Ministerie van Algemene Zaken

|Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer | |

|Postadres      |               |     |der Staten-Generaal                  |
|Postbus 20001                   |     |Plein 2                              |
|2500 EA  Den Haag               |     |2511 CR  Den Haag                    |
|Bezoekadres    |               |     |                                     |
|Binnenhof 19, Den Haag          |     |                                     |
|               |               |     |         |                           |
|                                |     |         |                           |
|               |               |     |         |                           |
|                                |     |         |                           |
|               |               |     |         |                           |
|               |               |     |         |                           |
|               |Datum          |Kenmerk        |Onderwerp                  |
|               |13 juni 2006   |06M484649      |Kamervragen leden          |
|               |               |               |Timmermans,                |
|               |               |               |Van Baalen en Van Dijk     |
|                                                                             |
Zeer geachte Voorzitter,

Hierbij doe ik u toekomen de antwoorden op de vragen van de leden van uw Kamer
Timmermans (PvdA), Van Baalen (VVD) en Van Dijk (CDA), mij toegezonden op 29 mei 2006.

De MINISTER-PRESIDENT,
Minister van Algemene Zaken,

Mr.dr. J.P. Balkenende

Antwoorden op vragen van de leden Timmermans (PvdA), Van Baalen (VVD) en Van Dijk (CDA) over de zetel van het Europees Parlement in Straatsburg, d.d. 29 mei 2006, nr. 2050613940.


1
Kent u de schriftelijke verklaring van het Europees Parlement van 26 april 2006, nr. 0033/2006 over de vergaderingen van het parlement in Straatsburg en de berichten over jarenlang ten onrechte teveel betaalde huur door het Europees Parlement voor de huisvesting in Straatsburg? 1)

Ja.


2
Kunt u aangeven wat er concreet is gebleken in het Europees Parlement over de 'fraude' van Straatsburg?

Het onderzoek van de commissie-begrotingscontrole van het Europees Parlement naar de financiële relatie tussen de stad Straatsburg en het Europees Parlement met betrekking tot twee gebouwen die het Europees Parlement in Straatsburg gebruikt, is nog niet afgerond. De uitkomsten van dit onderzoek zullen moeten worden afgewacht.


3
Deelt u de mening dat dit nieuwe gegeven aanleiding geeft om bij de volgende bijeenkomst van de Europese Raad het onderwerp hernieuwd op de agenda te plaatsen? Zo ja, bent u bereid zich daarvoor in te spannen, zodat een stap kan worden gezet in de richting van het beëindigen van het geldverslindende rondreizende circus tussen Brussel en Straatsburg?


4
Deelt u de mening dat de Europese Raad op korte termijn zou moeten vaststellen dat het Europees Parlement bij de eerstvolgende verdragswijziging zelf mag bepalen waar het wil vergaderen? Gaat u daartoe een voorstel doen?

Het onderzoek van de commissie-begrotingscontrole van het Europees Parlement moet afzonderlijk van de zetelkwestie van het Europees Parlement worden bekeken. Ten aanzien van de zetelkwestie riepen de gelijkluidende motie Van der Laan c.s. (10 juni 2003) en de motie Kohnstamm c.s. (17 juni 2003), in de eindfase van de Conventie over de toekomst van Europa, het kabinet op zich in te zetten voor een bepaling waarin het Europees Parlement de bevoegdheid zou krijgen om zijn eigen zetel te kiezen. Indertijd heeft de staatssecretaris voor Europese Zaken al aangegeven dat de moties inhoudelijk werden gesteund. Het kabinet wenst echter zelf het tijdstip te bepalen wanneer de zetelkwestie tactisch het beste ter sprake zou kunnen worden gebracht.

Het kabinet heeft begrip voor de kritiek met betrekking tot de kosten die gepaard gaan met de verschillende vergaderplaatsen. Die situatie is ongelukkig maar kan slechts met instemming van de vijfentwintig EU- lidstaten, inclusief de lidstaten waar het EP nu gebouwen betrekt, worden gewijzigd. Het kabinet is nog steeds bereid de discussie over de zetelkwestie te voeren op het juiste moment, bijvoorbeeld ten tijde van een verdragswijziging, en wanneer andere lidstaten die bereidheid ook tonen. Het kabinet meent dat een effectieve discussie uiteindelijk gebaat is bij een zo groot mogelijk draagvlak daarvoor onder de lidstaten.


5
Bent u bereid afstand te nemen van de uitlatingen van voorzitter Schüssel van de Europese Raad die heeft betoogd dat vanwege "Frans-Duitse gevoeligheden" de positie van Straatsburg niet ter discussie kan staan? 2)

Zie het antwoord op vraag 3 en 4.


1) O.a. Financieel Dagblad, 25 april 2006 en de Volkskrant, 26 april 2006
2) Tijdens de Cosac-vergadering te Wenen op 22 mei 2006