorbije jaren trouwens ook artikel 4 van dat congres uit, namelijk en ik citeer "het afschaffen van reactionaire wetten". Ook dat hebben we gedaan. Mensen kunnen nu menswaardig sterven op een legale manier. Holebi's kunnen trouwen en kinderen adopteren. Niemand kan dus zeggen dat de liberale partij niet consequent is met haar programma. Zelfs niet na 160 jaar.

Maar, beste vrienden, geachte collega's, het werk is nog lang niet af. We moeten nog een heel aantal problemen aanpakken. Zowel in België als in Europa. We moeten onze competitiviteit versterken. Dringend versterken. Want de wereld staat niet stil. Nieuwe economische grootmachten komen opzetten. We kunnen het ons niet permitteren om stil te staan. Maar de uitdagingen zijn niet enkel economisch. We zien opnieuw nationalisme opduiken, fanatisme, fundamentalisme. Zij hebben het niet zo begrepen op de liberale democratie.

Om deze economische en politieke uitdagingen het hoofd te kunnen bieden, hebben we moedige politici nodig, politici met een overtuiging. En die zijn niet dik gezaaid. Maar ik kan u zeggen, beste vrienden, mensen weten waar ze die politici kunnen vinden. Bij de liberale partij. Al 160 jaar. En dat zal de volgende 160 jaar niet anders zijn.

Ik dank u.