Online pesten versterkt schadelijke gevolgen
Ivo
Online pesten versterkt schadelijke gevolgen pesten in het 'echte leven'
Rotterdam, 15 juni 2006 - Eén op de 5 jongeren van 11-15 jaar wordt regelmatig
(minstens 1 keer per maand) slachtoffer van online pesten. Pesten in het echte leven komt
echter vaker voor. Eén op de drie à vier jongeren maakt dit maandelijks mee.
Zowel online gepest worden als in het echt gepest worden, hangt samen met psychosociale
problemen. In het echt gepest worden lijkt meer nadelige gevolgen te hebben dan online
gepest worden. Online gepest worden kan de schadelijke gevolgen van pesten in het echte
leven echter versterken. Jongeren die zowel in het echt als online gepest worden zijn
somberder, eenzamer en hebben een negatiever zelfbeeld dan jongeren die alleen online of
alleen in het echt gepest worden. Dit blijkt uit de resultaten van de eerste meting van
het monitoronderzoek 'Internet en Jongeren' van het IVO. Het onderzoek wordt uitgevoerd
onder 4500 leerlingen van groep 7 en 8 van het basisonderwijs en klas 1 en 2 van het
voortgezet onderwijs. De resultaten zijn representatief voor Nederlandse leeftijdgenoten.
Jongens en VMBO-leerlingen worden vaker gepest
Jongeren die in het echte leven gepest worden, lopen een groter risico om ook slachtoffer
te worden van online pesten. Het hebben van online contacten met jongeren die men alleen
via internet kent, en intensief gebruik van profielsites (b.v. Sugababes en CU2), Habbo
Hotel en de MSN-messenger verhogen de kans op digitale pesterijen. Jongeren die zelf
online pesten, worden zelf ook vaker slachtoffer van pesterijen op internet. Jongens en
VMBO-leerlingen worden vaker online gepest dan meisjes en HAVO- en VWO-leerlingen.
Jongeren die in het 'echt' gepest worden zijn vaker online
Jongeren die in het echt gepest worden, internetten meer uren per week dan jongeren die
niet in het echt gepest worden, te weten 18 en 10 uren per week. Ze lijken internet onder
andere te gebruiken om met negatieve ervaringen in het echte leven om te gaan. Dit
intensieve internetgebruik heeft zowel positieve als negatieve kanten. Aan de ene kant
lijkt internetten en MSN-en gevoelens van eenzaamheid te kunnen voorkomen. Aan de andere
kant vergroot het de kans op online pesterijen en daarmee het risico op depressieve
gevoelens.
Positieve kanten van MSN-en belangrijker dan negatieve
Gebruik van de MSN-messenger hangt sterker samen met positieve dan met negatieve online
ervaringen. Door de positieve ervaringen die jongeren via de MSN-messenger op kunnen doen
(bijvoorbeeld bevestiging, steun en intimiteit) kan het gebruik van de messenger een
gunstig effect hebben op het welbevinden van jongeren en bijvoorbeeld gevoelens van
eenzaamheid verminderen. Hoewel intensief internetgebruik ook risico's met zich
meebrengt, vooral het risico op online gepest worden en het ontwikkelen van compulsief
internetgebruik, lijken deze positieve gevolgen belangrijker te zijn.
Bijna 1 op 25 leerlingen internetverslaafd
Van de jongeren vertoont 3,8% duidelijke kenmerken van compulsief internetgebruik
'internetverslaving', dat is bijna 1 op de 25 leerlingen. Dit betekent dat bij ruim
30.000 Nederlandse leerlingen van groep 7 en 8 van het basisonderwijs en klas 1 en 2 van
het voortgezet onderwijs sprake is van compulsief internetgebruik. Ze hebben moeite hun
internetgebruik onder controle te houden, zijn obsessief met internet bezig en het
internetten gaat ten koste van andere bezigheden zoals huiswerk en contact met
gezinsgenoten. Deze jongeren internetten gemiddeld 24 uur per week, tegen 11 uur per week
door andere jongeren. Compulsief internetgebruik hangt vooral samen met het spelen van
online games, MSN-en en het gebruik van profielsites. Opvallend is dat allochtone
kinderen en leerlingen van het VMBO vaker kenmerken van compulsief internetgebruik
vertonen dan autochtone kinderen en HAVO/VWO leerlingen.
De tweede meting van dit monitoronderzoek zal in januari 2007 worden uitgevoerd. Het
huidige onderzoek werd mede mogelijk gemaakt dankzij financiële steun van Stichting
Volksbond Rotterdam, Wanadoo, Novadic-Kentron en Ict op School. Stichting Volksbond
Rotterdam stimuleert o.a. onderzoek naar problemen rond verslaving en maatschappelijke
ontwikkelingen, en hecht daarom waarde aan onderzoek naar de gevolgen van
internetgebruik, speciaal bij jongeren. Paul Lempers, Marketing Directeur van Wanadoo
licht toe waarom Wanadoo dit onderzoek financieel steunt: 'Onderzoek naar de effecten en
gevolgen voor jongeren bij het gebruik van internet vindt Wanadoo erg belangrijk. Inzicht
in verantwoord internetgebruik is van essentieel belang om jongeren en ouders te kunnen
adviseren over de manier waarop ze dit medium in hun dagelijks leven gebruiken voor
informatie, communicatie en vermaak.'
Ingezonden persbericht