Rijksuniversiteit Groningen

Persbericht

Rijksuniversiteit Groningen

Nummer: 67

Datum: 7 juni 2006

Auditieve illusies: horen wat niet meetbaar is

Meten is weten, maar niet altijd: volgens het onderzoek van Maartje Schreuder naar taal en muziek horen mensen soms wat niet meetbaar is. "Luisteraars horen wat ze verwachten te horen, maar baseren hun waarneming op een auditieve illusie. Zo horen ze klemtonen die door de apparatuur helemaal niet worden geregistreerd." Maartje Schreuder promoveert op 15 juni 2006 aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Dat taal en muziek nauw aan elkaar verwant zijn, was al langer bekend. Maartje Schreuder: "De structuur van muziek wordt bepaald door groepjes noten, waarvan de onderlinge samenhang en hiërarchie worden bepaald door accenten. Accenten geven aan welke noten belangrijk zijn en welke niet. Zo ontstaat muzikaal ritme. Als je luistert naar spraak, zet je automatisch dat wat je hoort om in een bepaalde ritmische structuur."

Verschuivende klemtonen

In haar onderzoek laat zij zien hoe muziektheorie kan helpen sommige lastige taalkundige kwesties op te lossen. "Zo heb ik onderzocht in hoeverre het spraakritme verandert als mensen sneller praten. Het lijkt erop dat mensen een soort metronoom in hun hoofd hebben waardoor ze om de 300 milliseconden een klemtoon verwachten. Als je het woord 'perfectionist' in een normaal tempo uitspreekt, hoor je twee klemtonen: de hoofklemtoon op 'ist' en de zogenaamde nevenklemtoon op 'fec'. Spreek je dit woord snel uit, dan kan het gebeuren dat de nevenklemtoon verschuift en komt te liggen op de eerste lettergreep 'per'. In muziektermen horen mensen dan een triool, met een klemtoon op de eerste en op de laatste lettergreep. Toch registreert de opnameapparatuur deze verschuiving niet. Om de communicatie gemakkelijker te maken, verwachten we blijkbaar een bepaald ritme en registreren we dus soms klemtonen op plaatsen waar ze helemaal niet voorkomen. Het was trouwens wel een grote verrassing om te constateren dat luisteraars deze verschuiving duidelijk horen, terwijl de meetapparatuur dat niet doet."

Teigetje en Iejoor in majeur en mineur

Een andere overeenkomst tussen taal en muziek komt tot uiting in de intonatie van spraak. Schreuder: "Als mensen praten, hoor je een zekere melodie die wordt veroorzaakt door de intonatie. Iemand die vrij vlak spreekt, klinkt in onze oren somber, terwijl iemand met een groot bereik juist vrolijk klinkt. In de muziek wordt een sombere gemoedstoestand vaak uitgedrukt in mineur en vrolijkheid in majeur. In mijn onderzoek lezen leerkrachten van de basisschool dialogen voor van de personages Teigetje en Iejoor uit Winnie de Poe. Zoals ik al verwachtte, klinkt de spraak van de vrolijke Teigetje majeur en dat van de sombere Iejoor mineur. Dit blijkt ook uit de variaties in toonhoogte. Net als in de muziek lijkt het er dus op dat we ook in onze spraak mineur en majeur gebruiken om onze gemoedstoestand over te brengen."

Curriculum vitae

Maartje Schreuder (1974, Groningen) studeerde Nederlands en Algemene Taalwetenschap aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij verrichtte haar promotieonderzoek bij de vakgroep Algemene Taalwetenschap, het onderzoeksinstituut Center of Language and Cognition Groningen van de onderzoekschool Research School of Behavioral and Cognitive Neurosciences van de faculteit Letteren van de RUG. Zij werkt per 1 oktober 2006 enkele uren als docent Nederlands aan de universiteit van Oldenburg, Duitsland. Zij promoveert tot doctor in de Letteren. Haar promotor is prof. dr. J. Koster en haar co-promotor is dr. D.G. Gilberts. De titel van haar proefschrift luidt Prosodic Processes in Language and Music. ISBN-nummer is 90-367-2636-0, digitale versie 90-367-2634-9.



Rijksuniversiteit Groningen