Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag informeer ik u, mede namens mijn ambtgenoot van Justitie, over de stand van zaken met betrekking tot de bereidheid van de Nederlandse regering mee te werken aan het verzoek van het Speciale Hof voor Sierra Leone (SCSL) om Charles Taylor in Den Haag te berechten. Hierbij zij verwezen naar de brief van de regering van 7 april jl. (Kamerstuk 2005-2006 28 498, nr. 14) en de daarin genoemde voorwaarden.

Aan de eerste voorwaarde, een voldoende juridische basis voor de berechting van Taylor in Nederland door het SCSL, is zo goed als voldaan. De ontwerpresolutie die de Veiligheidsraad in voorbereiding heeft, zal waarschijnlijk binnen enkele dagen in stemming worden gebracht.

Direct na aanvaarding van de Veiligheidsraadresolutie zal het reeds voorbereide zetelverdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het SCSL worden afgesloten. Zowel de Veiligheidsraadresolutie als het zetelverdrag zullen kort daarna in het Tractatenblad worden gepubliceerd.

Hiermee is een deugdelijke rechtsgrondslag voor de berechting van Taylor door het SCSL in Den Haag voldoende gewaarborgd. Voorts zal een wetsvoorstel waarin nadere regelingen worden getroffen ten behoeve van de detentie en berechting van Taylor door het SCSL in Nederland met de grootst mogelijke spoed bij de Raad van State aanhangig worden gemaakt, ten einde het op de kortst mogelijke termijn bij de Staten-Generaal in te kunnen dienen.

Ten tweede is een Memorandum of Understanding gesloten tussen het SCSL en het Internationaal Strafhof over het beschikbaar stellen van de faciliteiten van het Strafhof (in het bijzonder celruimte en rechtszaal), eveneens een voorwaarde van Nederland.

Ten derde is vermeldenswaard dat de Britse regering heeft toegezegd bereid te zijn Taylor in geval van veroordeling zijn straf in het Verenigd Koninkrijk te laten uitzitten. Daartoe zal de Britse regering de benodigde wetgeving voorbereiden en aan het Parlement ter goedkeuring aanbieden. Tussen Nederland en het SCSL is afgesproken dat in geval van eventuele vrijspraak het Hof er voor zal zorgen dat Taylor Nederland zal verlaten.

Nu aan de door Nederland gestelde voorwaarden is voldaan, ziet de regering geen belemmering meer voor de komst van Taylor naar Den Haag en geeft zij graag gevolg aan het beroep dat het SCSL en de Veiligheidsraad op haar doen. Waarschijnlijk zal het SCSL in overleg met het Internationaal Strafhof besluiten Taylor op korte termijn naar Nederland over te brengen.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Dr. B.R. Bot


---- --