European Union



IP/06/779

Brussel, 13 juni 2006

Openbare financiën in 2006: nieuw stabiliteits- en groeipact goed van start, maar de echte uitdagingen moeten nog komen

De balans van het eerste jaar waarin het hervormde stabiliteits- en groeipact (SGP) is toegepast, valt positief uit, maar er wachten nog meer belangrijke uitdagingen. Door de economische ratio achter het pact te versterken en beter rekening te houden met economische verschillen tussen landen, wordt de betrokkenheid van de lidstaten bij de regelgeving inzake begrotingsdiscipline vergroot. Consolidatie-inspanningen hebben een structureler, duurzamer en hoogwaardiger karakter. Een analyse van het preventieve gedeelte van het pact, dat gericht is op solide begrotingssaldo´s op middellange termijn, valt echter minder positief uit. Dit is des te zorgwekkender omdat door het huidige economische herstel in de Europese Unie en de eurozone juist meer in plaats van minder consolidatie-inspanningen vereist zijn. Dit zijn de conclusies in een vandaag goedgekeurde mededeling aan het Europees Parlement en de Raad waarvoor gebruik is gemaakt van het jaarverslag over de openbare financiën in de Europese Unie.

Commissaris Joaquin Almunia: Doordat er nu meer ruimte is voor een economisch gerichte oordeelsvorming, heeft de hervorming geleid tot een constructievere en transparantere beleidsdialoog op EU-niveau, tot een grotere ondersteuning en druk van collega´s en tot een soepelere en effectievere tenuitvoerlegging van het pact. Na de correctie van buitensporige tekorten is het noodzakelijk om door te gaan en een comfortabele begrotingspositie op middellange termijn te realiseren door juist nu, nu het beter gaat, de consolidatie-inspanningen op te voeren, maar dat blijft het moeilijkst. We mogen niet de dezelfde fout maken als in het verleden, indien we een veilige manoeuvreerruimte voor slechte tijden willen creëren en deze buitensporige tekorten - terecht - ook willen afbouwen.

Vandaag is de Commissie gekomen met een mededeling over de belangrijkste beleidsconclusies in haar verslag van 2006 over de openbare financiën in de EMU. De mededeling bevat ook een eerste analyse van de tenuitvoerlegging van het in juni afgelopen jaar herziene SGP en van de problemen die nog gaan komen.

Met de hervorming van het SGP in 2005 is aanzienlijke verbetering gekomen in de toepassing van de zogeheten buitensporigtekortprocedure.

Daardoor kan nu beter rekening worden gehouden met de situatie in een land zelf wat betreft economische groei en de openbare financiën, maar blijven landen met tekorten boven de 3% geconfronteerd worden met de buitensporigtekortprocedure.

Er zijn realistische termijnen vastgesteld voor de correctie van buitensporige tekorten. Daarbij wordt rekening gehouden met een zwakke economische groei, maar de aanbevolen budgettaire aanpassing blijft van wezenlijk belang, temeer daar in deze aanpassing eenmalige en tijdelijke effecten buiten beschouwing blijven en buitensporige tekorten daarmee op duurzamer wijze worden gecorrigeerd.

Van belang is ook dat het systeem van regelgeving voor begrotingsbeleid ondanks meer flexibiliteit en meer ruimte voor oordeelsvorming als zodanig intact blijft en alle lidstaten dus gelijk worden behandeld.

Volgens de begrotingsresultaten over 2005 is het nominale tekort in de EU teruggedrongen tot 2,3% van het BBP, tegen 2,6% van het BBP in 2004 (in de eurozone respectievelijk 2,4% en 2,8%). Structureel komt dit neer op een verbetering met ongeveer ¾% van het BBP, de grootste budgettaire aanpassing sinds 1997.

Preventief gedeelte

Natuurlijk heeft het pact niet alleen betrekking op de correctie van buitensporige tekorten. Het belangrijkst blijven deugdelijke middellangetermijndoelstellingen (MTO´s) voor de openbare financiën, die nu tussen de -1% van het BBP voor landen met een lage schuld of een hoge potentiële groei en 0% of een overschot voor landen met een hoge schuld of een lage potentiële groei moeten liggen.

Uit onderzoek naar de eerste reeks na de hervorming van het pact ingediende stabiliteits- en convergentieprogramma´s blijkt dat de lidstaten MTO´s hebben vastgesteld die in grote lijnen met de overeengekomen beginselen in overeenstemming zijn. Een andere positieve ontwikkeling is dat de begrotingsprognoses in bijna alle gevallen op realistische groeiramingen berusten en dat slechts in geringe mate toevlucht wordt gezocht tot eenmalige en andere tijdelijke maatregelen. Wel ontbreekt het in de budgettaire begrotingsplannen voor de middellange termijn soms aan de nodige ambitie om de kloof tussen de begrotingsposities van dit moment en de budgettaire MTO´s te verkleinen. Gezien het economische herstel zijn met name in 2006, maar ook in 2007 grotere budgettaire aanpassingen vereist.

Het verslag van 2006 over de openbare financiën in de EMU bevat ook twee hoofdstukken met een analyse van a) de rol van nationaal begrotingsbeleid (zoals uitgavenplafonds en "nationale pacten") en nationale instellingen als nuttige aanvulling op die van het SGP; b) begrotingsbeleid in "goede tijden". Recente ontwikkelingen en de voorjaarsprognoses 2006 van de Commissie bevestigen het economische herstel in de eurozone en de EU. De lidstaten moeten niet dezelfde fout maken als in het verleden en ditmaal gebruikmaken van goede tijden om hun budgettaire consolidatie-inspanningen op te voeren.

Achtergrond

Het SGP bestaat uit de EU-Verdragsbepalingen inzake het economische en monetaire beleid (titel VII) en uit twee verordeningen uit 1997: voor het toezicht op begrotingsposities en voor de correctie van buitensporige tekorten. Deze verordeningen zijn in juni 2005 gewijzigd. Ook maakt het in maart 2005 door de ministers van Financiën van de EU-landen goedgekeurde verslag over verbetering van de tenuitvoerlegging van het SGP integraal deel uit van het EU-kader voor begrotingstoezicht.
Het volledige verslag is te vinden op:

http://europa.eu.int/comm/economy_finance/publications/publicfinance_e n.htm