16-6-2006
Gedwongen concurrentie bij de ontwikkeling van woningbouwplannen leidt
niet tot betere woningen. Dit blijkt uit onderzoek dat in opdracht van
minister Dekker (VROM) is uitgevoerd. Het afdwingen van concurrentie
door eigenaren het recht te ontnemen zelf woningen te realiseren, is
daarnaast binnen het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en
de fundamentele vrijheden slechts beperkt mogelijk. In dat geval zou
namelijk onteigening van de grond nodig zijn. De minister zal daarom
grondeigenaren niet het recht ontnemen zelf woningbouwplannen te
ontwikkelen als zij dit conform de gemeentelijke wensen doen. Dit
schrijft zij in een brief aan de Tweede Kamer.
Voor het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens is het gediende
algemene belang het toetspunt bij het ontnemen van eigendom. Dit moet
per concreet geval duidelijk gemaakt worden. Het in algemene zin
ontnemen van het recht om op eigen grond zelf woningbouwplannen te
realiseren, zal daarom op gespannen voet staan met dit verdrag. Het
afschaffen van het recht de bouwplannen zelf te realiseren, is een te
zwaar middel om de gewenste kwaliteit te bereiken. Met al bestaande
instrumenten, zoals de Wet op de Ruimtelijke Ordening, het Bouwbesluit
en de Onteigeningswet, kan een gemeente al de kwaliteit vastleggen. De
nieuwe Grondexploitatiewet zal deze mogelijkheden versterken.
Op dit moment is concurrentie bij de planontwikkeling niet altijd
mogelijk. Partijen die grond in eigendom hebben, mogen deze zelf
ontwikkelen. De minister vindt de kwaliteit van nieuwbouw een
belangrijk aandachtspunt. Om die reden heeft zij laten onderzoeken of
concurrentie bij de ontwikkeling van woningbouwplannen zou leiden tot
een betere kwaliteit. Uit het onderzoek blijken weliswaar kleine
verschillen in waardering in het voordeel van concurrentie, maar deze
zijn te klein om conclusies aan te verbinden en betreffen niet de
aspecten waaraan bewoners het meeste belang hechten.
De Tweede Kamer heeft in een debat ook om een dergelijk onderzoek
gevraagd. Bij verschillende Kamerleden leefde de gedachte dat het
recht om zelf eigen grond te ontwikkelen de positie van bewoners
belemmert. Dit blijkt niet het geval. Al met al is de minister van
VROM van oordeel dat er voldoende instrumenten zijn om de kwaliteit
van de nieuwbouw te waarborgen en dat een ingrijpende maatregel zoals
gedwongen concurrentie door ontneming van eigendom niet nodig is.
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer