Persbericht
Rijksuniversiteit Groningen
Nummer: 73
Datum: 15 juni 2006
RUG meet broeikasgassen op Noordzee vanaf NAM-platform
Medewerkers van het Centrum voor IsotopenOnderzoek (CIO) van de Rijksuniversiteit Groningen vertrekken vrijdag16 juni 2006 naar het gas- en olieproductieplatform F3 van de Nederlandse Aardolie Maatschappij, gelegen op de Noordzee, op ruim 200 kilometer ten noorden van Den Helder. Zij gaan daar een opstelling installeren voor ongestoorde metingen van verschillende broeikasgassen, waaronder het belangrijkste broeikasgas koolstofdioxide (CO2). Het NAM-platform is daarvoor bijzonder geschikt, omdat door de afgelegen ligging heel goed de achtergrondconcentraties op de Noordzee gemeten kunnen worden, zonder verstorende invloeden.
Ongeveer vijftig jaar geleden is men begonnen met het nauwkeurig meten van de concentratie van CO2 in de lucht. In de loop der jaren is deze concentratie sterk toegenomen, voornamelijk als gevolg van het verbranden van fossiele brandstoffen en het veranderde landgebruik.
Europees onderzoeksproject CarboOcean
Toename van CO2 in de atmosfeer kan grote gevolgen hebben voor mens en milieu. Het verdrag van Kyoto probeert daarom een bijdrage te leveren aan het verminderen ervan. Om dit verdrag te staven, wordt het broeikaseffect in Europa uitgebreid onderzocht. Concentraties van broeikasgassen worden op verschillende plaatsen verspreid over het continent gemeten. Om in kaart te brengen hoeveel CO2 er wordt opgenomen door de kustzeeën van Europa is de EU in 2005 het project CarboOcean gestart.
Opslag in oceanen
De toename van CO2 in de atmosfeer is minder hoog dan op basis van de consumptiestatistieken van fossiele brandstoffen kan worden verwacht. Een groot deel van het CO2 dat in de atmosfeer terecht komt, wordt opgeslagen in vegetatie en in oceanen. De specifieke eigenschappen van de opname van CO2 door de oceanen worden op dit moment over de hele wereld onderzocht. Door gelijktijdig CO2 en zuurstofconcentraties in de lucht te meten, kan worden bepaald of CO2 wordt opgenomen of uitgestoten door oceanen of vegetatie.
Unieke locatie
Het Groningse Centrum voor IsotopenOnderzoek levert een bijdrage aan het CarboOcean-onderzoek door de samenstelling van de atmosfeer te meten. Er werd een plaats gezocht, ver weg van verstorende omstandigheden. NAM heeft daarop haar medewerking aangeboden en gekozen is voor het productieplatform F3, midden in de Noordzee. Het platform is voorzien van alle noodzakelijke voorzieningen om langdurig achtereen te kunnen meten. Ook zal de bemanning van het platform alle medewerking en eventuele assistentie verlenen. Door de luchtinlaat van de meetopstelling zo te kiezen dat bij de meest voorkomende windrichting geen lucht van het platform wordt gemeten, kunnen op deze locatie de achtergrondconcentraties boven de Noordzee gemeten worden.
Uitdaging
De apparatuur en de onderdelen van de meetopstelling zijn inmiddels per boot gearriveerd op het platform. De medewerkers van het CIO volgen dit weekend per helikopter. In vier dagen gaan zij de opstelling ter plekke opbouwen, wat op een deze bijzondere locatie een hele uitdaging is.
Noot voor de pers
Meer informatie:
- prof.dr. H.A.J. Meijer, tel.: (050) 363 4739/4760, e-mail: h.a.j.meijer@rug.nl werk of (050) 527 0148 (privé)
- mw drs. I.T. Luijkx, tel.: (050) 363 4748/4760, e-mail: i.t.luijkx@rug.nl
Redactie: afdeling Communicatie RUG
Postbus 72, 9700 AB Groningen
Tel. 050-363 4444
E-mail:
Rijksuniversiteit Groningen