14 juni 2006
In kader van werkzaamheden aan IJzeren Rijn
Weert verzoekt minister veerman om handhaving
Het college van B&W van de gemeente Weert heeft vandaag een brief gestuurd naar minister Veerman van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit waarin zij vraagt om een onderzoek naar werkzaamheden die onlangs zijn verricht aan een gedeelte van het tracé van de IJzeren Rijn tussen Weert en Budel.
De gemeente heeft onlangs geconstateerd dat op een aantal willekeurige plaatsen van dit spoorvak sprake is geweest van het vervangen van groepen spoorbielzen inclusief ballastbed. Het is duidelijk dat deze onderhoudswerkzaamheden hebben plaatsgevonden zonder dat daarvoor de benodigde ontheffingen en vergunningen ingevolge de Algemene Plaatselijke Verordening, de Flora- en Faunawet en de Natuurbeschermingswet zijn verleend.
Op grond van de bepalingen in de Flora- en Faunawet en Natuurbeschermingswet verzoekt het gemeentebestuur van Weert de minister nu over te gaan tot het nemen van handhavingsmaatregelen richting ProRail.
Het verrichten van onderhoudswerkzaamheden aan een gedeelte van de spoorbaan Weert-Budel, onderdeel van de IJzeren Rijn, door ProRail is al eerder onderwerp van discussie en inzet van gerechtelijke procedures geweest. Uiteindelijk resultaat daarvan was dat van verleende ontheffingen geen gebruik kon worden gemaakt en dat nieuw aangevraagde ontheffingen niet zijn verleend.
Het gemeentebestuur van Weert vindt vooral de ecologische toets vanwege de doorsnijding door dit deel van het spoorvak van het Vogelrichtlijngebied Weerter- en Budelerbergen, onontbeerlijk. De importantie van het gebied Weerter- en Budelerbergen uit een oogpunt van flora en fauna is onbetwist.
Overigens is op 2 juni jl. door ProRail een aanvraag om ontheffing ingevolge de Algemene Plaatselijke Verordening bij het college van B&W van Weert ingediend voor het verrichten van groot onderhoud op het spoorvak Weert-Budel.
Noot voor de pers,
Gemeente Weert