D66

Voorzitter, na het vele dat aan de overzijde en ook vandaag in deze Kamer is gezegd over de toetreding kan ik daar niet zo veel nieuws aan toe voegen. Tijdens de wedstrijd verander je geen spelregels. En dat betekent wat mijn fractie betreft dat wij de toetreding van beide landen steunen. Natuurlijk onder de condities die voor toetreding gelden.
Maar zo geformuleerd zou daaruit gemakkelijk de idee kunnen ontstaan, dat we dat niet van harte doen. Dat nu is bepaald niet zo. Bij de voorbereiding van dit debat heb ik het onvolprezen Keesings Historisch Archief weer eens geraadpleegd en wel de jaargang 1990. Daarin wordt uitvoerig verslag gedaan van de Roemeense revolutie van 21 tot 25 december 1989 eindigend met de executie van dictator Ceausescu. Een regeringsleider die in de jaren 70 en begin 80 in het Westen werd gewaardeerd vanwege de kritiek op de Sovjet Unie. Een officieel staatsbezoek en ontvangst door de majesteit waren daar in Nederland de zichtbare uitingen van. En daarnaast aten we Roemeense jam kwalitatief hoog gewaardeerd en goedkoop. Door de export werd de Roemeense staatsschuld weggewerkt, maar dat ging ten koste van onvoorstelbare offers van de bevolking waarbij hongersnood wellicht het meest tastbare was.
De behandeling van de Hongaarse minderheid in die jaren kon geen enkele kritiek doorstaan. Toen op 15 december 1989 de Hongaarse dominee Laszlo Tokes kritiek uitte op de behandeling van de etnische Hongaarse minderheid volgde een deportatiebevel. Op 16 december legde de bevolking een cordon rondom de woning van de dominee om uitzetting te voorkomen en dat was de start van een opstand met mondiale gevolgen.
Nu sporen we via een motie aan om kerkelijke bezittingen terug te geven. Dat moet gebeuren maar wij interpreteren zo`n aansporing niet als kritiek op de huidige ontwikkeling. Tenslotte duurde het bij ons ook een paar jaar om een eufemisme te gebruiken voor de erven Goudstikker de hun toekomende kunstvoorwerpen weer terug kregen. De ontwikkelingen in de DDR, in Polen, in Roemenië, in Bulgarije, maar ook in Slovakije, Tjechië, Hongarije en andere landen hebben het aanzien van ons werelddeel in zijn fundamenten veranderd. Want nog geen zeventien jaar later spreken we over toetreding tot de Unie. Voor wie het op zich laat inwerken is dat onvoorstelbaar te noemen.
Het is nu mode om eurosceptisch te zijn dat trekt wellicht kiezers. Want natuurlijk kent Europa door zo`n ontwikkeling problemen van groei en van absorptie vermogen en het is gemakkelijk om dat als oorzaak aan te wijzen voor problemen die er zijn. Wellicht het meest kwalijke van dat euro scepticisme is, dat het een verkeerd signaal geeft naar de toetredende landen. Zij zien de Unie waarachtig niet alleen als een economische maar ook als een politieke en met de Navo erbij als defensieve kracht Wat mijn fractie betreft mogen we ze daar niet in teleurstellen.
Voorzitter, als we de toetreding bezien vanuit een historisch perspectief is er uiteraard heel veel meer over te zeggen, maar dat is nu niet het moment. Ik had er echter behoefte aan om het niettemin in telegramstijl aan te duiden, want het historische wordt wel heel gemakkelijk vergeten.
Maar de kern waar we vandaag over hebben te beslissen, is de vraag of we kunnen instemmen met de aanpak die de regering voor ogen staat en die in de brief van 7 juni 06 is verwoord. We willen de regering oproepen om zo maar enigszins mogelijk te streven naar aansluiting per 1 januari 2007 en niet het jaar uitstel te gebruiken als daar geen strikte noodzaak toe is. Spanje, Portugal laten zien dat het feit van aansluiting ook stimulerend werkt op de verdere ontwikkeling in die landen. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat dit voor andere landen ook niet geldt.
Desnoods maar ook dat zou mijn fractie tot het uiterste beperkt willen zien kan gebruik gemaakt worden van het systeem van vrijwaringsmaatregelen op die gebieden die dat nodig maken, bijvoorbeeld ten aanzien van het inzamelen van dierlijk afval en dierziekte situaties zou dat denkbaar kunnen zijn. Voorzitter, moeten de spelregels ten behoeve van de toetreding voor de toekomst wel veranderd worden? Het is zinvol die vraag bij dit debat mee te nemen, zoals trouwens ook door anderen is gedaan. In het debat aan de overzijde is daar uitvoerig bij stil gestaan. Geen koppeling van landen meer, niet meer een jaar van toetreding noemen voordat de criteria waaraan moet worden voldaan zijn gehaald. Dat eerste wordt door mijn fractie zonder meer bepleit, het tweede ook, zij het met enige aarzeling. Immers het kan niet zo zijn dat nieuwe landen volstrekt onzeker blijven over hun toetreding nadat ze de criteria vervuld hebben. Maar dat de Unie ook kijkt naar het eigen opname vermogen is onvermijdelijk en vanuit dat perspectief is het logisch dat ook zo`n begrenzing wordt aangebracht, dus meer vanuit de mogelijkheden van de Unie zelf dan geredeneerd vanuit het land dat werkt aan de criteria en daarin overduidelijk zo`n voortgang boekt dat restanten ook na toetreding gerealiseerd zullen worden. Voorzitter, in de brief van de regering van 7 juni wordt met enige regelmaat het toekennen van de rode vlag genoemd. Het is goed te bedenken, dat geen enkele land in de gemeenschap het prettig vindt om de rode lantaarn te dragen om een ander beeld te gebruiken. Met dat gegeven is rekening te houden als het om de beoordeling voor toetreding gaat. Recente voorbeelden waarbij lidstaten tijdens hun lidmaatschap juist vorderingen hebben gemaakt als het gaat om de rode lantaarn te kunnen overdoen zijn wederom Spanje, Portugal, maar ook Griekenland en Ierland. Bij de beoordeling tot toetreding mag dat gegeven terdege worden mee gewogen.
Voorzitter, met de op handen zijnde toetreding van Bulgarije en Roemenië is de kans op duurzame vrede in ons werelddeel voor alle landen en nu speciaal voor de Oost Europese landen zeer fors toegenomen. Dat is het belangrijkste dat bij deze toetreding kan worden geconstateerd. We wachten het antwoord van de regering in vertrouwen af.

13-6-2006 13:59