Provincie Utrecht

Toename aantal ganzen in Utrecht groter dan verwacht

16-6-2006 -

Het aantal overzomerende ganzen in de provincie Utrecht neemt veel sneller toe dan verwacht. In het voorjaar van 2005 werden er ongeveer 10.000 Grauwe ganzen geteld. Deze grote aantallen Grauwe ganzen in Utrecht brengen forse schade toe aan gewassen. De provincie heeft ontheffing verleend om het aantal terug te brengen tot dat van 1998 om het probleem beheersbaar te maken.

Het aantal in Nederland overzomerende en broedende ganzen is de laatste jaren snel toegenomen. Naast een toename van de Grauwe gans, die ongeveer rond de jaren zestig van de vorige eeuw is gestart, gaat het ook om een toenemend aantal andere ganzensoorten en verwilderde boerenganzen. In heel Nederland betrof het in 2005 ongeveer 155.000 ganzen.

De Grauwe gans is een beschermde inheemse diersoort. Dat betekent dat Grauwe ganzen niet verstoord of gedood mogen worden. In uitzonderingsgevallen mag dat wel, bijvoorbeeld wanneer ze belangrijke gewasschade veroorzaken of dreigen te veroorzaken. Dat is sinds 1998 jaarlijks het geval en nu dreigt het probleem onbeheersbaar te worden. Het terugbrengen naar een populatieomvang gelijk aan die van 1998 brengt de gewasschade weer op een acceptabel niveau, mits de populatie Grauwe ganzen ook op dat niveau gehouden wordt.

De provincie Utrecht heeft ontheffing verleend aan de Fauna Beheereenheid Utrecht om het aantal ganzen terug te brengen. In 1998 was de populatie Grauwe ganzen ruim 4000 exemplaren. Om die stand weer te krijgen heeft de Faunabeheereenheid een planmatig beheer voorgesteld waarbij gedurende drie jaren jaarlijks 2800 Grauwe ganzen gedood worden. Daarnaast is het mogelijk om in de gehele provincie Utrecht eieren te rapen, schudden, met plantaardige olie in te smeren of te doorprikken mits tenminste een ei in het nest achterblijft. Met de overgebleven populatie van ruime 4000 Grauwe ganzen hoeft niet gevreesd te worden dat deze vogelsoort in Utrecht gaat verdwijnen.

Ganzenoverlast doet zich daarnaast ook voor in kwetsbare natuurgebieden, waar de natuurbeheerders met een toenemend aantal ganzen de schrale gebieden verrijkt zien worden met ganzenmest en de begroeiing zien veranderen als het gevolg van de ganzenbegrazing.

Meer informatie: Peter Leonhart, telefoon 030 258 3325

Laatst gewijzigd op 16-06-2006. Paginabeheer: Peter Leonhart