VVD


vvd

15-6-2006

VVD in klimaatdebat: Europa is dominee in lege kerk

De VVD zou graag zien dat de internationale gemeenschap snel besluit tot voortzetting van het Kyotoverdrag na 2012. Maar de realiteit is dat die kans klein wordt, nu belangrijke landen nog steeds niet mee willen doen.

Een Alleingang van Europa is niet haalbaar, niet effectief en niet betaalbaar. Tot nu toe sluit Europa de ogen voor die realiteit. Met een opgeheven vingertje predikt Europa in een lege kerk. De VVD wil dat het kabinet alternatieven ontwikkelt als de huidige aanpak inderdaad op dood spoor belandt. De tijd dringt, de onzekerheid over de periode na 2012 wordt nu al een belemmering om in Nederland te investeren.

Hieronder vindt u de inbreng van VVD woordvoerder Paul de Krom. Alleen het gesproken woord geldt.

Klimaatbeleid
Wat het klimaatbeleid betreft wil de VVD zo snel mogelijk duidelijkheid over de periode na 2012. Het liefst wil de VVD fractie Kyoto met een internationale coalitie voortzetten, desnoods met lagere doelstellingen dan de -30% die het Kabinet voorstaat (liever verbreding dan verdieping). Maar als iets duidelijk is geworden van het echec van de klimaatconferentie in Montreal, is het dat we ernstig rekening moeten houden met de mogelijkheid dat een mondiale vervolgcoalitie niet van de grond komt. De US, China, India en Brazilië bewegen niet, Canada heeft aangekondigd zich terug te trekken en de ontwikkelingslanden menen dat het westen eerst zijn historische schuld inlost voordat ze zelf iets willen doen. De gevolgen van zo'n opstelling kennen we uit het ontwikkelingssamenwerkingbeleid. Ondanks het opgeheven vingertje van Europa ziet het er dus niet goed uit. Europa zit vast in zijn tunnelvisie, het is Kyoto II of niks. Een alternatieve aanpak - een fall-back scenario of contingency plan, zo u wilt - is nergens te vinden.

Alternatieven voor Kyoto aanpak
Als Europa vasthoudt aan een doelstelling van -30% in 2020 kan van een Alleingang van Europa geen sprake zijn. Het is niet haalbaar en niet effectief. Intussen werpt de onzekerheid over post 2012 zijn schaduwen vooruit. Investeerders dreigen kopschuw te worden. Zeker investeerders in elektriciteitscentrales.

Wat moet er gebeuren? Drie dingen. Europa moet: a) een deadline stellen wanneer uiterlijk een besluit wordt genomen over wat te doen na 2012,
b) alternatieve scenario's ontwikkelen in geval een wereldwijde coalitie niet tot stand komt en
c) nu al emissieruimte toekennen aan bedrijven die voor nieuwe investeringen langjarige investeringszekerheid nodig hebben, zoals electriciteitscentrales. Duitsland doet dat al. Graag een reactie op deze drie punten. Is het Kabinet bereid een aantal scenario's te maken voor de aanpak van de broeikasgasproblematiek voor na 2012, in het geval er geen wereldwijde coalitie komt? Verschillende scenario's zijn denkbaar. Europa handhaaft het systeem van emissiehandel, zo nodig in aangepaste vorm en met aangepaste doelstellingen. Een volgende is dat de huidige aanpak volledig verdwijnt en wordt vervangen door een ander, bijvoorbeeld die van het Asian - Pacific Pact, gericht op technologie-ontwikkeling en overdracht. Landen als China en India vragen daar expliciet om. Volgens de Staatssecretaris houdt het Asian Pacific Pact niets om het lijf, maar dat betekent niet dat je de idee die eraan ten grondslag ligt maar de prullenbak in moet gooien. Ik zou me ook kunnen voorstellen dat we i.p.v. één wereldomvattend verdrag, een stelsel van meerdere verdragen krijgen met verschillende partijen. Als al die alternatieven met voor- en nadelen in kaart worden gebracht dan kunnen we die discussie tenminste alvast beginnen. Ik ben benieuwd naar de uitkomst van het interdepartementaal beleidsonderzoek in januari 2007. Dat lijkt mij een ideale gelegenheid om zulke senario's als alternatief voor de huidige Kyoto aanpak te verkennen. Gelukkig lijkt technologieoverdracht daarin een rol te kunnen spelen.

