Inhoud van de pagina:
Opinie 20: `Persoonsgericht verstoren potentiële terrorisme-verdachten op
last van burgemeester ongrondwettig'
JAN BROUWER, HOOGLERAAR ALGEMENE RECHTSWETENSCHAP:
Het persoonsgericht verstoren van potentiële terrorismeverdachten in
opdracht van de burgemeester is in strijd met de wet. Dat zegt Jan
Brouwer, hoogleraar Algemene rechtswetenschap aan de Rijksuniversiteit
Groningen. `De dreiging van terrorisme betekent niet dat de overheid
mag handelen in strijd met haar eigen wetten.'
Persoonsgericht verstoren is een nieuw wapen in de strijd tegen
terrorisme. Potentiële verdachten van terrorisme worden openlijk dag
en nacht in de gaten gehouden. Het doel: een persoon onbruikbaar maken
voor een eventueel terroristisch netwerk. Naar verluidt gaat het om
een werkwijze die in Nederland al anderhalf jaar gangbaar is en bij
tientallen mensen wordt toegepast. De politie post voor hun woningen,
belt regelmatig aan om te kijken of de persoon thuis is en volgt ze op
straat. Bezoek wordt aangesproken en het is niet ondenkbaar dat
buurtbewoners wordt gevraagd verdachte zaken rond de woning van de
persoon te melden.
Hoogleraar Algemene rechtswetenschap Jan Brouwer heeft forse kritiek
op het persoonsgericht verstoren, dat volgens hem een wettelijke
grondslag ontbeert. Het is de burgemeester die verantwoordelijk is
gemaakt voor het verstoren, met als argument dat mogelijke terroristen
een gevaar voor de openbare orde zijn. Een ogenschijnlijke logische
argumentatie, zegt Brouwer, maar in werkelijkheid een juridische
vondst die de overheid bevrijdt van de beperkingen van het strafrecht.
`Het strafrecht is redelijk dichtgetimmerd. Het openbare orde-recht is
juridisch gezien braakliggend terrein, dat er nu met de haren is bij
gesleept. Ik vind dat dubieus.'
Openbare orde
Het openbare orde-recht stelt zich ten doel burgers fysiek veilig en
in vrijheid in het publieke domein te laten bewegen. De handhaving van
openbare orde valt onder de verantwoordelijkheid van de burgemeester
en bevat twee elementen: de bijzondere (in jargon de `onmiddellijke')
handhaving en de algemene bestuursrechtelijke handhaving. In geen van
beide taken kan Brouwer een grondslag vinden voor een ingrijpend
middel als persoonsgericht verstoren. `Onmiddellijke handhaving kan
alleen als er sprake is van een concrete en actuele dreiging. Dan mag
de burgemeester ingrijpende maatregelen bevelen want er is een acute
oplossing vereist. Dit speelt niet bij iemand die zich tot de islam
heeft bekeerd en de verkeerde contacten heeft.'
Bij de algemene bestuursrechtelijke handhaving gaat het om de
reguliere handhaving van de openbare orde door de burgemeester. In het
kader hiervan verleent hij vergunningen aan caféhouders, toestemmingen
voor demonstraties en dergelijke. Hierin zit ook de aansturing van de
politie in tijden van rust. Hij kan bijvoorbeeld opdracht geven tot
extra surveillance, maar veel meer dan dat is niet mogelijk.
Privacy
Persoonsgericht verstoren betekent een zware inbreuk op de
persoonlijke levenssfeer. Voor lichte inbreuken op het recht van
privacy geeft de Politiewet een grondslag, maar die ontbreekt volgens
Brouwer voor stelselmatig persoonsgericht verstoren. `De vraag is:
waar ligt de grens tussen zware en lichte inbreuken op de privacy? De
overheid vergelijkt het persoonsgericht verstoren met het observeren
van criminelen binnen het strafrecht. Maar ik vind dat je het
strafrecht en het openbare orde-recht niet met elkaar moet
gelijkstellen. De burgemeester beslist tot het persoonsgericht
verstoren bij verdenking van een `mogelijke intentie.' Dat is een
aanzienlijk geringere mate van verdenking dan bij een van een misdrijf
verdachte crimineel onder observatie. En dat terwijl de inbreuk op de
privacy veel zwaarder is.'
