Tijd als operadramaturg
Promotie Theater- en Muziekwetenschap
woensdag 14 juni 10.00 uur
Een van de grote uitdagingen voor de operaregie is de manier waarop met het tijdverloop moet worden omgegaan. Terwijl de theaterregisseur betrekkelijk veel vrijheid kent, is de operaregisseur sterker afhankelijk van de tijdstructuur die vooral de muziek hem oplegt. In zijn onderzoek geeft Erik Laeven een theaterwetenschappelijke lezing van dergelijke structuren in operapartituren. Hiertoe bouwt hij voort op de zogeheten 'tensieve' semiotiek van Fontanille en Zilberberg, een methode om spanning te beschrijven. Laeven gaat eerst in op de vraag welke soort betekenissen drama, muziek en opera afzonderlijk in zich dragen. Vervolgens behandelt hij de tijdstructuur in deze genres. Dit resulteert in een analytische benadering die is toegepast op vier opera's: L'Incoronazione di Poppea (1643) van Monteverdi, Les Huguenots (1836) van Meyerbeer, Pelléas et Mélisande (1902) van Debussy en La Délivrance de Thésée (1927) van Milhaud. Door de tijdstructuren in deze werken te analyseren is het mogelijk aan te geven hoe de focus van het verhaal en de zich voltrekkende handelingen verschuift. Op basis hiervan zijn de implicaties voor mogelijke ensceneringen aan te geven. Laevens onderzoek levert een bijdrage aan de ontwikkeling van de tensieve semiotiek, en aan de operadramaturgie vanuit een theaterwetenschappelijk perspectief.
F.A.M. Laeven: Tijd als operadramaturg. Een semiotisch-temporeel onderzoek naar het ensceneringspotentieel in operapartituren. Promotor is prof. dr. R. de Groot.
Dit is een overzicht van promoties, oraties, afscheidscolleges en andere activiteiten aan de Universiteit van Amsterdam. Meer informatie over de items in deze agenda kunt u krijgen bij de afdeling Persvoorlichting, tel. 020 - 525 2695, e-mail:
Universiteit van Amsterdam