Het allocatieplan
Wat het concept-allocatieplan betreft het volgende. Het is weer het oude liedje. Het bedrijfsleven claimt te weinig ruimte, de milieubeweging teveel. Maar zolang de Kyoto doelstellingen lijken te worden gehaald, ziet de VVD geen reden de plafonds te verlagen. Wij willen ook zeker stellen dat ons allocatieplan qua systematiek en reikwijdte niet afwijkt van die van ons omringende landen, voordat het wordt ingestuurd. Ik kijk dan in het bijzonder naar Duitsland. De korting voor energiebedrijven bijvoorbeeld valt daar lager uit, zo beargumenteert EnergieNed. Is dit waar, zo vraag ik de Minister? En heeft dat dan niet tot gevolg dat de prijzen in Nederland t.o.v. Duitsland nog verder zullen oplopen? Zitten we voor wat betreft de definitie van verbrandingsinstallaties op één lijn? Wordt ook in andere landen 4% ingehouden en vervolgens verkocht c.q. geveild? Is het kortingspercentage - in Nederland 15% maar in Duitsland effectief 10% - zo begrijp ik, hetzelfde? Worden bepaalde sectoren apart behandeld, zoals nieuwe investeerders in electriciteitsproductie in Duitsland? Is de regeling voor nieuwkomers ongeveer hetzelfde (Nederland kent een drempel voor toewijzing van nieuwkomers, Duitsland niet)? Gaan andere landen nieuwkomers effectief weren als hun depot op is, of hebben zij dat anders geregeld? Zijn de methoden van toewijzing dezelfde? Wat de VVD betreft wordt het plan pas ingestuurd wat de koers is die landen als Duitsland, België en Frankrijk volgen. Geen haast dus. Ook Engeland heeft al aangekondigd hun plan pas na de zomer naar Brussel te sturen. Als wij dat ook doen hebben wij tegen die tijd meer zicht op de plannen van andere lidstaten en kan het parlement zich er nogmaals over buigen.
Vervolgens vraag ik mij nog af waarom het kortingspercentage ook op WKK van toepassing is. Als zij windfall profits zouden ontvangen - hetgeen onwaarschijnlijk is - hoe kan het dan dat WKK tegelijkertijd MEP subsidie ontvangt? Dat is toch tegenstrijdig beleid? WKK moet toch juist worden gestimuleerd? Ik vraag ook aandacht voor de glastuinbouwsector. Het plan vermeldt dat een deel mogelijk valt onder de electriciteitsproductiesector. Maar een verdere onderbouwing c.q. indicatie van de consequenties ontbreekt. Wij hebben een brief gekregen van 7 juni van glaskracht die daarop wél ingaat. Ik zou de Minister willen vragen, als hij een afschrift van die brief heeft, om daarop te willen reageren en rekening te willen houden met de daarin opgenomen opmerkingen. Wat installaties kleiner dan 20 MW betreft: die wil de Minister er buiten laten. Mijn advies zou zijn; gewoon doen en dit in het plan opnemen zonder dat vóóraf met Brussel te checken. Lijkt mij tactisch het meest handig.

