15 jun 2006
Onderdeel: Wageningen UR
Palingen kunnen de duizenden kilometer lange reis van Europa naar het
paaigebied in de Sargassozee met gemak aan. En deze krachtstoer
stimuleert de vissen ook nog om geslachtsrijp te worden. Vervuiling en
virussen bemoeilijken de lange reis.
Palingen zwommen met gemak 5.500 kilometer in de zwemtunnel van dr.
Vincent van Ginneken in Leiden. Daarmee bewees hij dat een paling de
lange reis van de Europese kust naar haar paaigebied in de Sargassozee
in de westelijke Atlantische Oceaan makkelijk kan zwemmen. Van
Ginneken bouwde een zwemtunnel met een inhoud van 127 liter en een
lengte van twee meter, een zogeheten Blazka-zwemtunnel waar
visonderzoekers al langer ervaring mee hebben. Door een constante
waterstroming blijven de vissen voortdurend in beweging. De
stroomsnelheid van het water werd aangepast aan de natuurlijke
zwemsnelheid van de vissen, ongeveer een halve lichaamslengte per
seconde.
De 5.500 kilometer legt de paling af in ongeveer zes maanden tijd. Het
vetpercentage blijkt cruciaal voor deze krachttoer. Vissen met een
lager vetpercentage dan dertien procent houden het zwemmen niet lang
genoeg vol en bereiken de 'eindstreep' niet. Van Ginneken: 'We kunnen
concluderen dat Europese palingen erg efficiënte zwemmers zijn en dat
gezonde, goed gevoede palingen in staat zijn de Sargassozee te
bereiken, waarbij ze genoeg energiereserves behouden voor
reproductie.'
Wereldwijd zijn de palingpopulaties in de afgelopen decennia sterk
afgenomen, maar de exacte oorzaak is onbekend. Mogelijk komt dit
doordat de paling moeite heeft om de vergelegen paaigebieden te
bereiken, zoals de Sargassozee en de Koraalzee in de Grote Oceaan,
waar Australische palingsoorten paaien.
Waterverontreiniging kan hierbij een rol spelen. Van Ginneken
onderzocht het effect van pcb's. Die verstoorden de
energiestofwisseling van de paling. Hij toonde ook aan dat
virusinfecties die regelmatig zijn waargenomen in wilde en gekweekte
palingen vooral tijdens de migratie een dodelijk gevolg hebben.
Hierdoor kregen palingen in de zwemtunnel bloedingen op het lichaam en
bloedarmoede. Ze stierven na 'slechts' duizend tot vijftienhonderd
kilometer zwemmen.
Zwemmen is voor de paling niet alleen een afmattingslag, het
stimuleert ook dat de vissen geslachtsrijp worden. Schieraal is niet
geslachtsrijp als die de zee op zwemt. De geslachtsrijping moet
plaatsvinden tijdens de half jaar durende trek op de Atlantische
oceaan. In zijn proefschrift laat Van Ginneken aan de hand van
veranderingen van de geslachtsorganen en hormoonniveaus zien, dat
zwemmen een duidelijke stimulans is voor de geslachtsrijping.
Vincent van Ginneken promoveerde op 14 juni bij hoogleraar prof. Johan
Verreth, hoogleraar Aquacultuur en visserij aan Wageningen
Universiteit.
Hugo Bouter
Bovenstaand bericht is geproduceerd door de redactie van Wb, het
weekblad voor Wageningen UR. Het wordt u aangeboden door de afdeling
Corporate Communicatie. Meer informatie bij Pers- en
wetenschapsvoorlichting van Wageningen UR, e-mail:
pers.communicatie@wur of bij de Redactie van Wb, e-mail:
wb@cereales.nl. Zie meer nieuws en archief op http://www.wb-online.nl.
Wageningen Universiteit