SER stelt unaniem vrijstelling incidentele arbeid van werknemersverzekeringen voor
16 juni - Werknemers die incidentele arbeid verrichten, moeten worden vrijgesteld van de verzekerings- en premieplicht voor de werknemersverzekeringen (WW, WIA en ZW). Dat is de strekking van het unanieme advies dat de SER vanochtend heeft vastgesteld. Het biedt een alternatief voor het kabinetsvoorstel om voor het ontstaan van de verzekeringsplicht een ondergrens in te voeren in de vorm van zowel een inkomens- als een duurvoorwaarde. De SER stelt voor dat er sprake moet zijn van een minimale arbeidsduur van dertig kalenderdagen.
Namens de drie ondernemerscentrales voerde MKB-Nederland-voorzitter Loek Hermans het woord. Hij vond het SER-advies een goede, praktische oplossing. Hij was blij met het advies omdat het helpt bij het terugdringen van de administratieve lasten. Bovendien stimuleert het mensen om kleine arbeidsrelaties aan te gaan, waardoor de werkgelegenheid aan de onderkant van de arbeidsmarkt groter kan worden. Dit vergt wel adequaat en tijdig opereren van het UWV en de Belastingdienst, omdat de werkgever van tevoren moet weten of er al dan niet sprake is van een verzekerde arbeidsrelatie.
Vooral de vakcentrales waren falikant tegen het voorstel van het kabinet. FNV-bestuurder Ton Heerts zei geschokt te zijn door dit voorstel van het kabinet. "Een kwart van de werknemers wordt zo buiten de sociale verzekeringen geplaatst. Dat kán toch niet!" Hij was daarom blij met het SER-advies. Punt van aandacht is volgens hem nog wel de inkomensachteruitgang van sommigen groepen, maar dat zou hij in het CAO-overleg willen brengen.
Volgens CNV-bestuurster Yvon van Houdt is het terecht om mensen die geen recht hebben op een uitkering geen premie te laten betalen. Maar het kabinetsvoorstel zet hierbij een paardenmiddel in dat ook mensen treft die wél recht hebben op een uitkering. Ze vond de dertigdagengrens van de SER een veel beter idee.
MHP-voorzitter Ad Verhoeven sloot zich hierbij aan. Hij voegde eraan toe dat het voorstel alleen betrekking heeft op publiekrechtelijke werknemersverzekeringen en niet op het arbeidsrecht. Het laat onverlet dat degenen met contracten van maximaal 30 kalenderdagen de werkgeversbijdrage van 6,5 procent aan de zorgverzekering blijven ontvangen en ook recht behouden op loondoorbetaling bij ziekte.
Het nieuwe kroonlid Ferdinand Grapperhaus somde de 'zeer grote pluspunten' op van het SER-advies. Het vervallen van het onderscheid tussen echte en fictieve dienstbetrekkingen zal leiden tot vereenvoudiging en modernisering van de sociale zekerheid en meer duidelijkheid bieden over de aanwezigheid van verzekeringsplicht.