Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1A Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33 2513 AA Den Haag

Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer PDTJ/06/29513

Onderwerp Datum Contactpersoon Jeugdwerkloosheid / No riskpolis 13 juni 2006

Op 28 februari 2006 heb ik uw kamer geïnformeerd over de uitvoering van de motie Van Hijum en Bussemaker (TK 2005-2006, 29544, nr. 51). In de motie Van Hijum en Bussemaker wordt verzocht in de gemeenten (G30) en sectoren waar het O&O-jeugdmodel wordt uitgerold de no-riskpolis in te voeren gedurende een proefperiode van twee jaar voor werkgevers die jongeren zonder startkwalificatie aannemen op een leerwerktraject. Tijdens het mondelinge vragenuur van 25 april jl. heb ik toegezegd de Tweede Kamer te informeren over het tempo van de uitrol van goede aanpakken die er nu reeds zijn en die invulling kunnen geven aan de samenwerkingsafspraken tussen werkgevers, scholen, gemeenten en CWI's.
In voorliggende brief wil ik de Tweede Kamer nader informeren over beide onderwerpen.

De Taskforce Jeugdwerkloosheid heeft de naam `O&O Jeugdmodel' verruild voor de term 2e Kans Beroepsonderwijs, omdat deze naam beter recht doet aan de aanpak. Hierdoor zal ook de nieuwe proef met de no-riskpolis gekoppeld worden aan het 2e Kans Beroepsonderwijs.
Tijdens een bijeenkomst op 30 mei met wethouders uit de grootste gemeenten van Nederland en vertegenwoordigers van diverse andere betrokken organisaties is een start gemaakt met de uitrol van het 2e Kans Beroepsonderwijs. Op deze bijeenkomst zijn de mogelijkheden gepresenteerd die ontstaan door de combinatie van de no-riskpolis, de middelen uit de Werktop en de ervaringen uit het O&O Jeugdmodel. Deze combinatie maakte het voor wethouders mogelijk om jongeren een tweede kans op beroepsonderwijs te bieden.
De Taskforce heeft de gemeenten tijdens en in de aanloop naar 30 mei benaderd met de vraag welke ambitie zij wilden uitspreken over het aantal jongeren dat via 2e Kans Beroepsonderwijs aan een opleiding en werk konden worden geholpen. In totaal hebben de gemeenten een ambitie voor 12.500 matches uitgesproken. Deze matches moeten nog wel worden waargemaakt. Daarom neemt de Taskforce het initiatief om in elk van de 34 gemeenten samenwerking tussen gemeenten, CWI, werkgevers en scholen te organiseren om deze ambitie ook waar te maken. Dit zal ook worden ondersteund met een campagne richting werkgevers om hen op te roepen leerbanen ter beschikking te stellen. In het najaar zullen in elk van de steden actiedagen worden georganiseerd.

2

Op basis van de ambities die de gemeenten hebben afgesproken verdeelt de Taskforce de no-riskpolissen. In totaal heb ik hiervoor 10 miljoen euro beschikbaar gesteld.

Ook in deze uitgebreide nieuwe proef is de no-riskpolis een tijdelijke ondersteunende maatregel voor werkgevers. De deelnemende gemeenten kunnen de no-riskpolis tot 1 oktober 2007 inzetten. Naar het effect en de werking van de no-riskpolis in het 2e Kansberoepsonderwijs zal ik onderzoek doen. Over de precieze vormgeving van dit onderzoek ben ik mij nog aan het beraden.
Over het tempo van de uitrol van goede aanpakken die er nu reeds zijn en die invulling kunnen geven aan de samenwerkingsafspraken tussen werkgevers, scholen, gemeenten en CWI's kan ik u het volgende meedelen.

Gemeentelijk overleg 2e Kans Beroepsonderwijs
De Taskforce Jeugdwerkloosheid heeft begin september 2005 het initiatief genomen om in 8 regio's een pilot te starten om de samenwerking tussen regionale partijen betrokken bij het oplossen van de stageproblematiek (Regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (RMC), Centra voor Werk en Inkomen (CWI), ROC en relevante Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (KBB)) op regionaal niveau van de grond te krijgen of, als die er al was, verder te stimuleren. De samenwerking was gericht op het creëren van een structurele samenwerking tussen de partijen, het inzichtelijk maken van vraag en aanbod en het maken van concrete afspraken, zodat zoveel mogelijk jongeren tijdens het najaar van 2005 aan een Leerbaan werden geholpen. Aan de hand van de positieve ervaringen uit deze pilots zal de Taskforce de samenwerking tussen regionale partners dit jaar verder gaan uitbreiden. In het kader van het 2e Kans Beroepsonderwijs zal de Taskforce Jeugdwerkloosheid in 34 gemeenten (G4, G27, Almere en
Vlissingen/Middelburg) een overleg opstarten tussen werkgeversorganisaties, gemeentelijke sociale dienst, RMC, CWI, ROC en relevante KBB's.

Dit overleg heeft tot doel om jongeren die op verschillende plaatsen in gemeenten bekend zijn aan een Leerbaan te helpen. Deze lokale samenwerking is daarmee een belangrijk middel om op lokaal en/of regionaal niveau jongeren te helpen bij het vinden van een leerbaan en zicht te krijgen op de omvang van de regionale problematiek. Via dit samenwerkingsplatform zal de Taskforce ook goede voorbeelden verspreiden van samenwerking tussen werkgevers, gemeente, ROC en CWI. Maar vooral zullen in dat overleg ook regionale afspraken worden gemaakt om de samenwerking te verbeteren.

Informatie 2e Kans Beroepsonderwijs
Naar aanleiding van de bijeenkomst over 2e Kans Beroepsonderwijs op 30 mei heeft de Taskforce Jeugdwerkloosheid een krant verspreid onder andere onder ROC's, CWI en gemeenten met een overzicht van de mogelijkheden om jongeren een tweede kans op beroepsonderwijs te bieden. Deze krant zal dit jaar nog een aantal keer verschijnen en in elk van de edities zal ook aandacht worden gegeven aan de uitrol van goede aanpakken voor samenwerking in gemeenten.

3

Protocollen Amsterdam en Rotterdam
In navolging van de protocollen over goede samenwerking tussen gemeente en Regionale Opleidingscentra in Amsterdam en Rotterdam zijn het ministerie van OCW en Colo ook voornemens om met de (keten)partners in Den Haag en Utrecht afspraken te maken voor de aanpak van de problematiek rondom het vinden van voldoende stageplaatsen. In het bijzonder voor jongeren in een MBO opleiding op niveau 1. Deze afspraken zullen ook worden vastgelegd in een protocol. In september 2007 vindt een evaluatie plaats op basis van cijfers, feiten en ervaringen.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(H.A.L. van Hoof)