SER-PERSBERICHT
15 juni 2006
Openbare raadsvergadering SER
OPENBARE RAADSVERGADERING 16 JUNI
Morgenochtend komt de Sociaal-Economische Raad om 10.15 uur in openbare vergadering bijeen. U bent van harte uitgenodigd deze vergadering bij te wonen. Op de agenda staan drie ontwerpadviezen: Cofinanciering van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, Nederland en EU-milieurichtlijnen en Personenkring werknemersverzekeringen.
Cofinanciering van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid
In de mei-vergadering heeft de raad besloten de behandeling van het advies over cofinanciering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) een maand uit te stellen. Dit is gebeurd op voorstel van de drie centrale ondernemersorganisaties. Het ontwerpadvies was nog op een belangrijk onderdeel verdeeld, namelijk over de vraag of cofinanciering van inkomenstoeslagen aan boeren een verplichtend karakter moet hebben voor de lidstaten. Inmiddels zijn partijen het hierover eens geworden. Als enige verdeeldheid blijft over de vraag of arbo-regels onderdeel moeten uitmaken van de voorwaarden waaraan boeren moeten voldoen om in aanmerking te komen voor een inkomenstoeslag.
Nederland en EU-milieurichtlijnen
De Nederlandse rijksoverheid moet zich proactiever en strategischer opstellen bij de besluitvorming over Europese (milieu)richtlijnen, liefst al in de fase voordat de Europese Commissie een voorstel indient. Dat staat in het ontwerpadvies over Nederland en EU-milieurichtlijnen. Bij het bepalen van de Nederlandse positie dienen ook andere belanghebbenden, waaronder gemeenten en maatschappelijke organisaties, te worden betrokken. Dat is nodig voor een goede uitvoering van de richtlijnen. Parallel aan de totstandkoming van een richtlijn zou de overheid namelijk ook een uitvoeringsplan moeten opstellen. Dat is de manier om bijvoorbeeld bouwstops te voorkomen.
Personenkring werknemersverzekeringen
Incidentele arbeid moet volgens het ontwerpadvies worden vrijgesteld van de verzekerings- en premieplicht voor de werknemersverzekeringen. Deze vrijstelling moet van toepassing zijn op arbeidsrelaties die korter duren dan 30 dagen. De vrijstelling is bedoeld voor (werkgevers van) vakantiewerkers, scholieren en studenten die arbeid van korte duur verrichten, seizoensarbeiders en personen die naast een verzekerd hoofddienstverband incidenteel nevenwerkzaamheden verrichten. Voor incidentele arbeidsrelaties worden op dit moment premies voor de werknemersverzekeringen afgedragen en werkgevers moeten voldoen aan de daarmee gepaard gaande administratieve verplichtingen, terwijl er in de praktijk veelal geen aanspraak op een uitkering ontstaat. In het ontwerpadvies wordt een duurvoorwaarde van 30 dagen voor verzekeringsplichtige arbeidsrelaties voorgesteld om aan deze problematiek tegemoet te komen.
Sociaal-Economische Raad