15 juni 2006
Zwarte wouwen werden al wel eerder gespot in natuurgebied de Gelderse
Poort. Maar deze roofvogels waren tot nu toe altijd op doortrek bij
het aandoen van dit natuurgebied. Er werd daarbij al wel eens
aanstalten gemaakt tot een broedpoging, maar tot nu toe bleef het
daarbij. Nu is het in de Gelderse Poort wachten op het daadwerkelijke
eerste broedgeval. Staatsbosbeheer hoopt dat bij een geslaagde
broedpoging deze jongen de eerste van een hele generatie in het
rivierengebied broedende zwarte wouwen worden.
Sinds 1997 wordt de Gelderse Poort door enthousiaste vogelaars van de
vogelwerkgroepen Nijmegen en Arnhem gebiedsdekkend geïnventariseerd.
Dit nauwkeurig volgen van alle vogels het hele jaar, maar vooral in
het voorjaar, leidde er dan ook toe dat zij als eerste de zwarte wouw
in het gebied ontdekten. Vanwege de kwetsbaarheid van de mogelijke
broedplaatsen houden de vogelaars en Staatsbosbeheer deze locaties
angstvallig geheim. Ze willen zo voorkomen dat overenthousiaste,
nieuwsgierige natuurliefhebbers een nest verstoren.
De laatste tijd is er veel heen en weer gebeld tussen vogelaars en
Staatsbosbeheer. Onderwerp van gesprek is steevast of er nu wel of
niet een zwarte wouw aan het broeden is in de Gelderse Poort. Want de
zwarte wouw kan een heimelijk gedrag vertonen tijdens broeden en laat
zich in de buurt van zijn nest niet graag bekijken. Is het nu zover
dat de dieren dusdanige omstandigheden aantreffen dat ze het niet bij
een poging laten en er serieus werk van maken? Het is heel
voorspelbaar dat dit gaat gebeuren. Maar wanneer is het feitelijk
zover en gaan deze prachtige roofvogels serieus aan het broeden?
De zwarte wouw is een grote roofvogel, die al vliegend jaagt. Hij is
ongeveer zo groot als een buizerd, maar heeft scherpe staarthoeken. De
staart is daardoor enigszins gevorkt. De spanwijdte van de vleugels is
wel groter als van de buizerd namelijk 1.55 meter. Ze houden van
halfopen landschap met bosschages met water in de buurt. De zwarte
wouw jaagt op kleine zoogdieren, insecten en vis, maar is ook een
aaseter. Ze eten als aas vooral dode vis. Ze ruimen zo dus het een en
ander aan dode dieren op, ze zijn als het ware natuurlijke stofzuigers
langs de waterkanten.
De actief naar prooi en voedsel zoekende dieren vinden de
omstandigheden in de Gelderse Poort kennelijk zo goed dat ze hier
blijven in plaats van door te trekken. Dit zegt veel - gezien hun
gevarieerde menu- over de gunstige omstandigheden en ontwikkelingen
in het rivierengebied en dat niet alleen voor deze roofvogels, maar
ook voor andere diersoorten. De werkzaamheden die in de Groenlanden en
de Oude Waal ten gunste van riet en rietmoeras zijn genomen pakken
blijkbaar goed uit. Want hierdoor is meer afwisseling ontstaan. Hier
profiteren ook allerlei andere soorten van, zoals de dodaars die in
veel plassen en waterpartijen te horen is.
Staatsbosbeheer