Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Speech minister Dekker bij Hibin-branchedag 2006 op 14 juni 2006

Geachte heren Lingen en Smit,

Dames en heren,

"Innoveren doe je samen", dat thema spreekt mij aan. Bouwen is van oudsher een proces van samenwerken. Tussen opdrachtgever en opdrachtnemer, tussen hoofd- en onderaannemers en met de leveranciers van het bouwmateriaal. Innoveren door samen te werken binnen gezonde concurrentieverhoudingen is een belangrijke sleutel voor vernieuwende ontwikkeling in de bouwwereld.

Vooral als het gaat om het samenbrengen en distribueren van bouwmaterialen, verandert er al veel. Dat kan als vliegwiel voor de gehele branche werken. De consument, de bewoner moet centraal komen te staan. Maatwerk door slimme assemblage van bouwmodules wacht een grote toekomst!

Van de Hibin wordt dus het een en ander verwacht. Een brancheorganisatie die inmiddels meer dan honderd jaar bestaat, zal de uitdaging vast niet uit de weg gaan.

Het is algemeen bekend dat de sector een moeilijke periode achter zich heeft en dat inmiddels de weg omhoog is gevonden. Er is ook nog een lange weg te gaan. Alle betrokkenen weten het en zijn overtuigd van de noodzaak tot vernieuwing. Ook de overheid is van die notie doordrongen en heeft met het instellen van een Regieraad voor de Bouw een wezenlijk bijdrage geleverd aan het noodzakelijke transformatieproces.

In 2004 is de Regieraad Bouw geïnstalleerd. Deze raad heeft inmiddels met de branche- en koepelorganisaties een aantal vernieuwingsakkoorden afgesloten om een cultuuromslag te realiseren.

De bouwsector is echter heterogeen en met uitzondering van enkele grote spelers vooral regionaal en lokaal georganiseerd. Daarom heeft de Regieraad in nauwe samenwerking met VNO-NCW en BouwendNederland gezorgd dat er vijf regionale regieraden zijn gekomen.

Sinds 2005 is een dialoog gaande met brancheorganisaties als BNA, ONRI, Bouwend Nederland en UNETO-VNI over verbeteringen en vernieuwingen in het bouwproces. Vernieuwend opdrachtgeverschap speelt daarin een belangrijke rol. Het gaat dan bijvoorbeeld om: integrale aanpak, ketensamenwerking en de rol van architecten in geïntegreerde contracten en PPS. Ook corporaties kunnen als opdrachtgever de vernieuwing meer stimuleren en minder overlaten aan de uitvoerende bouwbedrijven.

Zoals gezegd heeft de sector een fundamentele verandering nodig. De bouw moet het zelf doen, maar de markt heeft een belangrijke rol.

Publieke opdrachtgevers kunnen er voor kiezen om de markt meer dan nu in te schakelen bij het bedenken van oplossingen. Zo hebben publieke en semi-publieke opdrachtgevers als Prorail, RWS en Rgd ontwikkelingstrajecten uitgewerkt voor versterking van het opdrachtgeverschap, inclusief de bijbehorende opbouw van de organisatie, competenties en instrumenten.

In het kader van goed opdrachtgeverschap kijken we ook naar vernieuwingen, die de creativiteit van de markt stimuleren en de marktverhoudingen verder verbeteren.
Denk aan concurrentiegerichte dialoog in het aanbestedingsproces, en ongevraagde biedingen (unsollicited proposals) van marktpartijen. Het zijn nieuwe werkvormen die een plaats moeten krijgen. Wij hechten daarbij aan een heldere scheiding van rollen en verantwoordelijkheden.

Onze ervaring met de PPS-pilot bij de renovatie van het ministerie van Financiën leert echter ook dat potentiële opdrachtnemers bij complexe opgaven behoefte hebben aan samenspraak in een vroeg stadium.

Er is dus al veel in gang gezet, maar er is ook nog een lange weg te gaan. De uitdaging voor publieke opdrachtgevers is om niet zelf een oplossing voor een probleem uit te werken, maar om het probleem in de markt te zetten en te kiezen voor de beste oplossing. Dat gaat niet vanzelf, daarvoor moeten opdrachtgevers en opdrachtnemers de eigen organisaties durven openbreken.

Het algemene beeld is dat de 10-15 grootste bouwbedrijven in Nederland allen op een of andere manier in procesinnovatie investeren, van de middengroep een select aantal, en dat kleine bedrijven hoogstens op productinnovatie zijn gericht.

Mogelijk dat uw organisatie als intermediair tussen bouwbedrijven en toeleveranciers ook hier een brug kan slaan. Want het is niet productief als het wiel telkens opnieuw uitgevonden wordt.

De uitdaging is om bouwprocessen en -methoden anders te organiseren. Leveren wetten en regels geen nodeloze vertraging op? Worden de nieuwe mogelijkheden vanuit de techniek en materialen wel optimaal benut? Zijn de logistieke processen naar en op de bouwplaats wel goed georganiseerd?

Als het gaat over wetten en regels, juich ik het initiatief van Hibin toe om alle informatie rond de Wet milieugevaarlijke stoffen (Wms) centraal beschikbaar te brengen op één website. Zo blijft de rompslomp voor individuele bedrijven beperkt. Wij geven als ministerie graag advies bij het inrichten van een dergelijk expertisepunt.

Daarnaast is ook de suggestie om periodieke afstemming te hebben tussen de VROM-inspectie en Hibin zeer welkom. Het sluit aan bij het streven om niet alleen te handhaven, maar vooral samen met bedrijven te zoeken naar een betere naleving van noodzakelijke regels. Ook onduidelijkheden rond het Verpakkingsbesluit kunnen in die afstemming worden weggenomen.

Dan over het bouwproces zelf. Al enige tijd wordt gewerkt aan methoden om het werk niet meer op te knippen in bouwfasen die na elkaar komen en ook op elkaar moeten wachten, maar om de bouwprocessen te stroomlijnen door de hele keten. Men kan zich voorstellen dat ICT bij deze nieuwe manier van bouwen een grote rol gaat spelen. Denk aan databases met bewezen goede ontwerpen, of modules uit ontwerpen. In de auto-industrie is het inmiddels heel gewoon dat een consument uit de folder een auto naar zijn persoonlijke voorkeur en budget samenstelt, in de fabriek wordt die auto geassembleerd en bij de dealer afgeleverd. In sommige branches hebben internet en e-commerce voor een omwenteling in klant-leverancier relatie gezorgd.

De toeleverende bedrijven in de bouw hebben een relatief groot aandeel in de toegevoegde waarde die de sector levert. Productinnovaties worden vooral vanuit deze hoek ingebracht. Het is nu soms al zo dat deze toeleverende bedrijven in samenwerking met de tussenhandel zorgen voor het verspreiden van bewezen verbeteringen in het bouwproces. Voor Hibin en de aangesloten bedrijven is het dus zaak die stimulerende rol verder uit te bouwen.

Tot slot heb ik een mooi cadeau, verleden jaar bestond uw organisatie honderd jaar.

Dat hebben we gepast gevierd, maar dat is niet alles. Het is mij dan ook een voorrecht u te kunnen berichten dat het HM de Koningin heeft behaagd u ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan het Predikaat Koninklijk te verlenen. Een mooiere afsluiting van een voorzitterschap laat zich niet wensen. Ik wil daarom de heer Lingen naar voren vragen om het predikaat in ontvangst te nemen.