Groen!
Groen! wil gedurfde maatregelen voor betere onderwijskansen in Vlaamse
Kleinere klassen, niet enkel in het kleuteronderwijs; een efficiëntere
besteding van middelen voor scholen met veel kansarme en allochtone
kinderen en extra centen voor het onderwijs in grote steden als
Antwerpen en Gent. Dat zijn de drie belangrijkste punten van een
voorstel tot decreet van Groen! rond de achterstelling van kansarme en
allochtone leerlingen in het Vlaams onderwijs.
We moeten eindelijk durven kiezen voor een echt doelgroepenbeleid voor
de opvang van kansarme en allochtone leerlingen. En: deze Vlaamse
regering moet meer geld vrijmaken voor de organisatie van het
onderwijs in grote steden als Gent en Antwerpen, zegt Freya Piryns,
Groen!-gemeenteraadslid in Antwerpen. Alleen: deze regering zegt wel
een investeringsregering te zijn maar uit de cijfers blijkt helemaal
niet dat ze echt wil investeren in gelijke onderwijskansen van
allochtone leerlingen.
1. Kleinere klassen: het reduceren van het aantal leerlingen per klas
is de basisvoorwaarde voor gelijke onderwijskansen
Freya Piryns verwijst hiermee naar de belofte van Vlaams
onderwijsminister Frank Vandenbroucke (SP.A) om in het
kleuteronderwijs kleinere klasjes toe te laten. Het reduceren van het
aantal leerlingen per klas is de basisvoorwaarde voor gelijke
onderwijskansen. Je kan het vergelijken met het beeld van een ui. De
kiem en kern zijn kleinere klassen en daarom heen kan elke
noodzakelijke schil groeien, zoals meer differentiatie, meer
leerling-leerkracht interactie, grote leerkrachtentevredenheid, minder
vroegtijdig afhaken van jonge leerkrachten, . Alleen, zo weet Vlaams
volksvertegenwoordiger Jef Tavernier (Groen!): De minister belooft
veel maar hij maakt er geen geld voor vrij. Met andere woorden: de
kleine klasjes zullen er nu niet komen, als het van deze regering
afhangt. Jef Tavernier verwijst naar de begrotingswijziging van de
Vlaamse regering: nergens is er extra geld voorzien voor de
daadwerkelijke realisatie van kleinere klasjes in de laatste
kleuterklas. Groen! vraagt de minister dan ook met aandrang om de
nodige budgetten 40 miljoen euro in te schrijven in de begroting 2006
zodat dit vanaf 1 september kan gerealiseerd worden. Groen! zal
daartoe een amendement in de plenaire bespreking van de
begrotingscontrole 2006 indienen.
Dit als opstap naar een veralgemening van kleinere klassen in het
kleuteronderwijs en het lager onderwijs, waarvoor de nodige middelen
moeten worden voorzien in de meerderjarenbegroting.
2. Scholen met een hoog aantal allochtone en kansarme leerlingen
moeten meer middelen krijgen. Een extra inspanning voor de grote
steden is absoluut noodzakelijk.
Freya Piryns en Jef Tavernier roepen de minister evenzeer op tot een
urgente inspanning wat betreft de doorstroming van kansarme en
allochtone leerlingen in het Vlaams onderwijs. De OESO was in haar
laatste rapport vernietigend voor de achterstelling van allochtone
leerlingen in het Vlaams onderwijs. De Vlaamse onderwijsminister
reageerde scherp op het rapport. Maar desondanks worden geen
substantiële maatregelen voorzien in zijn begroting. Wachten tot een
nieuw financieringssysteem ten vroegste in 2008, is gewoon schandalig.
De minister geeft daarmee het signaal dat hij de kansen van de huidige
generatie allochtone leerlingen opgeeft, stelt Freya Piryns. Piryns
roept de minister op om nu al voor de komende schooljaren gedurfde
keuzes te maken. We moeten eindelijk durven allochtone leerlingen als
volwaardige kansengroep te erkennen. Het blijkt vandaag politiek not
done om een positief doel(groepen)beleid te verdedigen. Groen!
verdedigt een andere visie: gelijke kansen verantwoordt ongelijke
behandeling en dus doelgroepmaatregelen, zeker als de achterstand
dermate dramatisch is als uit het OESO-rapport blijkt.
Concreet wil Groen! dat scholen met een hoog aantal allochtone en
kansarme leerlingen meer middelen krijgen toegewezen.
