Op 16 juni uitspraak Hoge Raad over auteursrechtelijke bescherming van
geur van parfums
Achtergrond
Lancôme brengt onder haar merk Trésor hier te lande een parfum op de
markt. Kecofa brengt sinds circa 1993 onder het merk Female Treasure
flacons eau de parfum op de markt. Dat merk staat in het Benelux
Merkenregister ingeschreven ten name van de heer N. In deze procedure
heeft Lancôme Kecofa en N. (hierna ook: Kecofa c.s.) in 2000
gedagvaard voor de rechtbank Maastricht. Lancôme vorderde een verbod
op het verhandelen van Female Treasure en op door haar gewraakte
reclame-uitingen, op straffe van een dwangsom, alsmede
nietigverklaring van het merk Female Treasure, schadevergoeding en
winstafdracht met de gebruikelijke nevenvorderingen. Aan deze
vorderingen heeft Lancôme ten grondslag gelegd:
(a) dat het merk Female Treasure inbreuk maakt op het merk Trésor,
(b) dat Kecofa zich schuldig maakt aan misleidende reclame in de zin
van art. 6:194 BW en
(c) dat sprake is van inbreuk op auteursrecht, aangezien de geur van
Female Treasure een getrouwe nabootsing, en daarmee een
verveelvoudiging, vormt van de exclusieve geur van Trésor en de
verhandeling van deze geur een openbaarmaking is in de zin van art. 12
Auteurswet 1912 (Aw).
Kecofa c.s. hebben daartegen gemotiveerd verweer gevoerd.
De uitspraak van rechtbank en hof
Nadat de rechtbank Maastricht in een tussenvonnis van 18 april 2002
(zie LJnummer: AE1923), hersteld bij vonnis van 23 mei 2002, met
betrekking tot de auteursrechtelijke grondslag - onder (c) - had
geoordeeld dat de Auteurswet niet in weg staat aan auteursrechtelijke
bescherming van een geurcombinatie, mits is voldaan aan de eisen, kort
gezegd, die aan een werk in auteursrechtelijke zin worden gesteld,
heeft de rechtbank Lancôme en Kecofa tot bewijslevering toegelaten en
iedere verdere beslissing aangehouden.
De rechtbank liet Lancôme toe te bewijzen dat de onder het merk
Trésor aangeboden geur aan die eisen voldoet en dat de geurcombinatie
van Female Treasure als bewerking of nabootsing van die van Trésor
moet worden beschouwd; Kecofa mocht bewijzen, kort gezegd, dat de
geurcombinatie van Female Treasure niet het resultaat is van ontlening
aan Trésor.
Op het door beide partijen ingestelde hoger beroep heeft het hof
's-Hertogenbosch in zijn arrest van 8 juni 2004 (zie LJ nummer AP2368)
het vonnis van de rechtbank vernietigd en de op het auteursrecht
gebaseerde vordering van Lancôme tegen Kecofa toegewezen. De overige
vorderingen van Lancôme tegen Kecofa en die tegen N. heeft het hof
afgewezen.
Cassatie bij de Hoge Raad
Kecofa heeft beroep in cassatie ingesteld. Lancôme heeft
voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld, zowel tegen
Kecofa als tegen N. In deze procedure treedt voor Kecofa op: mr. R.S.
Meijer, advocaat in Den Haag, en voor Lancôme: mr. T. Cohen Jehoram,
advocaat in Den Haag, alsmede mr. Ch. Gielen, advocaat in Amsterdam.
Op 16 december 2005 heeft de advocaat-generaal mr. D.W.F. Verkade in
zijn advies aan de Hoge Raad geconcludeerd in het principaal beroep
tot vernietiging en verwijzing, en in het voorwaardelijk incidenteel
beroep tot verwerping; voor zover het voorwaardelijk incidentele
beroep is gericht tegen N., strekt zijn advies tot
niet-ontvankelijkverklaring van Lancôme in haar beroep.
De Hoge Raad doet uitspraak op vrijdag 16 juni 2006, 10.00 uur.
Vervolgens zal rond 10.45 uur een samenvatting van deze uitspraak
worden gepubliceerd op de website hogeraad.nl/actualiteiten.
De uitspraak zelf (rolnr. C04/327) wordt zo spoedig mogelijk daarna op
de website rechtspraak.nl gepubliceerd.
Den Haag, 14 juni 2006
mw. mr. E. Hartogs, griffier
tel 070-3611236
Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 15 juni 2006 Naar boven