COR/06/79
Brussel, 15 juni 2006
Industriebeleid - Lissabon
Het succes van het Europese industriebeleid hangt af van
de regionaal-economische complexvorming in Europa
De Europese Commissie laat er geen twijfel over bestaan: "de
industriële structuur van de EU-economie zou veel beter opgewassen
kunnen zijn tegen het huidige proces van mondialisering. (...)de
EU-handel wordt over het geheel genomen vooral door
medium-hightechbedrijfstakken en laag- en middelhooggeschoolde
arbeidskrachten gekenmerkt". Met andere woorden: de Europese Unie is
niet goed opgewassen tegen de concurrentie van opkomende
industrielanden.
Het Comité van de Regio's is het ermee eens dat "de urgentie groot is
om het concurrentievermogen van onze industrie te versterken", aldus
Onno Hoes (ALDE/NL), gedeputeerde van de provincie Noord-Brabant, bij
de presentatie van zijn advies over de Mededeling van de Commissie
"Uitvoering van het communautair Lissabonprogramma: een beleidskader
ter versterking van de EU-industrie - Naar een beter geïntegreerde
aanpak van het industriebeleid". De leden van het CvdR hebben dit
advies tijdens de zitting van 15 juni met meerderheid van stemmen
goedgekeurd.
De Europese Commissie stelt voor het Europese industriebeleid te
herschikken om het groeipotentieel te verbeteren, de Unie
aantrekkelijker te maken en banen te creëren. Deze herschikking zou
gestalte moeten krijgen via een reeks bedrijfstakoverschrijdende
initiatieven, zoals de verbetering van de vaardigheden, de aansturing
van de structurele veranderingen in de industrie, en
bedrijfstakspecifieke voorstellen, bijvoorbeeld voor de farmaceutische
industrie, de defensie-industrie, de IT-industrie en de
communicatietechnologie.
Het Comité van de Regio's stemt in met deze nieuwe opzet van het
industriebeleid, maar dringt er bij de Commissie op aan haar aanpak te
herzien. "In de wereldwijde economische concurrentie ontwikkelt Europa
zijn toekomstige kracht vooral in competitieve regio's. Deze Europese
valleys, gebouwd op oude industrieën en bedrijfstakken, zijn de
toekomstige motoren voor economische en sociale vernieuwing", aldus de
rapporteur, die als voorbeeld de zich in Vlaanderen, Zuid-Nederland en
Noordrijn-Westfalen ontwikkelende regio HAMEL noemt, bestaande uit de
steden Hasselt (VL), Leuven (VL), Aken (NRW), Maastricht (L) en
Eindhoven (N-Br). "Op het terrein van hoogwaardige technologie werken
bedrijven en kennisinstellingen hier internationaal samen vanuit een
`open innovatiestrategie" met de ambitie om nummer 1 in de wereld te
worden".
Het CvdR hoopt dat in het vernieuwde industriebeleid van de Commissie
sterker aandacht wordt geschonken aan dit model voor de toekomst, om
beter te kunnen anticiperen op de regionaal-economische complexvorming
in Europa.
De structuurfondsen en de kaderprogramma's als KP7 en CIP zouden meer
gebundeld moeten worden ingezet in de regio's, en toegankelijker
moeten worden gemaakt voor het MKB.
In dit nieuwe industriebeleid zou er bovendien expliciet aandacht
moeten zijn voor het stimuleren van regio's met een achterstand. Het
CvdR stelt voor het aangaan van interregionale economische
partnerships tussen sterke en zwakke regio's verplicht te stellen,
bijvoorbeeld door het aangaan van dergelijke partnerships als
voorwaarde te stellen voor bijdragen uit de EU-kaderprogramma's en
structuurfondsen.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met:
Estelle POIDEVIN
Tel. +32 (0)2 282 22 70
E-mail: estelle.poidevin@cor.europa.eu
Dennis ABBOTT
Tel. +32 (0)2 282 20 99
E-mail: dennis.abbott@cor.europa.eu
Martin MALLON
Tel. +32 (0)2 282 20 33
E-mail: martin.mallon@cor.europa.eu
European Union