Technisch is dat makkelijk realiseerbaar, meent Jef Tavernier. Hij
verwijst daarvoor naar de artikelen met betrekking tot het
geïntegreerd ondersteuningsaanbod in het huidige GOK-decreet, het
decreet Gelijke OnderwijsKansen. Groen! wil dat bij de toekenning van
de GOK-middelen de criteria thuistaal niet Nederlands en diploma van
de ouder(s) (een verfijning van het huidige criterium diploma van de
moeder)een zwaarder gewicht krijgen. Op basis van de gegevens van de
centrumsteden blijkt dat deze de meest voorkomende
achterstellingsindicatoren zijn. Samen met een substantiële
middelenverhoging kan dit de basis vormen om een gedegen
GOK-schoolbeleid op lange termijn te kunnen uitbouwen, aldus
Tavernier. In concreto komt het er op neer dat een school die minstens
4 op de 10 kansarme en/of allochtone kinderen telt extra middelen zal
moeten ontvangen. Ter ondersteuning van de concentratiescholen willen
we gaan naar eenzelfde ondersteuning dan diegene die momenteel voor de
scholen uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van toepassing is. In
Vlaanderen krijgen scholen met 80% kansarme en allochtone kinderen 10%
extra bovenop hun GOK-middelen, in Brussel krijgen alle scholen los
van het aantal kansarme of allochtone leerlingen naast meer voordelige
aanwendingscriteria nog eens 50% extra GOK-middelen omwille van de
tweetaligheid. Kortom, Vlaanderen moet zich in deze minstens spiegelen
aan Brussel. In steden als Gent of Antwerpen worden sommige scholen
niet geconfronteerd met twee maar soms wel met twintig talen!
Vlaanderen moet het huidige GOK-decreet daarvoor bijsturen. Het
decreet had nobele bedoelingen: de achterstelling van autochtone en
allochtone kansarme leerlingen tegen gaan. Maar de praktijk wijst uit
dat momenteel de middelen niet echt gaan naar die scholen die ze het
meest nodig hebben. Dat maakt dat de onderwijsachterstelling van
allochtonen en autochtone generatie-armen ondersneeuwt.
3. Besturen van de grote Vlaamse steden moeten ervoor zorgen dat
kinderen uit de buurt naar de lagere school in hun buurt kunnen.
Groen! wil dat scholen terug het hart van de wijk worden. Zeker in
grootsteden als Antwerpen en Gent is dat noodzakelijk. Het belang van
alle vormen van ouderbetrokkenheid is immers immens. Groen! roept op
tot waakzaamheid bij het afsluiten van nieuwe convenanten rond
onderwijsopbouwwerk. Met de heroriëntering van het Sociaal Impulsfonds
naar het Stedenfonds begin 2003 werd de hakbijl gezet in het zogeheten
onderwijsopbouwwerk. In 2007 moeten hieromtrent nieuwe afspraken,
convenanten, worden gemaakt met de respectieve stadsbesturen. De
stedelijke overheden dragen hierin een verpletterende
verantwoordelijkheid. Het is een case om te zien hoe social minded ze
zijn. stelt Jef Tavernier.
De brede school blijkt vandaag een toverwoord in de strijd tegen
kansarmoede. Groen! gelooft sterk in dit concept maar wil er op
aandringen dat de basiscondities (vorming, tijd, ) in orde zijn om te
vermijden dat brede schoolprojecten gedoemd zijn om te mislukken.
Concreet wil Groen! alvast de openstelling van de schoolinfrastructuur
in de grote steden.
Dat is een minimale voorwaarde om van je school het hart van je wijk
te maken, meent Freya Piryns. Groen! roept de stadsbesturen op
openschoolovereenkomsten af te sluiten met de betrokken scholen en
wijken. Opbouwwerk- of brede school-projecten zijn noodzakelijk om een
belangrijke prioriteit in grootsteden als Antwerpen en Gent te helpen
realiseren; met name een kwaliteitsvolle opvang van de anderstalige
kinderen van asielzoekers.
We moeten komen tot een basisschool die de spiegel is van een wijk,
concludeert Freya Piryns. Dat houdt in dat er duidelijke
voorrangsregels zijn voor de inschrijvingen van kansarme autochtone en
allochtone leerlingen. In Gent en iets moeizamer in Antwerpen bestaan
dergelijke voorrangsmaatregelen. Groen! wil de invoering van een
verplichte gemeenschappelijke voorrangsperiode voor de inschrijving
van kansarme autochtone en allochtone leerlingen in het basis en
secundair onderwijs in de Vlaamse centrumsteden en hun rand. Het
vastleggen van dergelijke regels maakt het voor de ouders ook
duidelijk. Groen! wil naar voorbeeld van Nijmegen met GroenLinks in
het bestuur, opvolgen hoe wijkgebonden voorrangscriteria in het
inschrijvingsbeleid kunnen ingevoerd worden. Kinderen uit de buurt
moeten naar de lagere school in hun buurt kunnen.