Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Aanbieding eindrapport jeugdzorgbrigade over bureaucratie in de jeugdzorg

Kamerstuk, 16-6-2006

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DJB/JZ-2692286

16 juni 2006

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Justitie, de eindrapportage van de jeugdzorgbrigade aan. Met het uitbrengen van de derde en laatste rapportage rondt de jeugdzorgbrigade haar werkzaamheden af.

De jeugdzorgbrigade heeft, naar aanleiding van de aandacht die hiervoor door de Eerste en Tweede Kamer is gevraagd, op verzoek van het kabinet onderzoek gedaan naar de bureaucratie in de jeugdzorg. De brigade is vanaf september 2004 met jeugdigen, ouders, werkers in de jeugdzorg en overheden aan de slag gegaan om onnodige bureaucratie te signaleren, goede voorbeelden op te sporen en aanbevelingen te doen om onnodige bureaucratie weg te nemen.

In de eerste en de tweede rapportage stonden de signalerende en stimulerende taak centraal 1). Dit resulteerde in 64 aanbevelingen gericht op vermindering van bureaucratie. In de eindrapportage doet de brigade aanvullend daarop nog eens 29 aanbevelingen gericht aan de sector, provincies en grootstedelijke regio's en het rijk. De eindrapportage bevat een monitor waarmee de voortgang van de uitvoering van de aanbevelingen uit de eerste en tweede rapportage in beeld wordt gebracht.
Behalve een nieuwe reeks aanbevelingen geeft de jeugdzorgbrigade in de eindrapportage een algemene beschouwing op bureaucratie en de oorzaken van bureaucratie in de jeugdzorg. Op basis hiervan wordt een aantal algemene conclusies getrokken en worden aanbevelingen gedaan ten aanzien van de bureaucratie in de jeugdzorg als geheel.

De kabinetsreactie op het rapport ontvangt u voor het zomerreces samen met de kabinetsreactie op het sturingsadvies van de operatie JONG.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

drs. Clémence Ross-van Dorp
1) Tweede Kamer 2004-2005, 29 815 nr 26 en Tweede Kamer 2005-2006, 29 815, nr 44.