Unie KBO: ouderen verdiend met pensioen
Unie kbo
Unie KBO: ouderen verdiend met pensioen
Er is inmiddels veel gezegd en geschreven over het vergrijzingsvraagstuk: 'wie betaalt wat
en op welk moment' en wat is 'rechtvaardig'. Opvallend is dat diverse generaties ouderen
daarbij vaak over één kam worden geschoren. De Unie KBO, met 282.000 leden
de grootste seniorenorganisatie van Nederland, liet SEO Economisch Onderzoek (gelieerd
aan de Universiteit van Amsterdam) onderzoek doen naar de verschillende generaties ten
aanzien van de participatie over de gehele levensloop. Op basis van dit onderzoek trekt
de Unie KBO de conclusie dat ouderen 'verdiend met pensioen gaan'. Bij de voorstellen om
de kosten van de vergrijzing te financieren bestaat géén aanleiding om de
lasten eenzijdig bij (groepen) ouderen neer te leggen. De Unie KBO blijft pleiten voor
een evenwichtige verdeling van de vergrijzingslasten over de verschillende generaties.
Het SEO-onderzoek is uitgevoerd door Inge Groot en Klarita Sadiraj van SEO Economisch
Onderzoek. Bij het onderzoek draaide het niet alleen om betaalde maar nadrukkelijk ook om
huishoudelijk arbeid. Hun opmerkelijkste bevindingen zijn:
- het aantal uren dat mensen gedurende hun leven werken is al een aantal decennia lang
redelijk constant. Dit geldt zowel voor het aantal uur dat mensen betaalde arbeid
verrichten, als voor het aantal uur dat aan huishoudelijke arbeid wordt besteed.
- de arbeidsparticipatie van mannen is de afgelopen decennia gestaag afgenomen. Mannen
zijn de afgelopen jaren wel steeds meer tijd gaan besteden aan huishoudelijke arbeid.
Voor vrouwen liggen de trends precies omgekeerd. De arbeidsparticipatie van vrouwen is de
afgelopen decennia steeds toegenomen, terwijl de tijd die vrouwen besteden aan
huishoudelijke arbeid is afgenomen.
- de baby-boom en de jongere generaties werken beiden een minder groot deel van hun leven
dan de generatie voorafgaand aan de baby-boom generatie. Dit vloeit onder meer voort uit
het feit dat mensen in de loop der tijd steeds ouder worden.
- de participatie van mannen verschilt steeds minder van die van vrouwen. De verwachting
is dat het verschil in de nabije toekomst geheel zal verdwijnen, mits de huidige trends
naar een meer gelijkmatige verdeling van huishoudelijke taken en een stijgende
arbeidsparticipatie van vrouwen zich verder doorzetten.
De generatie die kort na de Tweede Wereldoorlog is geboren staat bekend als de baby boom
generatie. Een veelgehoorde indruk van deze groep is dat zij haar situatie prima heeft
geregeld. De afgelopen decennia is de werkweek aanzienlijk verkort. Ouderen kunnen nog
steeds gebruik maken van allerlei vervroegde uittredingsregelingen. Voor jongeren zijn de
vooruitzichten aanzienlijk minder gunstig. De afbouw van het prépensioen wordt vaak
als teken aan de wand gezien dat jongeren er aanmerkelijk minder goed van afkomen. Veel
wordt overgelaten aan het eigen initiatief: je eigen toekomst moet je vooral zelf goed
regelen. Dit soort beeldvorming raakt de kern van het vraagstuk van de vergrijzing: de
solidariteit tussen generaties. Voorstellen om de AOW-leeftijd op te trekken en om
rijkere ouderen mee te laten betalen aan de AOW-uitgaven zijn voorbeelden om meer
'evenwicht' te scheppen tussen lusten en lasten van generaties. Bij dit soort voorstellen
worden alle ouderen tot en met de baby boom generatie 'gemakshalve' over één
kam geschoren. Weerstand van ouderenorganisaties tegen dit soort voorstellen wordt nogal
eens opgevat als een bedenkelijke vorm van groepsegoïsme. De Unie KBO zal echter de
voorstellen consequent blijven beoordelen op het punt van de rechtvaardige verdeling over
de verschillende generaties.
-------------------
Noot voor de redactie,