Energiebesparing
Het kabinet probeert terecht de motie Van der Ham/Spies zo goed mogelijk uit te voeren. Een jaarlijks percentage van 1,7% is haalbaar tegen aanvaardbare kosten, zo stelt de Minister. Nog meer is technisch ook mogelijk, maar loopt enorm in de papieren. Een percentage van 2,3% per jaar kost bij ruwe schatting zo'n 4.5 mld per jaar. Dit lijkt mij niet kosteneffectief. Wij wachten de concrete plannen van het kabinet later dit jaar af. Europa kan hier trouwens enorm mee helpen door de normen voor energiegebruik van apparaten en motoren aan te scherpen. De vraag is overigens wel of dit niet tot gevolg zou hebben dat de import van apparaten en motoren van buiten de EU toeneemt, omdat die niet aan die normen hoeven te voldoen. Dat leidt dan weer tot oneerlijke concurrentie. Ik vermoed dat dezelfde eisen stellen aan importproducten niet mogelijk is in het kader van de WTO. Kan de Minister hier op ingaan?
Het DSM model
In het huidige emissiehandelssysteem moeten winnaars van marktaandeel rechten bijkopen van verliezers. Er staat een straf op groei. Bovendien leidt het huidige systeem tot windfall profits. Het systeem van veilen niet maar dat heeft weer als nadeel veel hogere prijzen waardoor de internationale concurrentiepositie van bedrijven in gevaar kan komen. Er zijn mogelijkheden om binnen de kaders van de huidige EU-richtlijn een alternatieve allocatiemethode (identiek aan de allocatiemethode voor NOx emissierechten) toe te passen, die niet alleen windfall profits voorkomt, maar ook werkelijke investeringen in nieuwe energiezuinige productiemethoden stimuleert. Uitgangspunt is dat opportuniteitskosten worden voorkomen en nieuwkomers gelijk worden behandeld aan bestaande installaties. E-producenten mogen niet de keuze hebben tussen enerzijds produceren en CO2-rechten inzetten of anderzijds niet produceren en rechten verkopen. Door het verkrijgen van CO2-rechten te koppelen aan de daadwerkelijk hoeveelheid geproduceerd product worden windfall profits voorkomen en vindt er geen verstoring van de markt plaats. Dit is wat ik maar kortheidshalve het `DSM' model noem, de bewindslieden zijn er ongetwijfeld mee bekend. Hoe kijkt de Minister tegen dit systeem aan? Probleem schijnt te zijn dat ex-poste verrekening door de Commissie niet wordt toegestaan. Maar als dat windfall-profits voorkomt en energie-efficiënte groeiers stimuleert, kortom, beter werkt dan het huidige systeem, dan zou het toch dom zijn dit niet ter discussie te stellen? Graag een reactie.
Nieuwe kolencentrales
Tenslotte een opmerking over nieuw te bouwen kolencentrales. Greenpeace en anderen hebben ongetwijfeld gelijk als zij stellen dat dit minder gewenst is voor het milieu dan gascentrales. Daar staat tegenover dat vanuit de noodzaak van diversificatie van de brandstofmix de bouw kolencentrales absoluut noodzakelijk is. Het is dus een kwestie van kiezen. Voor de VVD is diversificatie van de brandstofmix essentieel. De overheid moet er wel voor zorgen dat de voorwaarden zodanig zijn, dat zowel vanuit energetisch als vanuit milieu oogpunt de beste oplossing wordt gekozen. Economisch moet het overigens dan ook nog wel haalbaar zijn. Ik begrijp dat de Minister en Staatssecretaris van mening verschillen over wat voor soort centrale moet worden gebouwd. Ik sluit mij aan bij de Minister van Economische Zaken, dat de overheid niet moet bepalen welke technologie wordt ingezet. Dat doet uiteindelijk de markt. Ik verwacht van het kabinet dat het snel duidelijk maakt aan welke CO2 randvoorwaarden een kolencentrale moet voldoen. Op vertraging zitten wij niet te wachten, dat schaadt het vertrouwen in de overheid en dus het investeringsklimaat. Duidelijkheid is snel geboden. Wat kunnen wij in die zin van het kabinet verwachten? Overigens, een nog mooiere oplossing vanuit CO2 oogpunt is natuurlijk kerncentrales, maar dat is helaas voor clubs als Greenpeace en deze Minister onbespreekbaar. Wat een gemiste kans, het zou ook de voorzieningszekerheid en diversificatie van de brandstofmix ook zeer ten goede komen!

Donderdag 15 juni 2006