Het feit dat het persoonsgericht verstoren plaatsvindt in
privé-woningen acht Brouwer in strijd met de Grondwet. `De
burgemeester geeft opdracht tot het verstoren omdat hij de
verantwoordelijkheid draagt voor de veiligheid van mensen in het
publieke domein. Die verantwoordelijkheid gaat niet zover dat hij
zonder een expliciete wettelijke grondslag bevoegd is om de
politieactiviteiten te laten ontplooien in privé-woningen. Daar komt
bij dat de burgemeester alleen bevoegdheden kan toepassen als de orde
binnen zijn eigen gemeente wordt bedreigd. Wie zegt dat de potentiële
terrorist een aanslag gaat plegen in juist zijn gemeente? De nationale
veiligheid wordt vereenzelvigd met de plaatselijke openbare orde.
Juridisch is dat ontoelaatbaar.'
De jurist betwijfelt bovendien of de burgemeester überhaupt wel
bevoegd is. `De burgemeester is alleen verantwoordelijk voor de orde
binnen zijn gemeente. Wat we met persoonsgericht verstoren doen is
openbare orde vereenzelvigen met nationale veiligheid.'
Olievlek
Maakt de strijd tegen het terrorisme persoonsgericht verstoren niet
geoorloofd? `Ik zie er grote gevaren in,' zegt Brouwer. `Op basis van
buitengewoon vage aanwijzingen gaat men potentiële verdachten - het
gaat niet om verdachten van een misdrijf - het leven zuur maken. Dat
zou heel goed averechts kunnen werken. Wat denk je van de kinderen van
een moeder die voortdurend ten onrechte wordt verstoord? De kans is
groot dat ze wraak willen. Ook bestaat het risico van olievlekwerking.
Als verstoren kan, wat kan er dan nog meer onder de noemer van
handhaving van de openbare orde? De overheid moet altijd handelen in
overeenkomst met haar eigen regels. Als bestuurders zich niet houden
aan de door hen zelf opgestelde wetten, dan zijn we aan de goden
overgeleverd. En bovendien zal het regelen van persoonsgericht
verstoren vanwege internationale eisen heel lastig zijn.'
Oratie
Brouwer houdt op dinsdag 13 juni om 16.00 uur in de Aula van het
Academiegebouw zijn oratie, die als titel heeft: `Van nachtbrakers tot
terroristen, over persoonsgericht verstoren'. De oratie zal in
gedrukte vorm verschijnen.
Curriculum Vitae
Jan Brouwer (Oosterbeek, 1951) studeerde rechten en geschiedenis in
Groningen. Tijdens zijn studie geschiedenis was hij docent recht en
maatschappijleer aan een MEAO te Groningen. Tussen 1980 en 1981
verbleef hij in Parijs, waar hij als docent Monde Contemporain werkte
aan de Grande Ecole Supélec. Sinds 1981 is Brouwer verbonden aan de
RUG, bij de vakgroepen Volkenrecht, Inleiding, Algemene
Rechtswetenschap en Staatsrecht.
Brouwer is per 1 september 2005 benoemd tot hoogleraar Algemene
Rechtswetenschap bij de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de RUG. In
zijn onderzoek richt hij zich met name op vraagstukken over openbare
orde en op internationale en nationale regelgeving. Brouwer is lid van
de bezwaarschriftencommissies van de ministeries van VWS en OCW,
rechter-plaatsvervanger bij de rechtbank te Assen en Honorair Consul
van Frankrijk in Groningen. /RC
Informatie
prof.mr. J.G. Brouwer, tel. (050) 363 5671, e-mail j.g.brouwer@rug.nl
Rijksuniversiteit Groningen