Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1 a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl 2513AA22XA

Contactpersoon Ons kenmerk AV/A&Z/2006/44754 Doorkiesnummer Datum 12 juni 2006

Onderwerp Kamervragen van het lid Bussemaker

Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van het lid Bussemaker (PvdA) over `regelingen voor 55-plussers die veel te duur zijn'.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)

Bijlage(n): TK Vragen en Antwoorden 2050613580

2050613580

Vragen van het lid Bussemaker (PvdA) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over regelingen voor 55-plussers die veel te duur zijn. (Ingezonden 18 mei 2006)


1
Bent u bekend met het onderzoek van het Expertisecentrum LEEFtijd en de Nederlandse Gezinsraad waarin wordt geconcludeerd dat werkgevers onvoldoende inspelen op de vergrijzing en het groeiend aantal tweeverdieners? 1)

Ja.


2 + 3
Wat is uw oordeel over het feit dat van de financiële ruimte die bedrijven hebben voor scholing, kinderopvang en levensloopbeleid bijna 60 procent opgaat aan speciale regelingen voor 55-plussers?

Deelt u de opvatting van beide organisaties dat seniorenregelingen als seniorendagen en vroegpensioen snel onbetaalbaar worden en bovendien de verhoudingen tussen jongeren en ouderen scheef trekken?

Het is primair aan sociale partners om te bepalen welk percentage van de loonsom aan personeelsbeleid en voor welk doel wordt besteed en hoe dit over de verschillende doelen wordt verdeeld. Dat laat onverlet dat het verstandig is om het personeelsbeleid dusdanig vorm te geven dat het goed aansluit op ontwikkelingen voor wat betreft vergrijzing en arbeidsparticipatie.


4
Kunt u ingaan op de conclusie dat, terwijl steeds meer tweeverdieners worstelen met de combinatie van kinderen en werk en dat slechts 6 procent van de levensloopuitgaven van werkgevers wordt besteed aan het vergemakkelijken van deze combinatie?

Antwoord 4
Ook bij deze vraag geldt dat het primair aan werkgevers en werknemers is om hun belangen af te wegen en te behartigen. De regering heeft hierbij wel een faciliterende taak. Daarom heeft de regering de laatste jaren veel geïnvesteerd in faciliteiten voor het combineren van arbeid en zorg. Belangrijk zijn de Wet aanpassing arbeidsduur (2000) waarmee een recht op deeltijdarbeid werd gecreëerd, de Wet arbeid en zorg (2001) met een reeks van verlofregelingen, de Wet kinderopvang (2005) die ouders een recht biedt op een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang en de Levensloopregeling (2006) waarmee werknemers fiscaal gefacilieerd kunnen sparen voor verlof. Dit kabinet heeft de verlofwetgeving uitgebreid met een recht op langdurend zorgverlof en de financiële levensloopregeling. Voor kinderopvang heeft het kabinet vanaf 2006 structureel 200 miljoen extra beschikbaar gesteld. Daarmee worden ouders in belangrijke mate ondersteund bij het combineren van arbeid en zorg.


---


5
Kunt u naar leeftijd een verdeling maken van degenen die thans gebruik maken van de levensloopregelingen en de doelen waarvoor zij verwachten te sparen?

Nee, zo kort na de introductie van de Levensloopregeling zijn er nog geen betrouwbare gegevens over de leeftijdsverdeling van de gebruikers van de levensloopregeling en de doelen waarvoor de deelnemers verwachten te sparen.


6
Bent u bereid op basis van het onderzoek van het ExpertiseCentrum LEEFtijd en de Gezinsraad een gerichter levensloopbeleid te ontwikkelen, dat beter aansluit bij toekomstige ontwikkelingen als vergrijzing en het toenemend aantal tweeverdieners?

Zie het antwoord op vraag 4.


1) Trouw, 17 mei 2006


---