Geen strafvervolging militairen inzake kettingbotsing A28
AP Arnhem, 14 juni 2006
Op 18 januari 2006 zijn tijdens een militaire oefening twee rookpotten
tot ontbranding gebracht. Dit gebeurde op een militair oefenterrein op
ongeveer 450 meter afstand van de plaats waar later een ongeval op de
A28 plaatsvond.
Het Openbaar Ministerie in Arnhem concludeert uit het onderzoek van de
Koninklijke Marechaussee dat er ten tijde van het afsteken van de
rookpotten weersomstandigheden bestonden die het effect van de
rookpotten sterk beïnvloedden. Door de weersomstandigheden ontstond
een dichte rookwolk die niet verwaaide en zich maar langzaam
verplaatste.
De ontstane rookwolk heeft daarna het zicht op de A28 negatief
beïnvloed. Ter hoogte van de rookwolk is op de A28 een ongeval
gebeurd.
Het Openbaar Ministerie concludeert dat de betrokken militairen niet
gehandeld hebben in strijd met de geldende instructie met betrekking
tot het afsteken van rookpotten.
De effecten die de bijzondere weersomstandigheden hadden op de
rookontwikkeling waren niet te voorzien. Omdat de betrokkenen in
strafrechtelijke zin geen verwijt gemaakt kan worden zal geen
strafvervolging worden ingesteld.
Het Openbaar Ministerie in Assen heeft onderzoek gedaan naar mogelijke
strafrechtelijke gevolgen voor de automobilisten die betrokken waren
bij de kettingbotsing.
Openbaar Ministerie